vrijdag 28 oktober 2011
Winterslaap
Afgelopen seizoen stond in het teken van formeren en leren. Naast de investeringen in de boot werd de grootste investering gemaakt in de mensen. Een goede crew die de boot aanvoelt, het zeiltrimmen als een tweede natuur heeft en ’s nachts droomt over spinnakeren is niet 1-2-3 gevonden. En als je ‘m al vind, is ze vaak niet elke week beschikbaar of wordt ze weggekaapt door grotere boten (waar ze dan uiteindelijk alleen maar in de zeereling mag hangen).
Niet bij Team Fram. Want daar ontstond deze zomer een hecht team dat aan elke wedstrijd met meer toewijding begon. En als de laatste wedstrijden een voorbode zijn voor volgend seizoen, mag de concurrentie zich gerust zorgen gaan maken. Wij zullen in elk geval lekker slapen deze winter.
Weltrusten!
Team Fram.
Voor de crew van 2011 en alle supporters die ons hebben gesteund en Fram sneller hebben doen varen; bedankt!
zondag 18 september 2011
De laatste WAC was een feelgood film
De voorbereidingen voor de laatste woensdagavondwedstrijd van het seizoen begonnen al vroeg die dag. ’s Ochtends kwam Aat Kool van Hagoort Sails langs om onze Genua 1 te bekijken. Wij vinden deze niet goed gesneden en vinden dat hij het zeil moet aanpassen. Om wat meer gewicht in de schaal te leggen, had Ben gevraagd of Wim Nierman bij dit gesprek aanwezig wilde zijn. En dan moet u weten dat ze om 08.30u hadden afgesproken bij Fram. Wim maakte er geen probleem van en had zelfs wat huiswerk gedaan. Onlangs heeft hij als gastschipper aan den lijve kunnen ondervinden waar het probleem ligt van onze grote genua. Aat kon mede hierdoor niet anders dan toegeven en hand in eigen boezem steken.
De voorspellingen
De hele week schreven de windsites over een lekkere wind uit westelijke richting. Zou mijn wens dan eindelijk uitkomen en zouden wij de westelijke baan krijgen met een lekker lang spinnakerrak en terugkruisen naar de finish? Helaas, op de dag zelf bleek de wind uit ZW-richting te komen. Jammer, maar het is niet anders.
Een goede start
We maakten ons klaar voor de laatste race. De voorspelling was vier bft met vlagen zes. Uit alle hoeken kregen we succes toegewenst. Wim drukte ons op het hart dat we deze keer ‘echt goed’ moesten starten. ‘Dan maar te vroeg over de lijn’ had hij gezegd. En hij heeft gelijk. Gelukkig was Paul, onze levende atoomklok mee. Hij zou ons naar de startlijn loodsen.
Oefenrondje
We waren als eerste buiten en konden gaan focussen op de windkracht en richting. De spinnaker lag klaar, maar het was aan de crew om groen licht te geven voor het gebruik ervan. Ik wilde na de wedstrijd van 10 augustus niet nog een keer iedereen in mijn enthousiasme meeslepen. Gelukkig wilde iedereen het grote geelblauwe zeildoek hijsen. In ons eerste proefrondje viel meteen op dat we de giek op het spinnakerrak over beide boegen konden zetten. Dat is gek? Zou het dan toch een westen wind zijn?
Disneyfilm
We varen naar het startschip, benieuwd naar de baan. ‘Baan 13’, leest Hennie. ‘Hé, dat is niet de ZW baan, maar ook niet de lange West baan?’, merk ik op. Ik sprint van de trap (drie treden) en ren naar de kaartentafel (1 stap) in de kajuit op zoek naar de kaart van Baan 13. Alles ligt door elkaar en de helft ligt op de grond. Tussen de wedstrijdreglementen, startnummers en andere kaarten vind ik de kaart van Baan 13. Al het geluid om mij heen lijkt te verstommen en een Disney-film begint af te spelen. Zo’n film waarin alles tegenzit en waar, op het einde, tóch alles goed komt. Het type film dat het rond kerst goed doet.
Baan 13
Baan 13 is de korte baan voor Westenwind; een dikke twee mijl spinnakeren en daarna anderhalve mijl terugkruisen. Eindelijk een normaal spinnakerrak en niet van die benauwde 0,6 mijls Optimistrakjes. Uitgerekend de laatste woensdagavond van het seizoen krijgen wij de baan die we al zolang wensten. Zoals ik al zei zitten we in een echte feelgood film. Alles leek nu te kloppen; een lekker windje, lange rakken, complete crew en een boot in concoursstaat.
Start
De start was fenomenaal, met dank aan Paul. Als eerste over de startlijn sturen we de boot naar de kruisboei, waarna het spinnakerrak kan beginnen. We gaan als zesde om de boei maar als onze spi staat zijn we niet meer te houden. We halen direct een aantal schepen in en vormen samen met de Job en de Spoom de kopgroep. De rest volgt ons op gepaste afstand. Zelfs de snelle J-80s blijven op afstand. En terecht, we varen lekker en zijn in ons element.
Terugkruisen
Bij de bovenboei nemen we geen enkel risico; we halen de spi niet op de boei naar binnen, maar enkele scheeplengtes ervoor. De wind rukt af en toe hard aan de mast en we willen niets verkloten. We draaien om de boei en het lange kruisrak naar de finish begint. De Job, Team Windrose, Spoom en Team Fram zijn nu in een hevige strijd verwikkeld. Ook al moet ik ver voor ze eindigen om eerste te worden, ik wil sowieso first over line!
Ramkoers
Meerdere keren lig ik met de Windrose en Job op ramkoers in het kruisrak. Als ik over bakboord vaar en de Windrose op ramkoers lijkt te liggen, maak ik een beginnersfout. Omdat ik voorrang heb, zoek ik de confrontatie op, maar ga te scherp varen en verlies snelheid. De Windrose gaat net voorlangs en Wim grijnst even achterom. Ik tack net iets later zodat ik aan zijn hoge kant zit en maan de crew om alles op alles te zetten om de Windrose nog voor de finish te passeren.
Finish
We lopen langzaam in op de Windrose, Job en Spoom, maar de finish komt met rasse schreden dichterbij en het lukt ons niet meer om ze te passeren. Wim stuurt de Windrose nog iets naar de hoge boei, waardoor ik wel onder hem door zou moeten, maar zover komt het niet. De laatste slag is tekort om ze nog in te halen.
Complimenten
We liggen nog niet vast in de box als Wim met uitgestoken hand ons complimenteert met deze goede race. Ook in het clubhuis krijgen we van alle kanten schouderklopjes over onze ‘epic’ wedstrijd. Sander Kreukniet complimenteert ons en twijfelt of we niet op handicap sneller zijn dan zijn Roxane. Ook Bert geeft ons alle eer. Ja, we zitten nog steeds in die feelgood film.
Dank
De laatste woensdagavondwedstrijd van 2011 was een prachtig slotakkoord. Een geweldige wedstrijd waarbij de ogenschijnlijke paradoxale woorden ‘hoopgevend’ en ‘toonaangevend’ nog na ebben. 2011 Was hét seizoen waarin we zouden investeren in een goede crew en – en passent - hopelijk een redelijk resultaat zouden neerzetten. Dat eerste is goed gelukt met grote dank aan Paul, Rene en Hennie, die vrijwel alle woensdagavonden reserveerden voor deze competitie. Deze harde kern heeft veel gegeven voor Team Fram en zich enorm ontwikkeld. Het is bijna niet voor te stellen dat Rene begin dit seizoen nog nooit had gezeild. En vrijwel de gehele crew nog nooit had gespinnakerd. In de feelgood film zou nu de klassieke muziek aanzwellen. De vele tips en helpende handen mogen dan ook niet ongenoemd blijven. Daarom dank ik met een ferme, virtuele handdruk Sander Kreukniet, Wim Nierman, Bert Piels, Hans Vaders en Lodewijk Cornelissen – voor hun bijdrage om Team Fram sneller en beter te doen varen. Ook de Vereniging, en in het bijzonder de Wedstrijdcie, verdient een pluim. Want ook zij hebben een rol gespeeld in deze feelgood film.
Crew: Paul, Hennie, Rene, Floris & Ben
Wind: 12-20 knopen (WZW)
Baan: 13
Finish: 8e (van de 14)
NB1. Wil je weten wie er in het algemeen klassement in de top drie zijn geëindigd? Klik dan hier
NB2. We hebben nog één race in het verschiet, de Hooikistrace 2011. Doordat ik dit verslag zo laat schrijf, is die inmiddels ook al gevaren, maar daarover later meer. Een ding kan ik verklappen, dit jaar gingen de palingrokers er niet met de prijzen vandoor!
NB3. Wil je een leuke feelgood Disneyfilm over zeilen zien? Kijk dan deze eens:
woensdag 31 augustus 2011
Twee wedstrijden met de wind van één
Door de 24uurs zeilrace had ik geen gelegenheid om de wedstrijd van vorige week te beschrijven. We waren druk met de voorbereidingen en de race zelf. En dat terwijl ik met volle teugen heb genoten van deze windloze woensdagavond ervoor. Daarom toch nog een kort verslag.
Travel light
Paul belde vlak voor de wedstrijd af, een doodzonde, maar gelukkig had hij een goed excuus. En eigenlijk was het niet zo heel erg. De voorspelling was kansloos met zo’n 4-6 knopen wind en dan kun je maar beter licht reizen. Dus maakten Ben, Hennie en ik ons op voor een avondje stilzitten en tot ver achter de komma trimmen.
Kansloze missie
Na een goede start begonnen wij vol moed aan een kansloze missie. Iedereen is het er over eens, onze boot presteert gewoon heel slecht onder de 7 knopen wind. Hij is zwaar en log, komt moeilijk opgang en ligt al snel stil. Tel daar de verkeerd gesneden genua 1 bij op – die op de aanwindse koersen niet goed te trimmen is – en we hebben een verklaring waarom we juist in deze wedstrijden benedenmaats presteren. Gelukkig komt Aat Kool van Hagoort Sails a.s. woensdag hoogstpersoonlijk polshoogte nemen.
Spinnakeren
Ondanks deze wetenschap kozen wij ervoor om toch uit te varen. Niet veel later hezen we de spinnaker en gleden wij met grote grijnzen over het Gooimeer. De wedstrijd werd nog een echte strijd toen we op de spinakerrakken in duel gingen met de Gibsy.
De loef afsteken doe je zo
Terwijl we de Gibsy op de hielen zitten, dreigen we hem voorbij te lopen aan de lage kant. Dit heeft geen zin, dus zeg ik tegen Ben dat hij de boot over de Gibsy moet sturen. Hennie pikt het op en we gaan in ‘stealth mode’; geen verdachte bewegingen, niet kijken en fluisteren (Ja Wim, we hebben opgelet toen jij aan boord was). Ben stuurt langzaam omhoog, maar dit moet snel anders hebben ze ons door en gaan ze mee loefen. Ik neem het roer even over en stuur de boot snel omhoog, terwijl Hennie de loefschoot van de spinnaker viert. De Gibsy ziet het, maar het is te laat. We zijn al over hem heen. Een leuk partijtje loef afsteken is begonnen, waarbij de Gibsy nog wel even terug in de schoolbanken moet. Want het boekje met de wedstrijdregels hebben zij blijkbaar bij de kassa laten liggen. Uiteindelijk lukt het ons om de Gibsy, Atlantis, Vega, Vindö 32 en Etap achter ons te houden. Helaas staan ze allemaal, op één na, na handicap weer boven ons. The story of our lives.
De een-na-laatste wedstrijd
En dan nu het verslag van de afgelopen wedstrijd. In tegenstelling tot de vorige wedstrijd, waren we deze een-na-laatste wedstrijd met de voltallige harde kern. Rene was terug van vakantie en Paul was weer van de partij. Een volle bak. Iets te vol, als je het mij vraagt. Want met vijf man en minder dan vijf knopen wind, zit iemand (of zelfs twee iemanden) zonder taak. Maar ondanks de overcapaciteit besloten we ons best de doen om een goed resultaat neer te zetten.
Roerganger
Voor het eerst dit seizoen stond ik van start tot finish aan het roer. Erg fijn. Vanuit deze positie heb je weer een andere blik op het reilen en zeilen van de crew en voel je veel beter wat de boot doet.
Startschip is niet de startlijn
De start leek goed te gaan, met de nadruk op ‘leek’. Want enkele scheepslengtes voor het startschip zien we pas dat het startschip ver voor de startlijn ligt. Paul en ik kijken elkaar aan en beseffen het tegelijk. Shit, we moeten 60 meter verderop starten. Het is te laat, we liggen al meteen bij de start een-na-laatste.
Ongelukkig
De wind in combinatie met de baan is ook enigszins ongelukkig. Geen echte voordewindse spinnakerrakken. Als troost heb je dan ook redelijk makkelijke kruisrakken. We weten de Gibsy, Vindo 32 en Atlantis in te lopen. Op het een-na-laatste rak gaan we ze zelfs voorbij, maar vlak voor de finish zakt de wind helemaal in en zijn we nergens meer. Alleen de Marvelous en de Nessy liggen nog achter ons. Het zal wel weer een een-na-laatste plek worden.
After sail
Als we na afloop de wedstrijd bespreken valt er weinig te zeggen. We hebben goed gezeild, constant getrimd, sterke verhalen verteld over de afgelopen 24-uurs zeilrace (zie hier de trailer) en geen boeien overvaren of aangevaren. Rene was scherp en behoedde ons voor een blamage toen hij op tijd ontdekte dat Paul de spinnaker verkeerd had ingevouwen. Jammer dat Rene, net als de spinnaker, ietwat opvliegerig was (grapje Rene, moet kunnen toch).
Conclusie
Eigenlijk kun je, op wat wier na, alleen spreken van een slechte start. En met zo weinig wind en zulke korte rakken, maak je dat niet makkelijk meer goed. De logheid en diepe kiel werken nu tegen ons. De oplossing is simpel. Beter starten, een goed gesneden genua 1 en minder crew. Of gewoon naar Paul luisteren, die doodleuk zei: ‘Onder de 6 knopen moet je gewoon niet uitvaren.’ Altijd fijn, een stukje Amsterdamse nuchterheid aan boord.
Crew: Paul, Hennie, Rene, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 15e (van de 16)
Travel light
Paul belde vlak voor de wedstrijd af, een doodzonde, maar gelukkig had hij een goed excuus. En eigenlijk was het niet zo heel erg. De voorspelling was kansloos met zo’n 4-6 knopen wind en dan kun je maar beter licht reizen. Dus maakten Ben, Hennie en ik ons op voor een avondje stilzitten en tot ver achter de komma trimmen.
Kansloze missie
Na een goede start begonnen wij vol moed aan een kansloze missie. Iedereen is het er over eens, onze boot presteert gewoon heel slecht onder de 7 knopen wind. Hij is zwaar en log, komt moeilijk opgang en ligt al snel stil. Tel daar de verkeerd gesneden genua 1 bij op – die op de aanwindse koersen niet goed te trimmen is – en we hebben een verklaring waarom we juist in deze wedstrijden benedenmaats presteren. Gelukkig komt Aat Kool van Hagoort Sails a.s. woensdag hoogstpersoonlijk polshoogte nemen.
Spinnakeren
Ondanks deze wetenschap kozen wij ervoor om toch uit te varen. Niet veel later hezen we de spinnaker en gleden wij met grote grijnzen over het Gooimeer. De wedstrijd werd nog een echte strijd toen we op de spinakerrakken in duel gingen met de Gibsy.
De loef afsteken doe je zo
Terwijl we de Gibsy op de hielen zitten, dreigen we hem voorbij te lopen aan de lage kant. Dit heeft geen zin, dus zeg ik tegen Ben dat hij de boot over de Gibsy moet sturen. Hennie pikt het op en we gaan in ‘stealth mode’; geen verdachte bewegingen, niet kijken en fluisteren (Ja Wim, we hebben opgelet toen jij aan boord was). Ben stuurt langzaam omhoog, maar dit moet snel anders hebben ze ons door en gaan ze mee loefen. Ik neem het roer even over en stuur de boot snel omhoog, terwijl Hennie de loefschoot van de spinnaker viert. De Gibsy ziet het, maar het is te laat. We zijn al over hem heen. Een leuk partijtje loef afsteken is begonnen, waarbij de Gibsy nog wel even terug in de schoolbanken moet. Want het boekje met de wedstrijdregels hebben zij blijkbaar bij de kassa laten liggen. Uiteindelijk lukt het ons om de Gibsy, Atlantis, Vega, Vindö 32 en Etap achter ons te houden. Helaas staan ze allemaal, op één na, na handicap weer boven ons. The story of our lives.
De een-na-laatste wedstrijd
En dan nu het verslag van de afgelopen wedstrijd. In tegenstelling tot de vorige wedstrijd, waren we deze een-na-laatste wedstrijd met de voltallige harde kern. Rene was terug van vakantie en Paul was weer van de partij. Een volle bak. Iets te vol, als je het mij vraagt. Want met vijf man en minder dan vijf knopen wind, zit iemand (of zelfs twee iemanden) zonder taak. Maar ondanks de overcapaciteit besloten we ons best de doen om een goed resultaat neer te zetten.
Roerganger
Voor het eerst dit seizoen stond ik van start tot finish aan het roer. Erg fijn. Vanuit deze positie heb je weer een andere blik op het reilen en zeilen van de crew en voel je veel beter wat de boot doet.
Startschip is niet de startlijn
De start leek goed te gaan, met de nadruk op ‘leek’. Want enkele scheepslengtes voor het startschip zien we pas dat het startschip ver voor de startlijn ligt. Paul en ik kijken elkaar aan en beseffen het tegelijk. Shit, we moeten 60 meter verderop starten. Het is te laat, we liggen al meteen bij de start een-na-laatste.
Ongelukkig
De wind in combinatie met de baan is ook enigszins ongelukkig. Geen echte voordewindse spinnakerrakken. Als troost heb je dan ook redelijk makkelijke kruisrakken. We weten de Gibsy, Vindo 32 en Atlantis in te lopen. Op het een-na-laatste rak gaan we ze zelfs voorbij, maar vlak voor de finish zakt de wind helemaal in en zijn we nergens meer. Alleen de Marvelous en de Nessy liggen nog achter ons. Het zal wel weer een een-na-laatste plek worden.
After sail
Als we na afloop de wedstrijd bespreken valt er weinig te zeggen. We hebben goed gezeild, constant getrimd, sterke verhalen verteld over de afgelopen 24-uurs zeilrace (zie hier de trailer) en geen boeien overvaren of aangevaren. Rene was scherp en behoedde ons voor een blamage toen hij op tijd ontdekte dat Paul de spinnaker verkeerd had ingevouwen. Jammer dat Rene, net als de spinnaker, ietwat opvliegerig was (grapje Rene, moet kunnen toch).
Conclusie
Eigenlijk kun je, op wat wier na, alleen spreken van een slechte start. En met zo weinig wind en zulke korte rakken, maak je dat niet makkelijk meer goed. De logheid en diepe kiel werken nu tegen ons. De oplossing is simpel. Beter starten, een goed gesneden genua 1 en minder crew. Of gewoon naar Paul luisteren, die doodleuk zei: ‘Onder de 6 knopen moet je gewoon niet uitvaren.’ Altijd fijn, een stukje Amsterdamse nuchterheid aan boord.
Crew: Paul, Hennie, Rene, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 15e (van de 16)
donderdag 18 augustus 2011
Heerlijk avondje boeienronden
Na de grensoverschrijdende wedstrijd van vorige week had ik mij voorgenomen het rustig te houden vanavond. Het doel was lekker zeilen en de boot heel houden. Xander, de schipper van de Gibsy, herinnerde mij daar op sarcastische wijze aan: “Ga je weer spinnakeren?” De sneer deed mij weinig, het hoort erbij. Bovendien; onze tijd komt wel, en sneller dan jij denkt!
De voorspelling
Ben is een weekendje zeilen op een andere Friendship en dus stapte Lodewijk weer eens aan boord. Samen met de harde kern Hennie en Paul begonnen wij aan een heerlijk avondje boeienronden. De voorspelling was zeer matig; zes knopen afnemend naar vier. Maar eenmaal buiten stond er een prima briesje. Ik schat 7 tot 8 knopen wind uit NNW richting. In ieder geval genoeg om de boot lekker richting de finish te kunnen trimmen.
Indringstart
De start was tumultueus. Na enkele oefenstarts kwamen wij hoog aan de wind op de bovenwindse startboei af. Deze boei werd gevormd door het startschip. Met zeil over bak en hoog aan de wind hebben we voorrang op iedereen. Gek genoeg zagen de schepen die hoger lagen (en dus een ruimere koers voeren) dat niet zo. Wilden ze nu met ze tienen tegelijk een indringstart maken?
Krap
We stevenden af op een zeer goede start, hoge kant van het veld en als eerste over de startlijn. Maar de Seven, Job en de Vrijheid gooiden roet in het eten en probeerde tussen ons het startschip te kruipen. En dan moet u weten dat daar slechts een halve meter ruimte was.
Voorrang hebben is iets anders dan voorrang krijgen
Ik wilde van geen wijken weten en hield stug mijn koers. Want meer voorrang dan dit, krijg je niet in de zeilsport. De andere boten moeten nu wijken en kunnen daardoor niet starten. Dit zou meteen een dikke winst voor ons opleveren; als eerste over de startlijn en meteen een aantal directe concurrenten achter je laten omdat zij opnieuw moeten starten. Een grijns op mijn gezicht. Helaas verdween deze ook weer even snel toen bleek dat zij ook van geen wijken wilden weten. Een aanvaring was aanstaande.
Contact
Gelukkig was de wind matig en viel iedereen stil doordat we in elkaars luwte zeilden, hierdoor tikte de Seven ons slechts zachtjes aan en konden we hem afhouden met de hand. Maar contact was er wel degelijk en er was ook geen voorrang gegeven. Dus strafrondjes varen of een DSQ’uutje accepteren!
Waar 2 honden vechten om 1 been…
De boten die onder aan de startlijn startten profiteerden van het geschipper aan de bovenkant. Bij de eerste boeironding lagen we dus weer eens op een achtste plek. Maar met een ware wind van zo’n 80 graden begonnen we aan een inhaalslag. Met Team Windrose in mijn nek hijgend, stuurde ik de boot ver naar de bovenkant van het veld opzoek naar vrije wind. Dat pakte goed uit. We hielden de Windrose achter ons en lagen binnen no time vijfde.
Paul houdt nauwlettend de achteropkomers in de gaten. En dat gaat beter met mooie handschoenen. Toch Paul?
Probleemkindje
Na het ronden van de benedenwindse boei begon het kruisrak. De Clara stoof er vandoor en ook de Gibsy liep van ons weg. Hoewel we de boot tot in de perfectie probeerden te trimmen, bleef de genua 1 ons probleemkindje. Wanneer komt Aat Kool nou eens terug van vakantie? Dat ding moet vervangen worden door een goed gesneden gen 1!
Ouderwets lekker spinnakeren
We maken het wel weer goed op het spinnakerrak. Door de afwezigheid van Rene was ik weer eens voordekker. En met een gerepareerde spi, een nieuwe schoot aan bakboord en nieuwe snapshackles op kosten van George Kniest (waarvoor dank), stond niets ons in de weg om weer eens lekker te spinnakeren. Waarvan akte.
De leerling en de meester
We liepen de Clara en de Gibsy weer voorbij maar moesten lijdzaam toekijken hoe zij uitliepen op het kruisrak. Voor het tweede spinnakerrak rondden we de boei vrijwel tegelijk met Team Windrose. Bert (de eigenaar van Team Windrose) heeft ons vorig jaar de fijne kneepjes van het spinnakeren geleerd. En dit was een mooi moment om te laten zien dat we hebben opgelet. Na de gijp zette ik zo snel als ik kon de boom, loefschoot erdoor, neerhouder eraan, tas open en hijsen. En ja, onze spi stond eerder dan die van de meester.
Finish
De laatste twee rakken naar de finish voer Windrose nog steeds in ons kielzog. En scherp aan-de-wind, zoals eerder beschreven, kunnen we niet optimaal de genua trimmen. Gelukkig was het laatste rak niet hoog-aan-de-wind maar gewoon… eh.. aan-de-wind. Met Paul aan het roer en Lodewijk en Hennie aan de schoten werden de zeilen tot op de millimeter nauwkeurig getrimd. En het hielp, want de voorsprong op Team Windrose wisten we uit te breiden van enkele scheepslengtes tot tientallen meters.
After Sail
Ik was zeer enthousiast over de wedstrijd. Vooral omdat we lekker gezeild hadden. We begrepen elkaar en alles liep lekker aan boord. En dat er geen schade aan de boot is, is natuurlijk ook wel eens lekker. Natuurlijk zijn er ook na zo’n wedstrijd verbeterpunten. Tactisch gezien hebben we wat steekjes laten vallen, met name bij de benedenwindse boei. Maar ook daar hebben we weer van geleerd.
Protest
Terug naar het clubhuis voor de uitslag. Ik twijfel of ik protest moet maken over de start. Ondanks dat ik in mijn recht sta, diskwalificeer ik naar alle waarschijnlijkheid alleen de Seven, met een beetje geluk de Vrijheid. De Job pleit zichzelf waarschijnlijk vrij doordat deze (ook) door de Seven werd geraakt een daardoor stuurloos werd. Ik besluit er geen punt van te maken omdat we er niets mee opschieten. De Seven is immers toch na ons gefinished. Bij de bar spreek ik nog even de crew van de Morning Cloud aan die ons geen voorrang gaf op het eerste rak. Hier hadden we natuurlijk ook moeilijk over kunnen doen, maar het heeft ons te weinig hinder opgeleverd en het moet wel gezellig blijven. Voor je het weet ben je een tweede Gibsy ;-)
Crew: Paul, Hennie, Floris & Lodewijk
Wind: 4-8 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 11e (van de 13)
De voorspelling
Ben is een weekendje zeilen op een andere Friendship en dus stapte Lodewijk weer eens aan boord. Samen met de harde kern Hennie en Paul begonnen wij aan een heerlijk avondje boeienronden. De voorspelling was zeer matig; zes knopen afnemend naar vier. Maar eenmaal buiten stond er een prima briesje. Ik schat 7 tot 8 knopen wind uit NNW richting. In ieder geval genoeg om de boot lekker richting de finish te kunnen trimmen.
Indringstart
De start was tumultueus. Na enkele oefenstarts kwamen wij hoog aan de wind op de bovenwindse startboei af. Deze boei werd gevormd door het startschip. Met zeil over bak en hoog aan de wind hebben we voorrang op iedereen. Gek genoeg zagen de schepen die hoger lagen (en dus een ruimere koers voeren) dat niet zo. Wilden ze nu met ze tienen tegelijk een indringstart maken?
Krap
We stevenden af op een zeer goede start, hoge kant van het veld en als eerste over de startlijn. Maar de Seven, Job en de Vrijheid gooiden roet in het eten en probeerde tussen ons het startschip te kruipen. En dan moet u weten dat daar slechts een halve meter ruimte was.
Voorrang hebben is iets anders dan voorrang krijgen
Ik wilde van geen wijken weten en hield stug mijn koers. Want meer voorrang dan dit, krijg je niet in de zeilsport. De andere boten moeten nu wijken en kunnen daardoor niet starten. Dit zou meteen een dikke winst voor ons opleveren; als eerste over de startlijn en meteen een aantal directe concurrenten achter je laten omdat zij opnieuw moeten starten. Een grijns op mijn gezicht. Helaas verdween deze ook weer even snel toen bleek dat zij ook van geen wijken wilden weten. Een aanvaring was aanstaande.
Contact
Gelukkig was de wind matig en viel iedereen stil doordat we in elkaars luwte zeilden, hierdoor tikte de Seven ons slechts zachtjes aan en konden we hem afhouden met de hand. Maar contact was er wel degelijk en er was ook geen voorrang gegeven. Dus strafrondjes varen of een DSQ’uutje accepteren!
Waar 2 honden vechten om 1 been…
De boten die onder aan de startlijn startten profiteerden van het geschipper aan de bovenkant. Bij de eerste boeironding lagen we dus weer eens op een achtste plek. Maar met een ware wind van zo’n 80 graden begonnen we aan een inhaalslag. Met Team Windrose in mijn nek hijgend, stuurde ik de boot ver naar de bovenkant van het veld opzoek naar vrije wind. Dat pakte goed uit. We hielden de Windrose achter ons en lagen binnen no time vijfde.
Paul houdt nauwlettend de achteropkomers in de gaten. En dat gaat beter met mooie handschoenen. Toch Paul?
Probleemkindje
Na het ronden van de benedenwindse boei begon het kruisrak. De Clara stoof er vandoor en ook de Gibsy liep van ons weg. Hoewel we de boot tot in de perfectie probeerden te trimmen, bleef de genua 1 ons probleemkindje. Wanneer komt Aat Kool nou eens terug van vakantie? Dat ding moet vervangen worden door een goed gesneden gen 1!
Ouderwets lekker spinnakeren
We maken het wel weer goed op het spinnakerrak. Door de afwezigheid van Rene was ik weer eens voordekker. En met een gerepareerde spi, een nieuwe schoot aan bakboord en nieuwe snapshackles op kosten van George Kniest (waarvoor dank), stond niets ons in de weg om weer eens lekker te spinnakeren. Waarvan akte.
De leerling en de meester
We liepen de Clara en de Gibsy weer voorbij maar moesten lijdzaam toekijken hoe zij uitliepen op het kruisrak. Voor het tweede spinnakerrak rondden we de boei vrijwel tegelijk met Team Windrose. Bert (de eigenaar van Team Windrose) heeft ons vorig jaar de fijne kneepjes van het spinnakeren geleerd. En dit was een mooi moment om te laten zien dat we hebben opgelet. Na de gijp zette ik zo snel als ik kon de boom, loefschoot erdoor, neerhouder eraan, tas open en hijsen. En ja, onze spi stond eerder dan die van de meester.
Finish
De laatste twee rakken naar de finish voer Windrose nog steeds in ons kielzog. En scherp aan-de-wind, zoals eerder beschreven, kunnen we niet optimaal de genua trimmen. Gelukkig was het laatste rak niet hoog-aan-de-wind maar gewoon… eh.. aan-de-wind. Met Paul aan het roer en Lodewijk en Hennie aan de schoten werden de zeilen tot op de millimeter nauwkeurig getrimd. En het hielp, want de voorsprong op Team Windrose wisten we uit te breiden van enkele scheepslengtes tot tientallen meters.
After Sail
Ik was zeer enthousiast over de wedstrijd. Vooral omdat we lekker gezeild hadden. We begrepen elkaar en alles liep lekker aan boord. En dat er geen schade aan de boot is, is natuurlijk ook wel eens lekker. Natuurlijk zijn er ook na zo’n wedstrijd verbeterpunten. Tactisch gezien hebben we wat steekjes laten vallen, met name bij de benedenwindse boei. Maar ook daar hebben we weer van geleerd.
Protest
Terug naar het clubhuis voor de uitslag. Ik twijfel of ik protest moet maken over de start. Ondanks dat ik in mijn recht sta, diskwalificeer ik naar alle waarschijnlijkheid alleen de Seven, met een beetje geluk de Vrijheid. De Job pleit zichzelf waarschijnlijk vrij doordat deze (ook) door de Seven werd geraakt een daardoor stuurloos werd. Ik besluit er geen punt van te maken omdat we er niets mee opschieten. De Seven is immers toch na ons gefinished. Bij de bar spreek ik nog even de crew van de Morning Cloud aan die ons geen voorrang gaf op het eerste rak. Hier hadden we natuurlijk ook moeilijk over kunnen doen, maar het heeft ons te weinig hinder opgeleverd en het moet wel gezellig blijven. Voor je het weet ben je een tweede Gibsy ;-)
Crew: Paul, Hennie, Floris & Lodewijk
Wind: 4-8 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 11e (van de 13)
zondag 14 augustus 2011
Grenzen verkennen
Hoewel ik een bepaalde eindnotering in het klassement voor ogen heb, staat dit seizoen vooral in het teken van het vormen van een goede crew, het leren spinnakeren en betere tactiek. En in die leercurve gaat er wel eens wat mis. We komen onze grenzen tegen en soms die van de boot.
Start
Afgelopen wedstrijd hebben we op alle fronten de grenzen gezien. Zowel van de crew als het materiaal. De voorspelling was 15 knopen wind met uitschieters naar 24 knopen. Vlagerig dus. Onze start was goed. We kozen ervoor om niet aan de hoge kant te starten want die lag in de luwte. De lage kant was riskant ivm met verstoorde wind. U raadt het al, wij namen de gulden middenweg en gingen als derde schip over de startlijn.
Nog even spinnakeren
Op het tweede rak konden we de spinaker hijsen, maar we keken het nog even aan. We hebben immers vlagen van zes beaufort in de doeken. Maar een paar honderd meter voor de boei lopen we niet meer hard en besluit ik dat we de spinnaker moeten hijsen. Hoewel het niet helemaal vlekkeloos verloopt, was hier nog geen vuiltje aan de lucht. Op de downwind rakken zou het pas echt spannend worden.
Wilde stier
We halen de spi naar binnen en varen vanaf de 47 naar de D-boei. Dit rak is nog geen halve mijl lang en het lukt ons niet om de boot spinnakerklaar te hebben voor de bovenwindse boei. Hoewel er twijfel aan boord is of we de spi moeten hijsen vind ik dat we nog lang niet onze maximale snelheid lopen. Het log geeft 5 knopen aan, daar kan zeker nog een knoop bij. Dus hijsen we de spi. Het lichtweerzeil demonstreert en is bijna niet te temmen. Als een wilde stier trekt hij aan de mast. Tot overmaat van ramp hebben we ook een zandloper. We kunnen niets anders dan de spi weer binnenhalen. Bij het binnenhalen trekt onze voordekker de nieuwe snapshackle kapot. Ik hoor ze bij Kniest nog zeggen; ‘nee we hebben nog nooit klachten gehad over deze snapsluitingen’. Dit grapje heeft ons een aantal posities gekost. Maar we laten ons niet kennen.
Zandloper
We halen de spi binnen en ik doek deze benedendeks op. Daarna repareer ik direct de spischoot en pak onze reserve snapshackle. Met een paalsteekje aan de schoot en we’re good to go. Op het tweede downwindrak zijn we op tijd klaar voor de spi. Nu zal alles goed gaan. We checken alles twee keer, trekken het onderlijk goed uit elkaar zodat er geen zandloper kan ontstaan en hijsen snel de spi. Maar inmiddels is de wind toegenomen. We hebben vijf bft met uitschieters naar een kleine zeven in de rug. Als de spi eenmaal wind vangt laat ‘ie dat weten ook!
Geen controle
We varen pal voor de wind en we beginnen te rollen. Hier komt de theoretische kennis van pas, maar schiet de praktijk te kort. Omdat de boot zo hard rolt bestaat de kans op een Chinese gijp. Dat is het laatste wat ik wil. Ik roep dat we moeten oploeven. Hierdoor voorkomen we dat we blijven rollen (heen en weer slingeren). Echter ontstaat er een misverstand, Ben wil naar de boei sturen en ik wil de boot onder controle houden. Dit kan niet tegelijk, dus moeten we eerst een stuk van de boei afsturen om de boot te bedwingen. Als Ben de boot oploeft spuit Fram vooruit. Het log schiet omhoog en telt 7,4 knopen. Ik verbaas me dat het slechts 7,4 knopen is. Maar daar is niet veel tijd voor. De spi moet naar beneden zodat we weer naar de boei kunnen varen. Maar dan slaat het noodlot toe.
Laten gaan
Op onverklaarbare wijze is de loefschoot uit de boom gesprongen en vliegert de spinnaker voor ons uit. De spi trekt ons plat en ik zeg tegen Ben dat hij achter de spi aan moet varen. Dit is de enige manier om die 60m2 in de luwte van ons grootzeil te krijgen en ‘m naar binnen te halen. Maar het lukt niet. De wind is te hard en de spinnaker heeft het teveel naar zijn zin. Ik besluit de loefschoot te laten gaan en de spinnaker aan de lij schoot naar binnen te trekken.
Een leuk beeld (voor de tegenstanders)
Waarschijnlijk tot genoegen van onze tegenstanders zien ook wij hoe de spinnaker spastisch op 10 meter hoogte klappert. De 17 meter lange loefschoot klappert zo hard dat de reserve snapshackle openslaat en zichzelf bevrijdt van de ongecontroleerde bewegingen van de spi. De schoot valt met een sierlijke beweging in het Gooimeer. Het lijken wel slow motion beelden.
Het einde is nog niet in zicht
Intussen probeert Hennie de lijschoot naar binnen te halen, maar het lukt niet. Ik vier de val nog iets, maar de spi gaat alleen maar verder voor ons uit klapperen. Dan raakt hij het water en moeten we nog oppassen dat we er niet overheen varen. Ben reageert adequaat en stuurt de boot er langs. Het klapperen is verminderd, maar een nieuw probleem doet zich voor.
Een echt probleem
De spinnaker vult zich razend snel met zo’n 20.000 liter water en legt de boot stil. Hennie, veruit de sterkste man van de competitie in Naarden, geeft aan dat hij het niet meer houdt. Nu hebben we echt een probleem! Feike springt bij en ik trek het grootzeil aan, opdat deze minder wind vangt. Dan vier ik de spival helemaal. Er ontstaat wat verlichting en we krijgen de spinnaker eindelijk aan boord. We gooien ‘m in de kajuit en moeten nu kruisen om de benedenwindse boei nog te halen.
Finish
Inmiddels hebben we twee snapshackles verspilt, één spi schoot en één spinnaker. Geen slechte score in een hoe-sloop-ik-mijn-boot-race, maar we we zeilen in de WAC! Nu de spinnaker uitgeteld ligt na te hijgen op de kajuitvloer kunnen we de race verder uitvaren. De voordekker geeft aan dat hij geen levende fok uithouder wil zijn, dus neem ik de taak van hem over. We zeilen de wedstrijd goed uit en halen de finish op nog geen halve meter. Mede hierdoor zetten we nog een redelijk resultaat neer en houden we nog steeds twee schepen achter ons.
Een wijzend vingertje
Ik geef niet snel iemand de schuld van een fout aan boord. Vooral omdat die persoon daar niet mee geholpen is en hij het vaak zelf al weet. Maar dit keer kan ik er niet omheen. Er is een grote fout gemaakt. Een inschattingsfout. Het wijzende vingertje is aan mijzelf gericht. Ik ben verantwoordelijk. In mijn enthousiasme wilde ik de rompsnelheid halen. Ik dacht dat de crew er klaar voor was om met dit weer de spinnaker te hijsen. Ik wilde aanvallen omdat we achter lagen, maar werd verrast door de harde vlagen.
Het was een optelsom van inschattingsfouten met het gevolg dat we een potentiële top 3 plek hebben verspild. Want deze condities zijn optimaal voor Fram.
After sail
In de after sail bespreken we deze bizarre (wed)strijd. Ik geef toe dat ik het verkeerd heb ingeschat, dat ik dacht dat we het wel zouden rooien. Ik ben ervoor om de grenzen van de boot en crew op te zoeken, maar dat kost ook geld en posities. En dit keer hebben we de grens niet opgezocht, maar gepasseerd. Met hoge snelheid overschreden wij ons eigen kunnen. Jammer genoeg zijn er geen videobeelden van, maar het zag er ongeveer zo uit:
Tel er maar een dikke knoop bij op!
De volgende dag breng ik de spinaker weg naar de zeilmaker en ga ik voor het eerst dit jaar een weekendje toerzeilen met Violet. Als we zaterdag een stukje motoren valt me op dat de motor op volle kracht net iets meer dan vijf knopen loopt. En dat is te weinig. Ik check de GPS die 1,3 knoop meer aangeeft. Er gaat opeens een lampje branden. Ik heb mijn inschattingen in de laatste wedstrijd gebaseerd op een log dat niet gekalibreerd was. Ik dacht dat we niet de rompsnelheid haalden, maar we zaten daar wel degelijk tegenaan. Met een paar bliepjes stel ik het log bij. Ik kijk er nog eens naar en maak het rekensommetje; 7,4 knoop + 1,3, en bedenk dat we een nieuw snelheidsrecord hebben gevaren.
Crew: Feike, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 15-28 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 8e (van de 12)
Start
Afgelopen wedstrijd hebben we op alle fronten de grenzen gezien. Zowel van de crew als het materiaal. De voorspelling was 15 knopen wind met uitschieters naar 24 knopen. Vlagerig dus. Onze start was goed. We kozen ervoor om niet aan de hoge kant te starten want die lag in de luwte. De lage kant was riskant ivm met verstoorde wind. U raadt het al, wij namen de gulden middenweg en gingen als derde schip over de startlijn.
Nog even spinnakeren
Op het tweede rak konden we de spinaker hijsen, maar we keken het nog even aan. We hebben immers vlagen van zes beaufort in de doeken. Maar een paar honderd meter voor de boei lopen we niet meer hard en besluit ik dat we de spinnaker moeten hijsen. Hoewel het niet helemaal vlekkeloos verloopt, was hier nog geen vuiltje aan de lucht. Op de downwind rakken zou het pas echt spannend worden.
Wilde stier
We halen de spi naar binnen en varen vanaf de 47 naar de D-boei. Dit rak is nog geen halve mijl lang en het lukt ons niet om de boot spinnakerklaar te hebben voor de bovenwindse boei. Hoewel er twijfel aan boord is of we de spi moeten hijsen vind ik dat we nog lang niet onze maximale snelheid lopen. Het log geeft 5 knopen aan, daar kan zeker nog een knoop bij. Dus hijsen we de spi. Het lichtweerzeil demonstreert en is bijna niet te temmen. Als een wilde stier trekt hij aan de mast. Tot overmaat van ramp hebben we ook een zandloper. We kunnen niets anders dan de spi weer binnenhalen. Bij het binnenhalen trekt onze voordekker de nieuwe snapshackle kapot. Ik hoor ze bij Kniest nog zeggen; ‘nee we hebben nog nooit klachten gehad over deze snapsluitingen’. Dit grapje heeft ons een aantal posities gekost. Maar we laten ons niet kennen.
Zandloper
We halen de spi binnen en ik doek deze benedendeks op. Daarna repareer ik direct de spischoot en pak onze reserve snapshackle. Met een paalsteekje aan de schoot en we’re good to go. Op het tweede downwindrak zijn we op tijd klaar voor de spi. Nu zal alles goed gaan. We checken alles twee keer, trekken het onderlijk goed uit elkaar zodat er geen zandloper kan ontstaan en hijsen snel de spi. Maar inmiddels is de wind toegenomen. We hebben vijf bft met uitschieters naar een kleine zeven in de rug. Als de spi eenmaal wind vangt laat ‘ie dat weten ook!
Geen controle
We varen pal voor de wind en we beginnen te rollen. Hier komt de theoretische kennis van pas, maar schiet de praktijk te kort. Omdat de boot zo hard rolt bestaat de kans op een Chinese gijp. Dat is het laatste wat ik wil. Ik roep dat we moeten oploeven. Hierdoor voorkomen we dat we blijven rollen (heen en weer slingeren). Echter ontstaat er een misverstand, Ben wil naar de boei sturen en ik wil de boot onder controle houden. Dit kan niet tegelijk, dus moeten we eerst een stuk van de boei afsturen om de boot te bedwingen. Als Ben de boot oploeft spuit Fram vooruit. Het log schiet omhoog en telt 7,4 knopen. Ik verbaas me dat het slechts 7,4 knopen is. Maar daar is niet veel tijd voor. De spi moet naar beneden zodat we weer naar de boei kunnen varen. Maar dan slaat het noodlot toe.
Laten gaan
Op onverklaarbare wijze is de loefschoot uit de boom gesprongen en vliegert de spinnaker voor ons uit. De spi trekt ons plat en ik zeg tegen Ben dat hij achter de spi aan moet varen. Dit is de enige manier om die 60m2 in de luwte van ons grootzeil te krijgen en ‘m naar binnen te halen. Maar het lukt niet. De wind is te hard en de spinnaker heeft het teveel naar zijn zin. Ik besluit de loefschoot te laten gaan en de spinnaker aan de lij schoot naar binnen te trekken.
Een leuk beeld (voor de tegenstanders)
Waarschijnlijk tot genoegen van onze tegenstanders zien ook wij hoe de spinnaker spastisch op 10 meter hoogte klappert. De 17 meter lange loefschoot klappert zo hard dat de reserve snapshackle openslaat en zichzelf bevrijdt van de ongecontroleerde bewegingen van de spi. De schoot valt met een sierlijke beweging in het Gooimeer. Het lijken wel slow motion beelden.
Het einde is nog niet in zicht
Intussen probeert Hennie de lijschoot naar binnen te halen, maar het lukt niet. Ik vier de val nog iets, maar de spi gaat alleen maar verder voor ons uit klapperen. Dan raakt hij het water en moeten we nog oppassen dat we er niet overheen varen. Ben reageert adequaat en stuurt de boot er langs. Het klapperen is verminderd, maar een nieuw probleem doet zich voor.
Een echt probleem
De spinnaker vult zich razend snel met zo’n 20.000 liter water en legt de boot stil. Hennie, veruit de sterkste man van de competitie in Naarden, geeft aan dat hij het niet meer houdt. Nu hebben we echt een probleem! Feike springt bij en ik trek het grootzeil aan, opdat deze minder wind vangt. Dan vier ik de spival helemaal. Er ontstaat wat verlichting en we krijgen de spinnaker eindelijk aan boord. We gooien ‘m in de kajuit en moeten nu kruisen om de benedenwindse boei nog te halen.
Finish
Inmiddels hebben we twee snapshackles verspilt, één spi schoot en één spinnaker. Geen slechte score in een hoe-sloop-ik-mijn-boot-race, maar we we zeilen in de WAC! Nu de spinnaker uitgeteld ligt na te hijgen op de kajuitvloer kunnen we de race verder uitvaren. De voordekker geeft aan dat hij geen levende fok uithouder wil zijn, dus neem ik de taak van hem over. We zeilen de wedstrijd goed uit en halen de finish op nog geen halve meter. Mede hierdoor zetten we nog een redelijk resultaat neer en houden we nog steeds twee schepen achter ons.
Een wijzend vingertje
Ik geef niet snel iemand de schuld van een fout aan boord. Vooral omdat die persoon daar niet mee geholpen is en hij het vaak zelf al weet. Maar dit keer kan ik er niet omheen. Er is een grote fout gemaakt. Een inschattingsfout. Het wijzende vingertje is aan mijzelf gericht. Ik ben verantwoordelijk. In mijn enthousiasme wilde ik de rompsnelheid halen. Ik dacht dat de crew er klaar voor was om met dit weer de spinnaker te hijsen. Ik wilde aanvallen omdat we achter lagen, maar werd verrast door de harde vlagen.
Het was een optelsom van inschattingsfouten met het gevolg dat we een potentiële top 3 plek hebben verspild. Want deze condities zijn optimaal voor Fram.
After sail
In de after sail bespreken we deze bizarre (wed)strijd. Ik geef toe dat ik het verkeerd heb ingeschat, dat ik dacht dat we het wel zouden rooien. Ik ben ervoor om de grenzen van de boot en crew op te zoeken, maar dat kost ook geld en posities. En dit keer hebben we de grens niet opgezocht, maar gepasseerd. Met hoge snelheid overschreden wij ons eigen kunnen. Jammer genoeg zijn er geen videobeelden van, maar het zag er ongeveer zo uit:
Tel er maar een dikke knoop bij op!
De volgende dag breng ik de spinaker weg naar de zeilmaker en ga ik voor het eerst dit jaar een weekendje toerzeilen met Violet. Als we zaterdag een stukje motoren valt me op dat de motor op volle kracht net iets meer dan vijf knopen loopt. En dat is te weinig. Ik check de GPS die 1,3 knoop meer aangeeft. Er gaat opeens een lampje branden. Ik heb mijn inschattingen in de laatste wedstrijd gebaseerd op een log dat niet gekalibreerd was. Ik dacht dat we niet de rompsnelheid haalden, maar we zaten daar wel degelijk tegenaan. Met een paar bliepjes stel ik het log bij. Ik kijk er nog eens naar en maak het rekensommetje; 7,4 knoop + 1,3, en bedenk dat we een nieuw snelheidsrecord hebben gevaren.
Crew: Feike, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 15-28 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 8e (van de 12)
maandag 8 augustus 2011
Een gastschipper aan de helmstok en een protest aan de broek
Eindelijk kwam een lang gekoesterde wens uit, namelijk een goede gastschipper bij weinig wind. Onlangs hadden we Sander als gastschipper met veel wind. Maar juist met weinig wind hebben we moeite om een goede prestatie neer te zetten. En hoewel de wind met gemiddeld 6 knopen uiteindelijk nog redelijk was, was het matig genoeg om mijn wens in vervulling te laten gaan.
Weinig wind is weinig winst
Sinds we meedoen aan de Woensdag Avondcompetitie van de R&ZV Naarden presteren we beroerd bij weinig wind. En met weinig wind bedoel ik 6 knopen of minder. Natuurlijk schuiven we graag de schuld af op de boot en de handicap, maar ergens knaagt een geweten dat mij influistert dat een goede schipper de boot wel vlot naar de finish kan varen. Dit was het moment om te zien of dat zo is.
De voorzitter zit achter
We hadden de eer om Wim Nierman, de voorzitter van onze vereniging, op onze boot te verwelkomen. Als je voorzitter bent van een zeilvereniging spreekt het voor zich dat je een zeilfanaat bent. En dat Wim een goede zeiler is, bewijst hij wekelijks als schipper van Team Windrose. Waarom zeilt hij niet op zijn eigen schip mee, hoor ik u vragen? Dat ligt eenvoudig. Wim heeft een prachtige Dehler 36 Judel & Vrolijk design die niet onder de Hollandse brug door kan. Hetgeen zijn clubliefde voor de vereniging alleen maar onderstreept. Want terwijl zijn eigen boot in Lelystad ligt, staat hij toch altijd klaar voor de vereniging, zo’n dikke 40 kilometer zuidelijker.
Start
Genoeg over Wim, tijd voor de wedstrijd. De start was netjes, hoewel onze gastschipper zich iets vergiste in de logheid van Fram. Onze boot accelereert niet makkelijk bij weinig wind. Anders gezegd, een zuchtje wind doet Fram niet zoveel. Eén of twee schepen zijn te vroeg gestart, maar dit wordt niet gezien door het startschip. We maken er geen punt van, hoewel na de wedstrijd zou blijken, dat we dit beter wel hadden kunnen doen.
Genua Genu-nee
Op het tweede rak ging direct de spi erop. Alles liep soepel. Een mooi moment was de loefactie onder spi met de Morning Cloud die ons langzaam inliep. Helaas kwam niet veel later op het kruisrak een oud pijnpunt aan het licht; de genua 1. Een prachtig doek dat nog geen twee seizoenen oud is, maar nooit goed getrimd kan worden. Simpelweg omdat de maten niet kloppen. En hoewel we ‘m al bij hebben laten snijden, bleek deze avond opnieuw dat we het achterlijk niet dicht kunnen trekken en niet zo scherp kunnen varen als de concurrentie. Maar noch de crew, noch onze stuurman liet zich uit het veld slaan. En het lukt ons om de Morning Cloud, de Seven en de Gibsy voor te blijven.
Het groene monster
Vlak voor de bovenwindse boei maakt Rene zich onsterfelijk (voor deze wedstrijd dan). Als een havik tuurt onze voordekker over het wateroppervlak, op zoek naar de grote spelbederver van het Gooimeer. Bij de bovenboei aankomende kijkt hij de vijand van de competitie recht in de ogen en waarschuwt hij ons voor wier. We tacken meteen en omzeilen het groene monster op enkele meters.
Voordek voor gevorderden
Op het spinakerrak naar de benedenwindse boei komt er een stukje hogere voordekkunsten; een gijp en direct daarna de spi naar beneden, boei ronden, oploeven en overstag. En natuurlijk willen we de spi zo lang mogelijk laten staan en de boom zo vroeg mogelijk weg hebben. Ik besluit Rene even te helpen op het voordek. Hij weet immers niet hoe hij moet gijpen met de spinaker. En de nieuwe spinakerkop maakt het er allemaal niet makkelijker op (wat een onding). Het verloopt vlekkeloos en we halen het maximale uit de spinaker, boot en crew.
Finish
We houden de Morning Cloud net niet achter ons. Gelukkig varen de Seven en de Gibsy ver in ons kielzog. Door een header vlak voor de finish moeten we nog een keer overstag. We finishen ruim voor de Seven en de Gibsy en sturen de boot naar de box. Wim kijkt alvast hoe de genua moet worden aangepast om ook hoog aan de wind te kunnen zeilen. Maar concludeert dat dit alleen is op te lossen met een bezoekje aan de zeilmaker.
Er wordt gepraat
En passant maakt hij nog een compliment. Hij vertelt dat hij ‘wel eens wat hoort’, maar ons helemaal niet gek vindt zeilen. Ik vind het leuk om te horen dat onze zeilkunsten worden onderstreept, maar jammer dat er toch wel eens wat ‘gepraat’ wordt. Wim beaamt dat onze boot een typische zwaar weer zeiler is. Bij weinig wind komt hij gewoon laat op gang. En als je grote genua dan ook niet optimaal werkt, is een wedstrijd gauw verloren.
After sail
De borrel na de wedstrijd is gezellig als vanouds. Ik verontschuldig me nog dat we geen champagne aan boord hebben, zoals Team Windrose, maar Wim wuift mijn excuses weg. Team Fram heeft zo zijn eigen tradities, herinnert hij mij. En dat is waar ook. ‘Hier Wim, een Schippersbitter! Proost!’
Protest
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag staan er meer mensen in de protestkamer dan bij de bar. Wanneer ik hoor dat Team Fram beticht wordt van het niet ronden van de laatste boei, stroop ik mijn mouwen vast op.
Gibsy vs Fram
Natuurlijk hebben wij die boei wel gerond! En ik ben benieuwd wie het lef heeft om ons, Team Fram - vijf volwassen mannen tussen de 85 en 115 kilo variërend van 1.86 tot een dikke twee meter – durft te beschuldigen van vals spelen. Het blijkt de Gibsy, onze oude zelfbenoemde aartsrivaal. We zien 'm vooral als 'rivaal' omdat wij een mooie tegenstander in de Gibsy zien. Want ook al wil ik Dick Koopmans niet beledigen door te zeggen dat de Gib’Sea op een Friendship lijkt, in onze Woensdagavond wedstrijdjes zijn we wel degelijk aan elkaar gewaagd.
Te vroeg gestart
Terug naar de protestkamer. In één zin had ik het bewijs geformuleerd dat wij wel degelijk de boei hebben gerond (‘vraag maar aan de Morning Cloud’) en met één wuivende beweging was het protest van tafel geveegd. Wat ik extra jammer vind is dat ik niet geprotesteerd heb tegen hun te vroege start. Het had hun een DSQ’uutje kunnen opleveren, maar zo zitten wij niet in elkaar. Om ze toch nog even op stang te jagen zeg ik in de overvolle protestkamer: ‘ik zal maar niks meer zeggen over jullie te vroege start’. Ze lachen verontschuldigend en verraden zichzelf als een van de heren zegt dat het slechts om luttele seconden ging.
Conclusie
De vijftiende wedstrijd was enerverend. Mijn wens van een goede schipper met weinig wind kwam uit, de verbeterpunten in de boot kwamen aan het licht en het protest van de Gibsy gaf een extra dimensie aan de avond. Maar begrijp me niet verkeerd, we kunnen nog steeds door een deur, of - om in zeiltermen te spreken - om één boei. Alleen zitten wij dan aan de binnenkant en moeten zij wel ruimte geven. Anders zien we elkaar gewoon weer in de protestkamer.
Crew: Wim, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 5e (van de 6)
Weinig wind is weinig winst
Sinds we meedoen aan de Woensdag Avondcompetitie van de R&ZV Naarden presteren we beroerd bij weinig wind. En met weinig wind bedoel ik 6 knopen of minder. Natuurlijk schuiven we graag de schuld af op de boot en de handicap, maar ergens knaagt een geweten dat mij influistert dat een goede schipper de boot wel vlot naar de finish kan varen. Dit was het moment om te zien of dat zo is.
De voorzitter zit achter
We hadden de eer om Wim Nierman, de voorzitter van onze vereniging, op onze boot te verwelkomen. Als je voorzitter bent van een zeilvereniging spreekt het voor zich dat je een zeilfanaat bent. En dat Wim een goede zeiler is, bewijst hij wekelijks als schipper van Team Windrose. Waarom zeilt hij niet op zijn eigen schip mee, hoor ik u vragen? Dat ligt eenvoudig. Wim heeft een prachtige Dehler 36 Judel & Vrolijk design die niet onder de Hollandse brug door kan. Hetgeen zijn clubliefde voor de vereniging alleen maar onderstreept. Want terwijl zijn eigen boot in Lelystad ligt, staat hij toch altijd klaar voor de vereniging, zo’n dikke 40 kilometer zuidelijker.
Start
Genoeg over Wim, tijd voor de wedstrijd. De start was netjes, hoewel onze gastschipper zich iets vergiste in de logheid van Fram. Onze boot accelereert niet makkelijk bij weinig wind. Anders gezegd, een zuchtje wind doet Fram niet zoveel. Eén of twee schepen zijn te vroeg gestart, maar dit wordt niet gezien door het startschip. We maken er geen punt van, hoewel na de wedstrijd zou blijken, dat we dit beter wel hadden kunnen doen.
Genua Genu-nee
Op het tweede rak ging direct de spi erop. Alles liep soepel. Een mooi moment was de loefactie onder spi met de Morning Cloud die ons langzaam inliep. Helaas kwam niet veel later op het kruisrak een oud pijnpunt aan het licht; de genua 1. Een prachtig doek dat nog geen twee seizoenen oud is, maar nooit goed getrimd kan worden. Simpelweg omdat de maten niet kloppen. En hoewel we ‘m al bij hebben laten snijden, bleek deze avond opnieuw dat we het achterlijk niet dicht kunnen trekken en niet zo scherp kunnen varen als de concurrentie. Maar noch de crew, noch onze stuurman liet zich uit het veld slaan. En het lukt ons om de Morning Cloud, de Seven en de Gibsy voor te blijven.
Het groene monster
Vlak voor de bovenwindse boei maakt Rene zich onsterfelijk (voor deze wedstrijd dan). Als een havik tuurt onze voordekker over het wateroppervlak, op zoek naar de grote spelbederver van het Gooimeer. Bij de bovenboei aankomende kijkt hij de vijand van de competitie recht in de ogen en waarschuwt hij ons voor wier. We tacken meteen en omzeilen het groene monster op enkele meters.
Voordek voor gevorderden
Op het spinakerrak naar de benedenwindse boei komt er een stukje hogere voordekkunsten; een gijp en direct daarna de spi naar beneden, boei ronden, oploeven en overstag. En natuurlijk willen we de spi zo lang mogelijk laten staan en de boom zo vroeg mogelijk weg hebben. Ik besluit Rene even te helpen op het voordek. Hij weet immers niet hoe hij moet gijpen met de spinaker. En de nieuwe spinakerkop maakt het er allemaal niet makkelijker op (wat een onding). Het verloopt vlekkeloos en we halen het maximale uit de spinaker, boot en crew.
Finish
We houden de Morning Cloud net niet achter ons. Gelukkig varen de Seven en de Gibsy ver in ons kielzog. Door een header vlak voor de finish moeten we nog een keer overstag. We finishen ruim voor de Seven en de Gibsy en sturen de boot naar de box. Wim kijkt alvast hoe de genua moet worden aangepast om ook hoog aan de wind te kunnen zeilen. Maar concludeert dat dit alleen is op te lossen met een bezoekje aan de zeilmaker.
Er wordt gepraat
En passant maakt hij nog een compliment. Hij vertelt dat hij ‘wel eens wat hoort’, maar ons helemaal niet gek vindt zeilen. Ik vind het leuk om te horen dat onze zeilkunsten worden onderstreept, maar jammer dat er toch wel eens wat ‘gepraat’ wordt. Wim beaamt dat onze boot een typische zwaar weer zeiler is. Bij weinig wind komt hij gewoon laat op gang. En als je grote genua dan ook niet optimaal werkt, is een wedstrijd gauw verloren.
After sail
De borrel na de wedstrijd is gezellig als vanouds. Ik verontschuldig me nog dat we geen champagne aan boord hebben, zoals Team Windrose, maar Wim wuift mijn excuses weg. Team Fram heeft zo zijn eigen tradities, herinnert hij mij. En dat is waar ook. ‘Hier Wim, een Schippersbitter! Proost!’
Protest
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag staan er meer mensen in de protestkamer dan bij de bar. Wanneer ik hoor dat Team Fram beticht wordt van het niet ronden van de laatste boei, stroop ik mijn mouwen vast op.
Gibsy vs Fram
Natuurlijk hebben wij die boei wel gerond! En ik ben benieuwd wie het lef heeft om ons, Team Fram - vijf volwassen mannen tussen de 85 en 115 kilo variërend van 1.86 tot een dikke twee meter – durft te beschuldigen van vals spelen. Het blijkt de Gibsy, onze oude zelfbenoemde aartsrivaal. We zien 'm vooral als 'rivaal' omdat wij een mooie tegenstander in de Gibsy zien. Want ook al wil ik Dick Koopmans niet beledigen door te zeggen dat de Gib’Sea op een Friendship lijkt, in onze Woensdagavond wedstrijdjes zijn we wel degelijk aan elkaar gewaagd.
Te vroeg gestart
Terug naar de protestkamer. In één zin had ik het bewijs geformuleerd dat wij wel degelijk de boei hebben gerond (‘vraag maar aan de Morning Cloud’) en met één wuivende beweging was het protest van tafel geveegd. Wat ik extra jammer vind is dat ik niet geprotesteerd heb tegen hun te vroege start. Het had hun een DSQ’uutje kunnen opleveren, maar zo zitten wij niet in elkaar. Om ze toch nog even op stang te jagen zeg ik in de overvolle protestkamer: ‘ik zal maar niks meer zeggen over jullie te vroege start’. Ze lachen verontschuldigend en verraden zichzelf als een van de heren zegt dat het slechts om luttele seconden ging.
Conclusie
De vijftiende wedstrijd was enerverend. Mijn wens van een goede schipper met weinig wind kwam uit, de verbeterpunten in de boot kwamen aan het licht en het protest van de Gibsy gaf een extra dimensie aan de avond. Maar begrijp me niet verkeerd, we kunnen nog steeds door een deur, of - om in zeiltermen te spreken - om één boei. Alleen zitten wij dan aan de binnenkant en moeten zij wel ruimte geven. Anders zien we elkaar gewoon weer in de protestkamer.
Crew: Wim, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 5e (van de 6)
maandag 1 augustus 2011
Niet willen missen
Woensdagochtend belt Ben mij om te vragen of we wel moeten gaan. Geen wind, wel regen is de voorspelling. Vrij kansloos. En met natte zeilen na zo’n wedstrijd komt het op Ben aan om dan ergens in de dagen erna deze droog te zeilen. Hoewel ik eigenlijk altijd wil gaan, besluit ik met Ben dat het beter is om een avondje over te slaan.
Stemmetje in mijn hoofd
Als de telefoonverbinding is verbroken, begint het; een knagend gevoel, onrust in mijn lijf gevolgd en ik ben acuut chagrijnig. Ik twijfel of dit wel de goede beslissing is. Vanuit mijn huis kijk ik op een van de uitlopers van het IJmeer en ik zie toch echt kleine golfjes op het water. Als ik Hennie’s Facebook lees, zie ik dat hij ergens anders probeert op te stappen. Gelijk heeft hij. Ik speel ook nog even met dezelfde gedachte, ‘maar dan kunnen we net zo goed wel gaan’, zegt een stemmetje in mijn hoofd.
Mooie zeildag
Als het einde van de middag nadert en de zon zich laat zien, rijd ik langs de zuidkant van het Markermeer. Ik zie hoe de vlaggen bij Blijburg enthousiast de wind verwelkomen terwijl witte zeilen zich aftekenen aan de horizon. Sta ik nu op het punt om een van de mooiste zeildagen aan mij voorbij te laten gaan?
Even de crew bellen
Natuurlijk kan ik dit niet over mijn zeilershart verkrijgen. Ik bel direct Hennie. Heb je al een andere boot gevonden? (…) Mooi! Wil en kun je vanavond nog zeilen? (…) Mooi! Nu zijn we al met z’n tweeën en kunnen we meedoen. Ik vermoed dat Ben sowieso mee kan. En vraag of hij er ook om half zeven kan zijn. Geen probleem. Paul is helaas ziek. Jammer, maar gelukkig hebben we nog Rene, onze eersterangs voordekker, hij kan en zet direct koers naar Naarden.
De aanval
Hoewel we de start goed proberen te timen, zijn we weer te laat. Door de te vroege start van de Gibsy en de Vega, en de harde aanvaring tussen Clara en Windrose pakken we wat plekken. Als de wind op het derde rak half inkomt, besluiten we de spi erop te gooien. We liggen achter en moeten aanvallen. Maar we krijgen ‘m niet snel genoeg onder controle en het rak is kort. Nu liggen we nog verder achter.
Gezwinde spoed
De rest van de wedstrijd verloopt redelijk maar het lukt ons niet meer om in te lopen. Het laatste rak naar de finish proberen we nog te reachen met de spi. Nu gaat alles mis. Doordat de tas aan de verkeerde kant staat, is er stress. We willen de spi zo snel mogelijk in de lucht hebben, maar gezwinde spoed is zelden goed. Ook deze keer.
Hefboomwerking
De tas zetten we snel aan lij, de boom zetten we uit, schoot erdoor en we hijsen al. Ik heb de schoothoek aan loef nog niet tot de boom doorgetrokken en de neerhouder is ook nog niet aangeslagen. ‘Nog niet hijsen’, wil ik zeggen, maar het is al te laat. De spi staat al en de boom kruipt omhoog. Tot overmaat van ramp zit er nu ook een zandloper in. We lopen te klooien en dan zegt onze spiboom dat ie het genoeg vindt zo. Er valt iets op het dek. Altijd onheilspellend. Het blijkt een deel van de kop van de spi boom. Terwijl de spinaker de boom omhoog trekt onstaat er een hefboomwerking op het beslag bij het boomoog. Het is over.
Samenvatting
Ondanks een matige race en wat schade hadden we ‘m niet willen missen. Vrijwel de hele race heeft de camera op de hekstoel meegekeken. Een kleine samenvatting zie je hier.
Crew: Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNO)
Baan: 1
Finish: 11e (van de 12)
Stemmetje in mijn hoofd
Als de telefoonverbinding is verbroken, begint het; een knagend gevoel, onrust in mijn lijf gevolgd en ik ben acuut chagrijnig. Ik twijfel of dit wel de goede beslissing is. Vanuit mijn huis kijk ik op een van de uitlopers van het IJmeer en ik zie toch echt kleine golfjes op het water. Als ik Hennie’s Facebook lees, zie ik dat hij ergens anders probeert op te stappen. Gelijk heeft hij. Ik speel ook nog even met dezelfde gedachte, ‘maar dan kunnen we net zo goed wel gaan’, zegt een stemmetje in mijn hoofd.
Mooie zeildag
Als het einde van de middag nadert en de zon zich laat zien, rijd ik langs de zuidkant van het Markermeer. Ik zie hoe de vlaggen bij Blijburg enthousiast de wind verwelkomen terwijl witte zeilen zich aftekenen aan de horizon. Sta ik nu op het punt om een van de mooiste zeildagen aan mij voorbij te laten gaan?
Even de crew bellen
Natuurlijk kan ik dit niet over mijn zeilershart verkrijgen. Ik bel direct Hennie. Heb je al een andere boot gevonden? (…) Mooi! Wil en kun je vanavond nog zeilen? (…) Mooi! Nu zijn we al met z’n tweeën en kunnen we meedoen. Ik vermoed dat Ben sowieso mee kan. En vraag of hij er ook om half zeven kan zijn. Geen probleem. Paul is helaas ziek. Jammer, maar gelukkig hebben we nog Rene, onze eersterangs voordekker, hij kan en zet direct koers naar Naarden.
De aanval
Hoewel we de start goed proberen te timen, zijn we weer te laat. Door de te vroege start van de Gibsy en de Vega, en de harde aanvaring tussen Clara en Windrose pakken we wat plekken. Als de wind op het derde rak half inkomt, besluiten we de spi erop te gooien. We liggen achter en moeten aanvallen. Maar we krijgen ‘m niet snel genoeg onder controle en het rak is kort. Nu liggen we nog verder achter.
Gezwinde spoed
De rest van de wedstrijd verloopt redelijk maar het lukt ons niet meer om in te lopen. Het laatste rak naar de finish proberen we nog te reachen met de spi. Nu gaat alles mis. Doordat de tas aan de verkeerde kant staat, is er stress. We willen de spi zo snel mogelijk in de lucht hebben, maar gezwinde spoed is zelden goed. Ook deze keer.
Hefboomwerking
De tas zetten we snel aan lij, de boom zetten we uit, schoot erdoor en we hijsen al. Ik heb de schoothoek aan loef nog niet tot de boom doorgetrokken en de neerhouder is ook nog niet aangeslagen. ‘Nog niet hijsen’, wil ik zeggen, maar het is al te laat. De spi staat al en de boom kruipt omhoog. Tot overmaat van ramp zit er nu ook een zandloper in. We lopen te klooien en dan zegt onze spiboom dat ie het genoeg vindt zo. Er valt iets op het dek. Altijd onheilspellend. Het blijkt een deel van de kop van de spi boom. Terwijl de spinaker de boom omhoog trekt onstaat er een hefboomwerking op het beslag bij het boomoog. Het is over.
Samenvatting
Ondanks een matige race en wat schade hadden we ‘m niet willen missen. Vrijwel de hele race heeft de camera op de hekstoel meegekeken. Een kleine samenvatting zie je hier.
Crew: Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNO)
Baan: 1
Finish: 11e (van de 12)
vrijdag 22 juli 2011
Niet teveel woorden aan vuil maken
De dertiende wedstrijd was een troosteloze wedstrijd. Dat kan ik vast verklappen. Om die reden wil ik het ook kort houden.
Hoewel de wind zich nog even bij het startschip meldde, was hij na de tweede boei spoorloos verdwenen.
Theoretische start
De start was briljant in theorie, maar iets minder briljant in de uitvoering. Wij lagen als een van de weinigen over stuur bij de hoge boei, terwijl iedereen over bak van de lijboei aan kwam, parallel aan de startlijn. Gevaarlijk, maar we zouden op tijd weg zijn voor het peloton voorrang op ons zou kunnen afdwingen. Niet dus. Jammer genoeg schatte wij de afstand tot de lijn verkeerd in, waardoor we net niet voor het aankomende veld weg waren.
‘Elk voordeel heb z’n nadeel’
Door de matige start lagen we al vrij snel achteraan. Maar niet voor lang. Na de eerste boeironding konden we de spi er opgooien. Doordat we achter lagen, hadden we nu vrij wind en liepen we weer ouderwets hard onder spi. Terwijl we de concurrentie links en rechts inhaalden, verzuimden we en passent de hoge kant en de vrije wind op te zoeken. En voor we het wisten lagen we in de luwte van de kopgroep te dobberen. Toen we ook nog vier boten ruimte bij de boei moesten geven, wisten we dat het een lange avond ging worden.
Waterskiën
Het was een prachtige avond op het Gooimeer, maar niet om te zeilen. Dit is het ultieme weer om even achter je speedboot te hangen met twee ski’s onder je voeten. Tenminste dat deden wij vroeger altijd. En dan te bedenken dat in het botenhuis van de jachthaven enkele Riva’s liggen vastgeketend. De enige speedboot die ik echt mooi vind. Zien die ooit het daglicht of zijn ze in beslag genomen door de fiscus?
Aquarel
Het enige waar we van kunnen genieten zijn de gesprekken en de prachtige avond. Het Gooimeer ligt er schilderachtig bij en lijkt wel een aquarel van zo’n Gooische huisvrouw die zo nodig ‘iets creatiefs’ moet doen in de menopauze. De spinakers hangen als treurwilgen aan het val en het log verandert slechts achter de komma. Ik had mijn Nikon moeten meenemen. Dan had ik nog iets te doen aan boord.
Uitzingen
We zingen de wedstrijd uit, maar niet van harte. We zijn niet goed in dit soort wedstrijden. Ondanks dat we ons best doen. We hebben zelfs voor dit soort wedstrijden een extra dunne spischoot aangeschaft ter vervanging van de lijschoot. Laag blijven, lage kant zitten, stilzitten, bolle zijlen, windzoeken, wierwacht – we blijven strijden tot de streep, maar het mag niet baten.
Finish
De Nessy bespaart ons de vernedering van een laatste plaats. Deze boot redt het niet om voor 22.00u te finishen. In de haven gaat het gesprek nog over de vorige wedstrijd maar niet over de dertiende wedstrijd. Nee, besluiten we, laten we het daar maar niet meer over hebben.
Crew: Rene, Paul, Hennie, Floris & Ben
Wind: 3-4 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 9e (van de 10)
Hoewel de wind zich nog even bij het startschip meldde, was hij na de tweede boei spoorloos verdwenen.
Theoretische start
De start was briljant in theorie, maar iets minder briljant in de uitvoering. Wij lagen als een van de weinigen over stuur bij de hoge boei, terwijl iedereen over bak van de lijboei aan kwam, parallel aan de startlijn. Gevaarlijk, maar we zouden op tijd weg zijn voor het peloton voorrang op ons zou kunnen afdwingen. Niet dus. Jammer genoeg schatte wij de afstand tot de lijn verkeerd in, waardoor we net niet voor het aankomende veld weg waren.
‘Elk voordeel heb z’n nadeel’
Door de matige start lagen we al vrij snel achteraan. Maar niet voor lang. Na de eerste boeironding konden we de spi er opgooien. Doordat we achter lagen, hadden we nu vrij wind en liepen we weer ouderwets hard onder spi. Terwijl we de concurrentie links en rechts inhaalden, verzuimden we en passent de hoge kant en de vrije wind op te zoeken. En voor we het wisten lagen we in de luwte van de kopgroep te dobberen. Toen we ook nog vier boten ruimte bij de boei moesten geven, wisten we dat het een lange avond ging worden.
Waterskiën
Het was een prachtige avond op het Gooimeer, maar niet om te zeilen. Dit is het ultieme weer om even achter je speedboot te hangen met twee ski’s onder je voeten. Tenminste dat deden wij vroeger altijd. En dan te bedenken dat in het botenhuis van de jachthaven enkele Riva’s liggen vastgeketend. De enige speedboot die ik echt mooi vind. Zien die ooit het daglicht of zijn ze in beslag genomen door de fiscus?
Aquarel
Het enige waar we van kunnen genieten zijn de gesprekken en de prachtige avond. Het Gooimeer ligt er schilderachtig bij en lijkt wel een aquarel van zo’n Gooische huisvrouw die zo nodig ‘iets creatiefs’ moet doen in de menopauze. De spinakers hangen als treurwilgen aan het val en het log verandert slechts achter de komma. Ik had mijn Nikon moeten meenemen. Dan had ik nog iets te doen aan boord.
Uitzingen
We zingen de wedstrijd uit, maar niet van harte. We zijn niet goed in dit soort wedstrijden. Ondanks dat we ons best doen. We hebben zelfs voor dit soort wedstrijden een extra dunne spischoot aangeschaft ter vervanging van de lijschoot. Laag blijven, lage kant zitten, stilzitten, bolle zijlen, windzoeken, wierwacht – we blijven strijden tot de streep, maar het mag niet baten.
Finish
De Nessy bespaart ons de vernedering van een laatste plaats. Deze boot redt het niet om voor 22.00u te finishen. In de haven gaat het gesprek nog over de vorige wedstrijd maar niet over de dertiende wedstrijd. Nee, besluiten we, laten we het daar maar niet meer over hebben.
Crew: Rene, Paul, Hennie, Floris & Ben
Wind: 3-4 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 9e (van de 10)
maandag 18 juli 2011
‘Dit kon wel eens een legendarische wedstrijd worden’
De voorspellingen waren onstuimig. Nee, dat zeg ik verkeerd, de voorspellingen waren redelijk duidelijk, maar voorspellen onstuimig weer. Een dikke vier beaufort met uitschieters naar zes. Dat wordt in de zeereling hangen, misschien een rif en het is nog maar de vraag of we kunnen spinakeren. De crew heb ik al snel compleet, sterker nog voor het eerst dit seizoen moesten we mensen teleurstellen. Rene werd afgebeld en mocht een avondje ‘Help mijn man is klusser’ kijken. Maar toen Hennie afbelde werd het voor Suzanne, de vrouw van Rene, een avondje ‘Help mijn man is voordekker’.
Even voorstellen
Hennie zal ervan gebaald hebben want niet alleen het weer was interessant, de ingevlogen schipper was minstens zo interessant. De heer Kreukniet zou deze wedstrijd het roer overnemen van Ben. Sander, zoals velen hem noemen, behoeft voor de verenigingsleden geen introductie. Deze man, beter bekend als de nestor van de vereniging (ondanks dat hij inmiddels het voorzitterschap heeft overgedragen aan de heer Nierman) zeilt al jaren met zijn Elan mee in de clubwedstrijden. En niet onverdienstelijk. Met meerdere podiumplaatsen op zijn naam en een verleden als Admirals Cupper verwelkomen we hem natuurlijk graag aan boord van Team Fram. Wat het nog interessanter maakte is dat Sander in het verleden ook een Friendship 28 heeft gevaren. Hij is dus bekend met ons schip. Goed, genoeg introductie.
Voorbereiding
De voorbereiding loopt rommelig. Ik loop de verstaging na en span het voor en achterstag. We slaan de spischoten aan, maken de boom gereed en hijsen de genua 2. Ik wil zo snel mogelijk naar buiten om het weer te zien. Als Sander aan boord stapt, gaan we weg. Rene spreekt zijn vermoeden uit en zegt dat het wel eens een legendarische wedstrijd zou kunnen worden. Zijn woorden klinken nog na als er een krakend geluid klinkt aan stuurboord. De spinakerschoot was aangeslagen en bij het uitvaren is de landvast (die aan de paal blijft) om de schoot heen geslagen. De landvast trekt aan de schoot terwijl onze dikke vaanstandschroef aan de andere kant trekt. Ik zie het en wil in actie komen, maar het is al te laat. De snapsluiting begeeft het en met een knal schiet de schoot in het water. ‘Motor in vrij’ roep ik direct. Een spischoot in je schroef is het laatste dat je wilt.
Chaos
De snapsluiting is verbogen en afgeschreven. Ik heb geen reserve aan boord dus kunnen we niet spinakeren. Maar dan blijkt de spival ook een snapsluiting te hebben. We zetten ‘m over en doen daar een andere haak aan. Dit kleine akkefietje doorbreekt de routine en de voorbereiding wordt chaotisch.
Rammelende pannen
Eenmaal buiten zien we hoe de wind onze concurrenten plat drukt. Als de vijf beaufort onze zeilen pakt hoor ik de pannen gezamenlijk heil zoeken aan de lijkant van de kombuis. Ik twijfel en overweeg een rif te zetten, maar Sander is dit keer schipper en dus laat ik de keuze aan hem over. Het wordt geen rif. Ik ben benieuwd.
Tas overboord
Met Sander aan het roer en Ben en Paul aan de lieren zijn Rene en ik verantwoordelijk voor het voordek. Maar al snel blijkt dat het te hard waait voor de spi en onze taak in het water valt. Overigens lag niet veel later de spitas in het water. Bungelend aan de zeereling verliezen we bijna onze mooie Blue Performance spinnakertas met inhoud. Terwijl Sander de boot strak aan de wind stuurt, probeert Rene de tas binnen te halen aan de lijzijde die bijna onderwater staat. Het levert een spectaculair beeld op dat onlosmakelijk is verbonden met de actieve taak van onze voordekker.
De start
De start is bij ons altijd een uitdaging. We worden er beter in, maar zijn nog niet goed. Ik houd onze gastschipper nauwlettend in de gaten als hij achter het startschip vaart en weer oploeft voor de startlijn. Hij doet dit twee keer en bij de tweede keer klinkt ook het startsein. We zijn als eerste over de streep en varen hoog naar de eerste boei. De start vond ik redelijk briljant. Maar ook irritant, want Sander vaart ‘m gewoon op gevoel en inschattingsvermogen. Vooral dat inschattingsvermogen heeft bij ons nog niet de volle wasdom bereikt.
Op naar de kop
De wedstrijd is meteen een race. Wij liggen voor en moeten onze koppositie verdedigen maar al snel haalt de Noorse Folksboot ons in. Dat rare schip zeilt onder alle omstandigheden goed en heeft toch een handicap van 106? Gelukkig halen we ‘m op het tweede, ruimwindse rak in. Zonder spi, dat wel, we nemen geen risico.
Noodlot
De benedenwindse boei ronden we als eerste en we zetten direct koers naar de A-boei. Als we net lekker op één oor liggen slaat het noodlot toe. Met een klap komt het hele grootzeil naar beneden. De val is oud en het verbaast me eigenlijk niets dat deze gebroken is. Maar als ik naar de valhoek kijk, zie ik tot mijn grote verbazing dat de kunststof plaat die ter versteviging aan beide kanten van de top van het zeil is gepopnageld, kapot is getrokken en de val hoog boven in de mast zit. Dit moet niet kunnen, òf je val knapt òf je sluiting breekt òf je zeil scheurt, maar deze plaat blijft altijd heel! Niet dus. Gelukkig is een deel van de plaat nog intact met daarin een tweede (reserve) oog. En gelukkig heb ik ooit eens geluisterd naar mijn vader en een goede kraanlijn aangeschaft die, zo zei hij, in geval van nood ook als grootzeilval kan dienen. Dit was een geval van nood. We lagen vooraan en waren bezig met een legendarische wedstrijd. Terwijl we op de genua doorvaren hebben we binnen anderhalve minuut het grootzeil weer omhoog en zitten we weer volop in de race.
Niet achterlijker dan dwars
Opvallend op de kruisrakken is dat Sander de boeien niet of nauwelijks overzeild. Een kleine kanttekening daarbij is dat Fram sowieso iets hoger loopt nu de verstaging is aangedraaid. Maar desaltniettemin verbaasden het ons allen hoe Sander met de boei op 9 uur door de wind draaide. Hier pakten we tientallen meters op de rest, die een stuk verder doorvoer.
Team Gifbeker
Op het downwindrak zette we weer de fok te loevert en liepen we nog aardig hard. De Noorse Folksboot en het Waarschip ¼ tonner bleven op gepaste afstand. Uiteindelijk passeerden we de achterligger van onze klasse. Het zou niet de laatste boot zijn die we een hele ronde inhaalden. Sander die - mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen - een haat-liefdeverhouding heeft met Bert, zette alles op alles om ook de Windrose een ronde te dubbelen. Het lukte ons bijna, maar uiteindelijk was de baan net een rondje te kort om ze echt voorbij te varen. Terwijl we met een straatlengte voorsprong op de rest van het veld over de finishlijn stuiven zie ik hoe de Windrose met een gescheurd fok de bovenwindseboei rond en nog een hele ronde moet varen voordat ze mogen finishen. Die gifbeker van vorige week was duidelijk nog niet leeg.
Finish
Ik noteer onze finishtijd en time de finishtijden van de nummer twee en drie. Na drieënhalve minuut komt de nummer twee pas over de finish. We zetten koers naar de haven. Bij het aftuigen moeten we het grootzeil eraf halen, deze moet terug naar de zeilmaker. We duimen dat hij voor de wedstrijd van volgende week klaar is.
After Sail
Intussen is het nog steeds hondenweer. Voor het eerst dit seizoen wordt de after sail in de kajuit gehouden. Gezellig. Knus ja, dat is het. We drinken onze Schippersbitter en evalueren de wedstrijd. Maar al snel komen de betere anekdotes en zeemansverhalen ter tafel. Het is gezellig, de ramen zijn beslagen en de regen tikt onophoudelijk op het kajuitdak. We nemen nog een Schipperbitter en vergeten bijna naar de uitslag te gaan.
Uitslag
Bij binnenkomst horen we nog net hoe we zijn geëindigd. Helaas deden er maar weinig schepen mee (acht), maar dat maakt voor de punten niet uit. We eindigen als derde en het Waarschip en de Folksboot eindigen met gecorrigeerde tijd voor ons. Dit is het beste resultaat dat we ooit hebben behaald, waarvoor alle lof aan het adres van de heer Kreukniet. Het teamshirt kon met trots worden gedragen.
Evaluatie
Sander heeft laten zien dat Fram snel is. Het was leerzaam en de schriftelijke evaluatie, die natuurlijk uitsluitend vertrouwelijke informatie over de boot en crew bevat, is helder. Graag verwelkomen we Sander nog eens als stuurman bij een licht weertje, want hoewel we onder die omstandigheden al eens een legendarische wedstrijd gevaren hebben, kan het altijd nóg legendarischer!
Crew: Rene, Paul, Floris, Ben & Sander
Wind: 12-22 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 3e (van de 8)
Even voorstellen
Hennie zal ervan gebaald hebben want niet alleen het weer was interessant, de ingevlogen schipper was minstens zo interessant. De heer Kreukniet zou deze wedstrijd het roer overnemen van Ben. Sander, zoals velen hem noemen, behoeft voor de verenigingsleden geen introductie. Deze man, beter bekend als de nestor van de vereniging (ondanks dat hij inmiddels het voorzitterschap heeft overgedragen aan de heer Nierman) zeilt al jaren met zijn Elan mee in de clubwedstrijden. En niet onverdienstelijk. Met meerdere podiumplaatsen op zijn naam en een verleden als Admirals Cupper verwelkomen we hem natuurlijk graag aan boord van Team Fram. Wat het nog interessanter maakte is dat Sander in het verleden ook een Friendship 28 heeft gevaren. Hij is dus bekend met ons schip. Goed, genoeg introductie.
Voorbereiding
De voorbereiding loopt rommelig. Ik loop de verstaging na en span het voor en achterstag. We slaan de spischoten aan, maken de boom gereed en hijsen de genua 2. Ik wil zo snel mogelijk naar buiten om het weer te zien. Als Sander aan boord stapt, gaan we weg. Rene spreekt zijn vermoeden uit en zegt dat het wel eens een legendarische wedstrijd zou kunnen worden. Zijn woorden klinken nog na als er een krakend geluid klinkt aan stuurboord. De spinakerschoot was aangeslagen en bij het uitvaren is de landvast (die aan de paal blijft) om de schoot heen geslagen. De landvast trekt aan de schoot terwijl onze dikke vaanstandschroef aan de andere kant trekt. Ik zie het en wil in actie komen, maar het is al te laat. De snapsluiting begeeft het en met een knal schiet de schoot in het water. ‘Motor in vrij’ roep ik direct. Een spischoot in je schroef is het laatste dat je wilt.
Chaos
De snapsluiting is verbogen en afgeschreven. Ik heb geen reserve aan boord dus kunnen we niet spinakeren. Maar dan blijkt de spival ook een snapsluiting te hebben. We zetten ‘m over en doen daar een andere haak aan. Dit kleine akkefietje doorbreekt de routine en de voorbereiding wordt chaotisch.
Rammelende pannen
Eenmaal buiten zien we hoe de wind onze concurrenten plat drukt. Als de vijf beaufort onze zeilen pakt hoor ik de pannen gezamenlijk heil zoeken aan de lijkant van de kombuis. Ik twijfel en overweeg een rif te zetten, maar Sander is dit keer schipper en dus laat ik de keuze aan hem over. Het wordt geen rif. Ik ben benieuwd.
Tas overboord
Met Sander aan het roer en Ben en Paul aan de lieren zijn Rene en ik verantwoordelijk voor het voordek. Maar al snel blijkt dat het te hard waait voor de spi en onze taak in het water valt. Overigens lag niet veel later de spitas in het water. Bungelend aan de zeereling verliezen we bijna onze mooie Blue Performance spinnakertas met inhoud. Terwijl Sander de boot strak aan de wind stuurt, probeert Rene de tas binnen te halen aan de lijzijde die bijna onderwater staat. Het levert een spectaculair beeld op dat onlosmakelijk is verbonden met de actieve taak van onze voordekker.
De start
De start is bij ons altijd een uitdaging. We worden er beter in, maar zijn nog niet goed. Ik houd onze gastschipper nauwlettend in de gaten als hij achter het startschip vaart en weer oploeft voor de startlijn. Hij doet dit twee keer en bij de tweede keer klinkt ook het startsein. We zijn als eerste over de streep en varen hoog naar de eerste boei. De start vond ik redelijk briljant. Maar ook irritant, want Sander vaart ‘m gewoon op gevoel en inschattingsvermogen. Vooral dat inschattingsvermogen heeft bij ons nog niet de volle wasdom bereikt.
Op naar de kop
De wedstrijd is meteen een race. Wij liggen voor en moeten onze koppositie verdedigen maar al snel haalt de Noorse Folksboot ons in. Dat rare schip zeilt onder alle omstandigheden goed en heeft toch een handicap van 106? Gelukkig halen we ‘m op het tweede, ruimwindse rak in. Zonder spi, dat wel, we nemen geen risico.
Noodlot
De benedenwindse boei ronden we als eerste en we zetten direct koers naar de A-boei. Als we net lekker op één oor liggen slaat het noodlot toe. Met een klap komt het hele grootzeil naar beneden. De val is oud en het verbaast me eigenlijk niets dat deze gebroken is. Maar als ik naar de valhoek kijk, zie ik tot mijn grote verbazing dat de kunststof plaat die ter versteviging aan beide kanten van de top van het zeil is gepopnageld, kapot is getrokken en de val hoog boven in de mast zit. Dit moet niet kunnen, òf je val knapt òf je sluiting breekt òf je zeil scheurt, maar deze plaat blijft altijd heel! Niet dus. Gelukkig is een deel van de plaat nog intact met daarin een tweede (reserve) oog. En gelukkig heb ik ooit eens geluisterd naar mijn vader en een goede kraanlijn aangeschaft die, zo zei hij, in geval van nood ook als grootzeilval kan dienen. Dit was een geval van nood. We lagen vooraan en waren bezig met een legendarische wedstrijd. Terwijl we op de genua doorvaren hebben we binnen anderhalve minuut het grootzeil weer omhoog en zitten we weer volop in de race.
Niet achterlijker dan dwars
Opvallend op de kruisrakken is dat Sander de boeien niet of nauwelijks overzeild. Een kleine kanttekening daarbij is dat Fram sowieso iets hoger loopt nu de verstaging is aangedraaid. Maar desaltniettemin verbaasden het ons allen hoe Sander met de boei op 9 uur door de wind draaide. Hier pakten we tientallen meters op de rest, die een stuk verder doorvoer.
Team Gifbeker
Op het downwindrak zette we weer de fok te loevert en liepen we nog aardig hard. De Noorse Folksboot en het Waarschip ¼ tonner bleven op gepaste afstand. Uiteindelijk passeerden we de achterligger van onze klasse. Het zou niet de laatste boot zijn die we een hele ronde inhaalden. Sander die - mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen - een haat-liefdeverhouding heeft met Bert, zette alles op alles om ook de Windrose een ronde te dubbelen. Het lukte ons bijna, maar uiteindelijk was de baan net een rondje te kort om ze echt voorbij te varen. Terwijl we met een straatlengte voorsprong op de rest van het veld over de finishlijn stuiven zie ik hoe de Windrose met een gescheurd fok de bovenwindseboei rond en nog een hele ronde moet varen voordat ze mogen finishen. Die gifbeker van vorige week was duidelijk nog niet leeg.
Finish
Ik noteer onze finishtijd en time de finishtijden van de nummer twee en drie. Na drieënhalve minuut komt de nummer twee pas over de finish. We zetten koers naar de haven. Bij het aftuigen moeten we het grootzeil eraf halen, deze moet terug naar de zeilmaker. We duimen dat hij voor de wedstrijd van volgende week klaar is.
After Sail
Intussen is het nog steeds hondenweer. Voor het eerst dit seizoen wordt de after sail in de kajuit gehouden. Gezellig. Knus ja, dat is het. We drinken onze Schippersbitter en evalueren de wedstrijd. Maar al snel komen de betere anekdotes en zeemansverhalen ter tafel. Het is gezellig, de ramen zijn beslagen en de regen tikt onophoudelijk op het kajuitdak. We nemen nog een Schipperbitter en vergeten bijna naar de uitslag te gaan.
Uitslag
Bij binnenkomst horen we nog net hoe we zijn geëindigd. Helaas deden er maar weinig schepen mee (acht), maar dat maakt voor de punten niet uit. We eindigen als derde en het Waarschip en de Folksboot eindigen met gecorrigeerde tijd voor ons. Dit is het beste resultaat dat we ooit hebben behaald, waarvoor alle lof aan het adres van de heer Kreukniet. Het teamshirt kon met trots worden gedragen.
Evaluatie
Sander heeft laten zien dat Fram snel is. Het was leerzaam en de schriftelijke evaluatie, die natuurlijk uitsluitend vertrouwelijke informatie over de boot en crew bevat, is helder. Graag verwelkomen we Sander nog eens als stuurman bij een licht weertje, want hoewel we onder die omstandigheden al eens een legendarische wedstrijd gevaren hebben, kan het altijd nóg legendarischer!
Crew: Rene, Paul, Floris, Ben & Sander
Wind: 12-22 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 3e (van de 8)
donderdag 7 juli 2011
De drie musketiers
De wedstrijd van 6 juni beloofde in alle opzichten een leuke race te worden. De harde kern was weer compleet. Want zowel Ben als Hennie waren de laatste drie wedstrijden afwezig. Hennie heeft wel nog even stage gelopen bij Team Windrose en, als het goed is, na afloop de fokkezak volgepist, zoals een oud-zeeverkenner betaamt. Geintje Bert! Ben was naar Engeland, mee op de Roxane en heeft geleerd dat je prima kunt spinakeren in smalle en bochtige Engelse vaargeulen.
Favoriete wind
De wind was ook zoals we ‘m graag zien een kleine vier afnemend naar een kleine twee uit onze favoriete richting: Zuid-West. In mijn analyse van de baan zag ik dat we meteen het tweede rak de spinaker op zouden kunnen gooien en dan afstand zouden kunnen nemen van de rest. Daarna een stuk of vijf up- en downwind rakken en hup aan het bier.
Taken
De taakverdeling was al gegeven en Ben en Hennie hadden extra vroeg in de haven afgesproken. Ja vergis u niet beste lezer, dit seizoen is er een hecht team ontstaan. Later zou zelfs blijken dat Team Fram louter bestaat uit heldhaftige strijders.
Voorbereiding
Terug naar de voorbereiding. Overdag zat ik tot over mijn oren in het werk, maar het vooruitzicht van ‘even uitwaaien op het Gooimeer’ was een grote wortel die me rechtstreeks naar het einde van de dag leidde. Totdat om 17.00 bleek dat de werkdag – gratis en voor niets - verlengd zou worden met vijf hele uren. Even Naarden bellen.
Slechtnieuwsgesprek
‘Ik heb slecht nieuws… Nee, ik moet overwerken… nee ik ben bang van niet… ja ik weet het… kort van te voren… nee, geen spinaker vanavond… nou succes dan maar… dankje.
Werk
De wedstrijd waar ik elke week weer naartoe leef kon helaas niet een avondje opgeschoven worden. Vette pech. Vier keer vloeken en mijn marker demonstratief in de vensterbank gooien hielp niet. Pas toen het half acht was en ik wist dat het godsonmogelijk was om nog mee te varen, werd het rustig in mijn hoofd. Jammer genoeg kon Paul (ook harde kern) er deze week niet bij zijn. Dus moesten de jongens het met zijn drieën zien te rooien. Spinakeren wordt dan onmogelijk en met alleen je genua ben je kansloos.
3FM
Over de wedstrijd kan ik niet zoveel vertellen, ik was druk bezig met de nieuwe campagne voor 3FM. Ook leuk, maar liever niet op woensdagavond. Toen ik na afloop belde hoe het was gegaan kreeg ik zo’n inleiding die de weg plaveit voor teleurstellende berichten: “we hebben goed nieuws en slechts nieuws”. Doorgaans overheerst dan het slechte nieuws, maar tussen de regels door hoorde ik een ander bericht. Iets dat mij veel vrolijker maakte dan het ‘goede nieuws’.
Voor en na Windrose
Voor de volledigheid van het verhaal eerst maar even het goede nieuws: Team Fram was voor Team Windrose geëindigd. Aan de baldadige lach van Hennie kon ik het slechte nieuws wel raden: de Windrose ging als laatste over de streep. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat Fram na handicap niet een-na-laatste, maar laatste zou worden. Maar nu het echte goede nieuws!
Even terug in de tijd
Dit jaar gebruiken voor het eerst de spinaker. Aan het begin van het seizoen was ik zo’n beetje de enige aan boord die een beetje wist hoe je met zo’n ding moet omgaan, met dank aan Bert Piels. Maar ook ik wist eigenlijk van geen wanten. Ach, in het land der blinden is eenoog koning. Nu, 12 wedstrijden later en zo’n 60 spinakerhoists verder, weten we meer. Maar nog steeds hebben we vier man nodig. En nog steeds is mijn rol binnen het spinakeren onmisbaar… dacht ik.
Helden
Want op het tweede rak hijsen de jongens (met z’n drieën!) heldhaftig de spinaker en zetten zij koers naar de eindoverwinning. Langzaam liepen ze in op de koploper. Terwijl Hennie aan de telefoon doorbromt, start een heroïsche film in mijn hoofd. Ik zie hoe Rene zich als een Ninja katachtig op het voordek beweegt en in één soepele beweging de boom aan de mast haakt en door de schoot steekt. Ik zie Hennie die met zijn brute kracht tientallen Newtons op de lieren loslaat. En Ben die geconcentreerd tuurt naar de boei, terwijl hij de concurrentie en de wind niet uit het oog verliest. Het is stil, iedereen weet wat ie moet doen. De spinaker schiet de lucht in, klappert en zegt nog even dat de loefschoot iets aan kan. Dan vult ‘ie zich met wind en spuit Fram vooruit: de drie musketiers in volle vaart.
Handen tekort
Hoewel het waarschijnlijk ongeveer zo ging, kwam er aan dit epos een abrupt einde bij het kruisrak. Pijnlijk werd duidelijk, dat vier man crew op deze korte rakken een vereiste is. Er was stomweg niet genoeg tijd om het voordek te ruimen, de boot aan de wind te trimmen en dan ook nog onderdeks de spinaker op te doeken. En als dan een boot uit de eerste klas (ik noem geen namen, laten we ‘m X noemen) je geen voorrang verleent, moet je concluderen dat dit ‘m niet gaat worden.
Finish
Het lukte Fram om voor de Windrose te finishen. Helaas was dat niet echt een prestatie van formaat, daar Team Windrose een allesbehalve perfecte wedstrijd zeilde. We willen per slot van rekening alleen van hen winnen als ze ook een beetje hun best doen ;-).
Garantie
Ondanks dat ik nog steeds baal dat ik er niet bij kon zijn en ik zeker weet dat er met vier man een goed resultaat was behaald, ben ik erg blij dat de crew het punt heeft bereikt waarop ik niet meer onmisbaar ben. Hoewel… De statistieken laten een ander beeld zien. Hieruit valt namelijk op te maken dat we gegarandeerd geen laatste worden als ik aan boord stap. Kunnen we daar uit concluderen dat de beste stuurlui aan wal staan?*
Crew: Rene, Hennie & Ben
Wind: 12-8 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 11)
*Kudos voor Robbert
Favoriete wind
De wind was ook zoals we ‘m graag zien een kleine vier afnemend naar een kleine twee uit onze favoriete richting: Zuid-West. In mijn analyse van de baan zag ik dat we meteen het tweede rak de spinaker op zouden kunnen gooien en dan afstand zouden kunnen nemen van de rest. Daarna een stuk of vijf up- en downwind rakken en hup aan het bier.
Taken
De taakverdeling was al gegeven en Ben en Hennie hadden extra vroeg in de haven afgesproken. Ja vergis u niet beste lezer, dit seizoen is er een hecht team ontstaan. Later zou zelfs blijken dat Team Fram louter bestaat uit heldhaftige strijders.
Voorbereiding
Terug naar de voorbereiding. Overdag zat ik tot over mijn oren in het werk, maar het vooruitzicht van ‘even uitwaaien op het Gooimeer’ was een grote wortel die me rechtstreeks naar het einde van de dag leidde. Totdat om 17.00 bleek dat de werkdag – gratis en voor niets - verlengd zou worden met vijf hele uren. Even Naarden bellen.
Slechtnieuwsgesprek
‘Ik heb slecht nieuws… Nee, ik moet overwerken… nee ik ben bang van niet… ja ik weet het… kort van te voren… nee, geen spinaker vanavond… nou succes dan maar… dankje.
Werk
De wedstrijd waar ik elke week weer naartoe leef kon helaas niet een avondje opgeschoven worden. Vette pech. Vier keer vloeken en mijn marker demonstratief in de vensterbank gooien hielp niet. Pas toen het half acht was en ik wist dat het godsonmogelijk was om nog mee te varen, werd het rustig in mijn hoofd. Jammer genoeg kon Paul (ook harde kern) er deze week niet bij zijn. Dus moesten de jongens het met zijn drieën zien te rooien. Spinakeren wordt dan onmogelijk en met alleen je genua ben je kansloos.
3FM
Over de wedstrijd kan ik niet zoveel vertellen, ik was druk bezig met de nieuwe campagne voor 3FM. Ook leuk, maar liever niet op woensdagavond. Toen ik na afloop belde hoe het was gegaan kreeg ik zo’n inleiding die de weg plaveit voor teleurstellende berichten: “we hebben goed nieuws en slechts nieuws”. Doorgaans overheerst dan het slechte nieuws, maar tussen de regels door hoorde ik een ander bericht. Iets dat mij veel vrolijker maakte dan het ‘goede nieuws’.
Voor en na Windrose
Voor de volledigheid van het verhaal eerst maar even het goede nieuws: Team Fram was voor Team Windrose geëindigd. Aan de baldadige lach van Hennie kon ik het slechte nieuws wel raden: de Windrose ging als laatste over de streep. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat Fram na handicap niet een-na-laatste, maar laatste zou worden. Maar nu het echte goede nieuws!
Even terug in de tijd
Dit jaar gebruiken voor het eerst de spinaker. Aan het begin van het seizoen was ik zo’n beetje de enige aan boord die een beetje wist hoe je met zo’n ding moet omgaan, met dank aan Bert Piels. Maar ook ik wist eigenlijk van geen wanten. Ach, in het land der blinden is eenoog koning. Nu, 12 wedstrijden later en zo’n 60 spinakerhoists verder, weten we meer. Maar nog steeds hebben we vier man nodig. En nog steeds is mijn rol binnen het spinakeren onmisbaar… dacht ik.
Helden
Want op het tweede rak hijsen de jongens (met z’n drieën!) heldhaftig de spinaker en zetten zij koers naar de eindoverwinning. Langzaam liepen ze in op de koploper. Terwijl Hennie aan de telefoon doorbromt, start een heroïsche film in mijn hoofd. Ik zie hoe Rene zich als een Ninja katachtig op het voordek beweegt en in één soepele beweging de boom aan de mast haakt en door de schoot steekt. Ik zie Hennie die met zijn brute kracht tientallen Newtons op de lieren loslaat. En Ben die geconcentreerd tuurt naar de boei, terwijl hij de concurrentie en de wind niet uit het oog verliest. Het is stil, iedereen weet wat ie moet doen. De spinaker schiet de lucht in, klappert en zegt nog even dat de loefschoot iets aan kan. Dan vult ‘ie zich met wind en spuit Fram vooruit: de drie musketiers in volle vaart.
Handen tekort
Hoewel het waarschijnlijk ongeveer zo ging, kwam er aan dit epos een abrupt einde bij het kruisrak. Pijnlijk werd duidelijk, dat vier man crew op deze korte rakken een vereiste is. Er was stomweg niet genoeg tijd om het voordek te ruimen, de boot aan de wind te trimmen en dan ook nog onderdeks de spinaker op te doeken. En als dan een boot uit de eerste klas (ik noem geen namen, laten we ‘m X noemen) je geen voorrang verleent, moet je concluderen dat dit ‘m niet gaat worden.
Finish
Het lukte Fram om voor de Windrose te finishen. Helaas was dat niet echt een prestatie van formaat, daar Team Windrose een allesbehalve perfecte wedstrijd zeilde. We willen per slot van rekening alleen van hen winnen als ze ook een beetje hun best doen ;-).
Garantie
Ondanks dat ik nog steeds baal dat ik er niet bij kon zijn en ik zeker weet dat er met vier man een goed resultaat was behaald, ben ik erg blij dat de crew het punt heeft bereikt waarop ik niet meer onmisbaar ben. Hoewel… De statistieken laten een ander beeld zien. Hieruit valt namelijk op te maken dat we gegarandeerd geen laatste worden als ik aan boord stap. Kunnen we daar uit concluderen dat de beste stuurlui aan wal staan?*
Crew: Rene, Hennie & Ben
Wind: 12-8 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 11)
*Kudos voor Robbert
donderdag 30 juni 2011
Nieuwe banen
Na een afwezigheid van twee weken stond Team Fram weer te popelen om een wedstrijdje te zeilen. Terwijl schipper Ben samen met Sander de Roxane op Engeland afstuurde, ronselde ik een goede crew samen vanuit het zonovergoten Frankrijk. En dat lukte! Lodewijk, voor sommigen beter bekend als de zeilende sensei, stapte op en mocht sturen. Verder waren het bekende gezichten uit onze harde kern; Rene op het voordek, Paul grootzeil en ik genua en piano.
Windsites
In de aanloop naar de volgende wedstrijd kijk ik gemiddeld zo’n 30 keer op de verschillende windsites. Dat lijkt veel en dat is het ook. Het is een soort verslaving. De eerste keer, een kleine week van te voren, check ik de voorspelling. Ik doe vrijwel niets met de informatie, want de kans is zeer groot dat deze nog wijzigt, maar het stilt even mijn nieuwsgierigheid naar het weer. De tweede keer is meestal in het weekend. Als de voorspellingen vragen om meer mankracht, dan kan ik dat nog regelen. Daarna is het vooral de sites onderling vergelijken en kijken of ze eenstemmig zijn. Dat waren ze. Tien knopen afnemend naar zes uit Noordwestelijke richting, met een kleine shift naar het westen.
E-mail
Als de voorspelling niet meer lijkt te veranderen kom ik in actie. Ik neem de mogelijke baan door, bepaal het zeilplan en verdeel de taken. Dit doe ik voornamelijk voor mijzelf, maar deel het met de rest van de crew (ook de harde kern die niet opstapt krijgt een kopie, sorry jongens). Eventuele foute redenaties mijnerzijds kunnen vroegtijdig worden verbeterd en stiekem hoop ik iedereen enthousiast te krijgen en meer te betrekken bij de aanstaande wedstrijd. Een voorbeeld: Rak 2-3(60-49-C): spinaker (eerst ruim en dan plat voor het laken). Zeil proberen over stuur te houden, dan kunnen we na de C-boei gewoon direct oploeven en kan de boom nog even blijven staan en het voordek ‘rustig’ opgeruimd worden.
Drastic times call for drastic measures
Net als ik de mogelijke banen wil bestuderen, krijg ik een mail met wederom gewijzigde wedstrijdbanen. Niet twee of drie veranderingen, maar 16 nieuwe banen. Alle wedstrijdboeien zijn verplaatst, een nieuwe startlijn net buiten de haven en korte Noord Zuid banen (0,6 mijl). Het is een drastische maatregel ivm met het wier dat woekert onder het wateroppervlak van het Gooimeer.
Rijkswaterstaat
Jammer genoeg wil Rijkswaterstaat niets doen aan het wierprobleem in dit zijmeer van het Markermeer. Zij zien het als een zuiveringsinstallatie en willen het daarom niet maaien. Met het gevolg dat de pleziervaart een stuk minder plezierig wordt. Onze banen zijn verlegd, maar aan de overkant bij WV Almere zijn al wedstrijden geannuleerd ivm met dit onkruid.
Optuigen
Ik was als laatste aan boord en tot mijn grote vreugde was de boot klaar om te gaan. Buiskap naar beneden, huik eraf, vallen aangeslagen. Zelfs de spischoten lagen klaar en de spitas stond aan de goede kant. Toch handig zo’n voorbereidingsmailtje. Even mijn mooie Adidas bootschoenen aantrekken en gaan!
De start
Buiten waaide het nog flink. Een vier beaufort vulde de zeilen. De genua 1 bleek iets teveel van het goede. Deze is erg bol gesneden en niet goed te trimmen vanaf windkracht vier. Maar de wind zou later minder worden, dus toch doorvaren met deze lap.
We oefenen de start een paar keer. Het is een in-de-windse start. En omdat de startlijn korter is en het startgebied kleiner, is het goed opletten. Net als ‘vroeger’ starten we in de vaargeul, echter ken ik het gebied daarbuiten niet zo goed. Hoever kunnen we tot de oever varen? En richting het eiland de Schelp zijn veel ondieptes. Naar de eerste boei is het kruisen. Nauwlettend houden Paul en ik de dieptemeter in de gaten. Als deze plotseling - in stappen van twee meter - van tien meter diepte naar 1 meter schiet, gaan we overstag. Het is net op tijd. Commentaar van de voordekker die niet gewaarschuwd was is terecht, maar helaas is het even niet anders.
Spi time
We nemen geen risico’s met de ondieptes en ronden de eerste boei als achtste (van de tien). Gelukkig hebben we ons geheime wapen nog, de spi. Maar op het tweede rak is de wind te hard om de spi met halve wind te hijsen. We zouden alleen maar plat gedrukt worden. Het volgende rak naar de C-boei hijsen we de spi. We maken weer wat goed.
Hard werken
Mijn voorspelling klopt. We ronden de C-boei, loeven op en gaan overstag als het voordek aan kant is. Intussen vouw ik de spinaker in. Ik geef de tas terug en Rene slaat de schoten aan. De spi kan weer over stuur. De boom zetten we pas als de bovenwindseboei is gerond en we de gijp hebben gemaakt. Het lukt allemaal net op het kruisrak en ik zweet me een ongeluk in mijn mooie Team Fram shirt. De boom staat relatief laat en je ziet duidelijk dat genakers een groot voordeel hebben op dit ruimwindse rak.
Twee vingers in de neus
De spi staat goed en wel vijf minuten als we ‘m slechts enkele scheepslengtes voor de boei weer binnenhalen. Dat doen we erg netjes, al zeg ik het zelf. Lodewijk stuurt de boot op en stuurt Fram met twee vingers aan het roer en twee in de neus richting de bovenboei. We lopen aan de wind lekker, helemaal wanneer de wind iets afneemt en onze bolle genua optimaal werkt. Gek genoeg maken we niet veel meer goed, ondanks dat we weinig tot geen fouten maken. Uiteindelijk is het de matige start die ons nekt.
Finish
We eindigen kort achter de Atlantis (die goddomme goed vaart de laatste tijd) en de Gibsy. Beide schepen lijken op het eerste oog directe concurrenten van de Friendship maar hebben (helaas) een gunstigere handicap. Hoewel we als zesde over de streep gaan eindigen we uiteindelijk als een na laatste.
In de after sail bespreken we de fouten. Maar er zijn weinig fouten gemaakt. Het is de optelsom van details en een matige start. En laat ik niet vergeten de concurrentie te complimenteren.
Crew: Rene, Paul, Lodewijk & Floris
Wind: 12-6 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 9e (van de 10)
Windsites
In de aanloop naar de volgende wedstrijd kijk ik gemiddeld zo’n 30 keer op de verschillende windsites. Dat lijkt veel en dat is het ook. Het is een soort verslaving. De eerste keer, een kleine week van te voren, check ik de voorspelling. Ik doe vrijwel niets met de informatie, want de kans is zeer groot dat deze nog wijzigt, maar het stilt even mijn nieuwsgierigheid naar het weer. De tweede keer is meestal in het weekend. Als de voorspellingen vragen om meer mankracht, dan kan ik dat nog regelen. Daarna is het vooral de sites onderling vergelijken en kijken of ze eenstemmig zijn. Dat waren ze. Tien knopen afnemend naar zes uit Noordwestelijke richting, met een kleine shift naar het westen.
Als de voorspelling niet meer lijkt te veranderen kom ik in actie. Ik neem de mogelijke baan door, bepaal het zeilplan en verdeel de taken. Dit doe ik voornamelijk voor mijzelf, maar deel het met de rest van de crew (ook de harde kern die niet opstapt krijgt een kopie, sorry jongens). Eventuele foute redenaties mijnerzijds kunnen vroegtijdig worden verbeterd en stiekem hoop ik iedereen enthousiast te krijgen en meer te betrekken bij de aanstaande wedstrijd. Een voorbeeld: Rak 2-3(60-49-C): spinaker (eerst ruim en dan plat voor het laken). Zeil proberen over stuur te houden, dan kunnen we na de C-boei gewoon direct oploeven en kan de boom nog even blijven staan en het voordek ‘rustig’ opgeruimd worden.
Drastic times call for drastic measures
Net als ik de mogelijke banen wil bestuderen, krijg ik een mail met wederom gewijzigde wedstrijdbanen. Niet twee of drie veranderingen, maar 16 nieuwe banen. Alle wedstrijdboeien zijn verplaatst, een nieuwe startlijn net buiten de haven en korte Noord Zuid banen (0,6 mijl). Het is een drastische maatregel ivm met het wier dat woekert onder het wateroppervlak van het Gooimeer.
Rijkswaterstaat
Jammer genoeg wil Rijkswaterstaat niets doen aan het wierprobleem in dit zijmeer van het Markermeer. Zij zien het als een zuiveringsinstallatie en willen het daarom niet maaien. Met het gevolg dat de pleziervaart een stuk minder plezierig wordt. Onze banen zijn verlegd, maar aan de overkant bij WV Almere zijn al wedstrijden geannuleerd ivm met dit onkruid.
Optuigen
Ik was als laatste aan boord en tot mijn grote vreugde was de boot klaar om te gaan. Buiskap naar beneden, huik eraf, vallen aangeslagen. Zelfs de spischoten lagen klaar en de spitas stond aan de goede kant. Toch handig zo’n voorbereidingsmailtje. Even mijn mooie Adidas bootschoenen aantrekken en gaan!
De start
Buiten waaide het nog flink. Een vier beaufort vulde de zeilen. De genua 1 bleek iets teveel van het goede. Deze is erg bol gesneden en niet goed te trimmen vanaf windkracht vier. Maar de wind zou later minder worden, dus toch doorvaren met deze lap.
We oefenen de start een paar keer. Het is een in-de-windse start. En omdat de startlijn korter is en het startgebied kleiner, is het goed opletten. Net als ‘vroeger’ starten we in de vaargeul, echter ken ik het gebied daarbuiten niet zo goed. Hoever kunnen we tot de oever varen? En richting het eiland de Schelp zijn veel ondieptes. Naar de eerste boei is het kruisen. Nauwlettend houden Paul en ik de dieptemeter in de gaten. Als deze plotseling - in stappen van twee meter - van tien meter diepte naar 1 meter schiet, gaan we overstag. Het is net op tijd. Commentaar van de voordekker die niet gewaarschuwd was is terecht, maar helaas is het even niet anders.
Spi time
We nemen geen risico’s met de ondieptes en ronden de eerste boei als achtste (van de tien). Gelukkig hebben we ons geheime wapen nog, de spi. Maar op het tweede rak is de wind te hard om de spi met halve wind te hijsen. We zouden alleen maar plat gedrukt worden. Het volgende rak naar de C-boei hijsen we de spi. We maken weer wat goed.
Hard werken
Mijn voorspelling klopt. We ronden de C-boei, loeven op en gaan overstag als het voordek aan kant is. Intussen vouw ik de spinaker in. Ik geef de tas terug en Rene slaat de schoten aan. De spi kan weer over stuur. De boom zetten we pas als de bovenwindseboei is gerond en we de gijp hebben gemaakt. Het lukt allemaal net op het kruisrak en ik zweet me een ongeluk in mijn mooie Team Fram shirt. De boom staat relatief laat en je ziet duidelijk dat genakers een groot voordeel hebben op dit ruimwindse rak.
Twee vingers in de neus
De spi staat goed en wel vijf minuten als we ‘m slechts enkele scheepslengtes voor de boei weer binnenhalen. Dat doen we erg netjes, al zeg ik het zelf. Lodewijk stuurt de boot op en stuurt Fram met twee vingers aan het roer en twee in de neus richting de bovenboei. We lopen aan de wind lekker, helemaal wanneer de wind iets afneemt en onze bolle genua optimaal werkt. Gek genoeg maken we niet veel meer goed, ondanks dat we weinig tot geen fouten maken. Uiteindelijk is het de matige start die ons nekt.
Finish
We eindigen kort achter de Atlantis (die goddomme goed vaart de laatste tijd) en de Gibsy. Beide schepen lijken op het eerste oog directe concurrenten van de Friendship maar hebben (helaas) een gunstigere handicap. Hoewel we als zesde over de streep gaan eindigen we uiteindelijk als een na laatste.
In de after sail bespreken we de fouten. Maar er zijn weinig fouten gemaakt. Het is de optelsom van details en een matige start. En laat ik niet vergeten de concurrentie te complimenteren.
Crew: Rene, Paul, Lodewijk & Floris
Wind: 12-6 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 9e (van de 10)
donderdag 9 juni 2011
Vallen en opstaan
De zevende wedstrijd was vooral een leerschool. Het was er één in de categorie ‘twee stappen vooruit, één stap achteruit’. Gek genoeg lag de nadruk op de stap achteruit.
Gadgets
De zevende wedstrijd stond ook in het teken van nieuwe snufjes. Zo hebben we van één van onze vaste crewleden, Hennie Hoenselaar, een gloednieuwe Harken lierhandel cadeau gekregen. Nu vaart Fram weer recht en is het beeld symmetrisch. Bedankt Hennie! In de tussentijd heb ik ook nog een oude spinakerboom van de Valk van moeders meegenomen, die we als jockey pole kunnen gebruiken bij het reachen met de spi. Tot slot heb ik nog een statiefje gefabriceerd, zodat we onze acties in Full HD terug kunnen zien (jammer genoeg staan de aanvaring en broach niet op beeld.
De start
De start was op het scherpst van de snede. Wellicht iets te scherp want terwijl we bij de bovenwindse boei de startlijn naderden, bleken wij niet de enige met dat idee. Met zes schepen tegelijk om de ton sturen is leuk, maar verhoogt ook het risico op een aanvaring.
Een nadere kennismaking
Om het nog leuker te maken moesten we even gijpen voor de juiste koers. We zijn nog steeds bij de bovenwindse startboei. En nog steeds met zes schepen. Terwijl Ben de boot opstuurt, zwenkt de kont van de Frya verder uit dan gedacht. Een aanvaring is niet meer te voorkomen: “Hallo Frya, wij zijn Team Fram!”
Excuus
Natuurlijk is het even schrikken, maar stiekem ben ik blij dat het gebeurt. Vaak roep ik aan boord ‘vaar zijn spiegel eraf’, wat zoveel betekent als stuur op z’n kont en probeer ‘m net niet te raken. Vroeger in de Valkjes probeerde je nog even het startstuk van de buitenboordmotor van de andere Valk aan te raken. Als dat je lukte, dan was je goed bezig. Dit keer raakte we het hele schip. Eric van Tijn zou zeggen: “Ja eh sorry, maar we varen nou eenmaal harden en remmen liever niet.”
Straf
Om toch geen protest aan ons broek te krijgen - en er alles aan gedaan te hebben om een eventueel protest te kunnen weerleggen - trokken wij het boetekleed aan door terug te varen naar de startlijn en opnieuw te starten. We hadden even geen tijd om dit op te zoeken in het wedstrijdreglement, dus dan maar naar eigen inzicht handelen.
Elk voordeel heb z’n nadeel
We startten uiteindelijk als laatste. En het duurde even voor de spi stond. Uiteindelijk stond ons geheime wapen en begon de inhaalslag. Maar met harde wind gaat het voordeel van een spi in je nadeel werken. Iedereen vaart nu hard. We vinden weliswaar weer aansluiting met het veld, maar de kopgroep - waar we thuishoren op dit soort avonden - lag een klein rak voor ons.
Pushing the envelop
Ook in de volgende rakken bleven we veel fouten maken. Gelukkig maakten we allemaal fouten en al snel besloten we van deze race een leerzame oefenavond te maken. Op het halfwindse rak, draaide de wind af en toe naar ruime wind. Spinakeren was twijfelachtig. Slechts de genakers op de J’s gingen omhoog en een enkele race boot hees zijn spi. Na een kort beraad besloten wij ook ons gekleurde parachutezeil te hijsen en namen een risico.
Reach out ‘n touch
Vorige week hadden we het reachen geoefend met weinig wind. Deze week gingen we het nog een keer proberen met een dikke vier (en vlagen vijf). Met flinke rukken trok de spinaker aan de mast. We liepen direct hard en de J80 die achterop liep bleef opeens op dezelfde afstand. Maar toen gebeurde het toch; broach - oftewel ‘oud-Hollandsch uit je roer lopen’. En hard ook! De boot was niet te houden en trok ons nèt niet plat. We draaiden automatisch naar de wind en met een hysterisch klapperende spinaker kwamen we weer recht. Ik was wederom blij dat er iets fout ging. We zijn met Fram nog nooit plat gegaan en dat is een slecht teken. In deze spinakerpoging hebben we de grenzen weer iets opgezocht, maar nog lang niet bereikt. Het geeft vertrouwen in de boot en is een goede ervaring voor de crew.
After sail
Na de finish nog even nagepraat over de fouten. Maar er viel weinig te bespreken. Iedereen wist waar de fouten zaten en waar het beter kan. Nog even de eigenaar van Frya gebeld en onze welgemeende excuses aangeboden. Op het eerste gezicht leek hij ook geen averij te hebben. Een kleine meevaller.
Conclusie
De zevende woensdagavond wedstrijd was er één van vallen en opstaan. De belangrijkste oorzaak ligt bij onze ervaring met de spinaker. Of liever gezegd het gebrek eraan. Dit komt eerder boven water met een dikke vier dan tijdens een avondje met een vergevingsgezinde twee beaufort. De vijfde man die gisteren stond te headbangen tijdens Iron Maiden werd duidelijk gemist.
Afwezig
De komende twee weken heeft Team Fram zomerreces. Hennie loopt dan stage bij Team Windrose en zal daarna de Windrose saboteren zoals alleen zeeverkenners dat kunnen. De tiende wedstrijd zijn we weer van de partij. En zullen jullie tot het einde van het seizoen kunnen lezen over de avonturen van Rene, Hennie, Paul, Feike, Lodewijk, Ben en Floris.
Oh en natuurlijk tot slot het filmpje:
Crew: Rene, Paul, Ben & Floris
Wind: 9-19 knopen (WZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 14)
Gadgets
De zevende wedstrijd stond ook in het teken van nieuwe snufjes. Zo hebben we van één van onze vaste crewleden, Hennie Hoenselaar, een gloednieuwe Harken lierhandel cadeau gekregen. Nu vaart Fram weer recht en is het beeld symmetrisch. Bedankt Hennie! In de tussentijd heb ik ook nog een oude spinakerboom van de Valk van moeders meegenomen, die we als jockey pole kunnen gebruiken bij het reachen met de spi. Tot slot heb ik nog een statiefje gefabriceerd, zodat we onze acties in Full HD terug kunnen zien (jammer genoeg staan de aanvaring en broach niet op beeld.
De start
De start was op het scherpst van de snede. Wellicht iets te scherp want terwijl we bij de bovenwindse boei de startlijn naderden, bleken wij niet de enige met dat idee. Met zes schepen tegelijk om de ton sturen is leuk, maar verhoogt ook het risico op een aanvaring.
Een nadere kennismaking
Om het nog leuker te maken moesten we even gijpen voor de juiste koers. We zijn nog steeds bij de bovenwindse startboei. En nog steeds met zes schepen. Terwijl Ben de boot opstuurt, zwenkt de kont van de Frya verder uit dan gedacht. Een aanvaring is niet meer te voorkomen: “Hallo Frya, wij zijn Team Fram!”
Excuus
Natuurlijk is het even schrikken, maar stiekem ben ik blij dat het gebeurt. Vaak roep ik aan boord ‘vaar zijn spiegel eraf’, wat zoveel betekent als stuur op z’n kont en probeer ‘m net niet te raken. Vroeger in de Valkjes probeerde je nog even het startstuk van de buitenboordmotor van de andere Valk aan te raken. Als dat je lukte, dan was je goed bezig. Dit keer raakte we het hele schip. Eric van Tijn zou zeggen: “Ja eh sorry, maar we varen nou eenmaal harden en remmen liever niet.”
Straf
Om toch geen protest aan ons broek te krijgen - en er alles aan gedaan te hebben om een eventueel protest te kunnen weerleggen - trokken wij het boetekleed aan door terug te varen naar de startlijn en opnieuw te starten. We hadden even geen tijd om dit op te zoeken in het wedstrijdreglement, dus dan maar naar eigen inzicht handelen.
Elk voordeel heb z’n nadeel
We startten uiteindelijk als laatste. En het duurde even voor de spi stond. Uiteindelijk stond ons geheime wapen en begon de inhaalslag. Maar met harde wind gaat het voordeel van een spi in je nadeel werken. Iedereen vaart nu hard. We vinden weliswaar weer aansluiting met het veld, maar de kopgroep - waar we thuishoren op dit soort avonden - lag een klein rak voor ons.
Pushing the envelop
Ook in de volgende rakken bleven we veel fouten maken. Gelukkig maakten we allemaal fouten en al snel besloten we van deze race een leerzame oefenavond te maken. Op het halfwindse rak, draaide de wind af en toe naar ruime wind. Spinakeren was twijfelachtig. Slechts de genakers op de J’s gingen omhoog en een enkele race boot hees zijn spi. Na een kort beraad besloten wij ook ons gekleurde parachutezeil te hijsen en namen een risico.
Reach out ‘n touch
Vorige week hadden we het reachen geoefend met weinig wind. Deze week gingen we het nog een keer proberen met een dikke vier (en vlagen vijf). Met flinke rukken trok de spinaker aan de mast. We liepen direct hard en de J80 die achterop liep bleef opeens op dezelfde afstand. Maar toen gebeurde het toch; broach - oftewel ‘oud-Hollandsch uit je roer lopen’. En hard ook! De boot was niet te houden en trok ons nèt niet plat. We draaiden automatisch naar de wind en met een hysterisch klapperende spinaker kwamen we weer recht. Ik was wederom blij dat er iets fout ging. We zijn met Fram nog nooit plat gegaan en dat is een slecht teken. In deze spinakerpoging hebben we de grenzen weer iets opgezocht, maar nog lang niet bereikt. Het geeft vertrouwen in de boot en is een goede ervaring voor de crew.
After sail
Na de finish nog even nagepraat over de fouten. Maar er viel weinig te bespreken. Iedereen wist waar de fouten zaten en waar het beter kan. Nog even de eigenaar van Frya gebeld en onze welgemeende excuses aangeboden. Op het eerste gezicht leek hij ook geen averij te hebben. Een kleine meevaller.
Conclusie
De zevende woensdagavond wedstrijd was er één van vallen en opstaan. De belangrijkste oorzaak ligt bij onze ervaring met de spinaker. Of liever gezegd het gebrek eraan. Dit komt eerder boven water met een dikke vier dan tijdens een avondje met een vergevingsgezinde twee beaufort. De vijfde man die gisteren stond te headbangen tijdens Iron Maiden werd duidelijk gemist.
Afwezig
De komende twee weken heeft Team Fram zomerreces. Hennie loopt dan stage bij Team Windrose en zal daarna de Windrose saboteren zoals alleen zeeverkenners dat kunnen. De tiende wedstrijd zijn we weer van de partij. En zullen jullie tot het einde van het seizoen kunnen lezen over de avonturen van Rene, Hennie, Paul, Feike, Lodewijk, Ben en Floris.
Oh en natuurlijk tot slot het filmpje:
Crew: Rene, Paul, Ben & Floris
Wind: 9-19 knopen (WZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 14)
maandag 6 juni 2011
De wedstrijd van 1 juni
Op de valreep nog een kort verslag van de wedstrijd van 1 juni. Dit keer met vier man aan de start. Hennie weer aan de lieren, Paul het grootzeil, Ben het roer en ik het voordek. Een speciaal stukje wijd ik aan de offshore crew, in dit geval Marijke, die een prachtig stukje zeil met het racenummer - waar iedereen (in de toekomst) van siddert en huivert – 216 erop heeft gemaakt. Namens de hele onshore crew: Dankjewel Marijke!
De start formule (x2 : (afstand van y)3-bootlengte)
De timing was in handen van Paul en liep perfect. Er werd hardop afgeteld en snel berekend hoe lang we nodig zouden hebben om bij de startlijn te komen. Het blijkt een ingewikkelde formule: Anderhalve minuut terugvaren is anderhalve minuut heen varen, zo beredeneerden wij. En het bleek aardig te kloppen. Slechts een paar seconden nadat het startsein had geklonken, gleden wij als derde over de startlijn. Geen hogere wiskunde dus.
To spin or not to spin
De wind was NNW, maar de baan was Noord. Niet optimaal, maar gelukkig toch nog twee spinakerrakken. Even was het onduidelijk of we na de eerste boei zouden kunnen spinakeren, maar de wind kwam niet ruim genoeg binnen.
Wier
We zeilden redelijk, hadden opnieuw last van wier maar maakten veel goed op de spinakerrakken. Hoewel ik wierwacht had, kon ik niet voorkomen dat we soms door tropische onderwater regenwouden voeren. Kunnen ze niet een tropisch visje uitzetten die dit allemaal opeet?
Team Wierrose
De laatste benedenwindse boei rondden we tegelijk met Team Windrose. Daarna kruisen! Op de aandewindse rakken zijn we nog niet goed, maar dit keer bleven de Windrose voor. Sterker nog, we zouden voor hun finishen. Later zou blijken dat ze een pluk wier ter grote van de Schelp op sleeptouw hadden genomen. Lekker voor bij de sushi, maar niet tijdens de wedstrijd.
Finish
Op het laatste spinakerrak naar de finish passeerde we nog enkele schepen, maar het mocht niet baten. We eindigden ergens middenin. En met onze handicap betekent dat al snel laatste.
Ingelaste training
Desalniettemin was de sfeer goed, het weer mooi en stond het bier koud. Maar eerst nog even terugzeilen naar de haven. We maakten van de gelegenheid gebruik om het reachen met de spinaker te oefenen. De wind was met twee beaufort, zeer vergevingsgezind dus stuurde Ben de boot zoveel mogelijk naar aan de wind. We kwamen net iets hoger dan halve wind (schijnbare wind) en liepen harder dan met de genua 1. Goed om te weten voor een volgende wedstrijd.
Maar 30%
In de haven netjes de zeilen opgeruimd terwijl de biertjes al sissend de nabespreking aankondigden. Eigenlijk viel er weinig te bespreken. Het was goed gegaan en we moeten meer focussen op de scherpe koersen. Meer dan deze twee regels hebben we er ook niet aan vuilgemaakt. En dus was het tijd voor een Schippersbittertje. Nou zijn wij niet de beroerdste, maar de halve limonade glazen van Ben gingen ons net iets te ver. ‘Het is maar dertig procent’, verontschuldigt Ben zich nog. Blijkbaar zijn we nog niet allemaal van die stevige zeebonken. ;-)
Crew: Hennie, Paul, Ben & Floris
Wind: 8-13 knopen (NNW)
Baan: 1
Finish: 9e (van de 13)
De start formule (x2 : (afstand van y)3-bootlengte)
De timing was in handen van Paul en liep perfect. Er werd hardop afgeteld en snel berekend hoe lang we nodig zouden hebben om bij de startlijn te komen. Het blijkt een ingewikkelde formule: Anderhalve minuut terugvaren is anderhalve minuut heen varen, zo beredeneerden wij. En het bleek aardig te kloppen. Slechts een paar seconden nadat het startsein had geklonken, gleden wij als derde over de startlijn. Geen hogere wiskunde dus.
To spin or not to spin
De wind was NNW, maar de baan was Noord. Niet optimaal, maar gelukkig toch nog twee spinakerrakken. Even was het onduidelijk of we na de eerste boei zouden kunnen spinakeren, maar de wind kwam niet ruim genoeg binnen.
Wier
We zeilden redelijk, hadden opnieuw last van wier maar maakten veel goed op de spinakerrakken. Hoewel ik wierwacht had, kon ik niet voorkomen dat we soms door tropische onderwater regenwouden voeren. Kunnen ze niet een tropisch visje uitzetten die dit allemaal opeet?
Team Wierrose
De laatste benedenwindse boei rondden we tegelijk met Team Windrose. Daarna kruisen! Op de aandewindse rakken zijn we nog niet goed, maar dit keer bleven de Windrose voor. Sterker nog, we zouden voor hun finishen. Later zou blijken dat ze een pluk wier ter grote van de Schelp op sleeptouw hadden genomen. Lekker voor bij de sushi, maar niet tijdens de wedstrijd.
Finish
Op het laatste spinakerrak naar de finish passeerde we nog enkele schepen, maar het mocht niet baten. We eindigden ergens middenin. En met onze handicap betekent dat al snel laatste.
Ingelaste training
Desalniettemin was de sfeer goed, het weer mooi en stond het bier koud. Maar eerst nog even terugzeilen naar de haven. We maakten van de gelegenheid gebruik om het reachen met de spinaker te oefenen. De wind was met twee beaufort, zeer vergevingsgezind dus stuurde Ben de boot zoveel mogelijk naar aan de wind. We kwamen net iets hoger dan halve wind (schijnbare wind) en liepen harder dan met de genua 1. Goed om te weten voor een volgende wedstrijd.
Maar 30%
In de haven netjes de zeilen opgeruimd terwijl de biertjes al sissend de nabespreking aankondigden. Eigenlijk viel er weinig te bespreken. Het was goed gegaan en we moeten meer focussen op de scherpe koersen. Meer dan deze twee regels hebben we er ook niet aan vuilgemaakt. En dus was het tijd voor een Schippersbittertje. Nou zijn wij niet de beroerdste, maar de halve limonade glazen van Ben gingen ons net iets te ver. ‘Het is maar dertig procent’, verontschuldigt Ben zich nog. Blijkbaar zijn we nog niet allemaal van die stevige zeebonken. ;-)
Crew: Hennie, Paul, Ben & Floris
Wind: 8-13 knopen (NNW)
Baan: 1
Finish: 9e (van de 13)
woensdag 25 mei 2011
Wier, wat, waar
In de vijfde woensdagavond wedstrijd van 2011 maakte een nieuw bemanningslid zijn entree. Voor de reclamejongens (en meisjes) onder ons een oude bekende, want niet alleen weet hij aardig de weg op jachten, maar hij kan ook goed overweg met de knoppen in de geluidsstudio van SoundCircus. Zijn naam: Feike.
Maar kan ‘ie ook schaatsen?
Tja en met zo’n naam verwacht je eigenlijk al dat die persoon kan zeilen (en schaatsen). Van dat schaatsen weet ik niet, maar zeilen gaat ‘m goed af. Niet zo gek als je ouders al jaren een zeiljacht hebben en nu met een dikke Catalina 38 in Lelystad liggen. Voor deze wedstrijd mocht Feike de grootzeil trim doen. Hennie weer aan de lieren en spi, en Ben het roer.
Roald Dahl
Rene kon er op het laatste moment toch bij zijn, dus waren we met z’n vijven. En dat was wel nodig want met windkracht twee kun je nooit genoeg gewicht aan boord hebben. Hierbij moet ik vertellen dat ik met mijn 87 kilo nèt niet de lichtste ben (en met mijn 192 ben ik nèt niet de kleinste). De komst van Feike veranderde daar niks aan. We lijken wel een schip uit een of ander ongeschreven boek van Roald Dahl: de vriendelijke reuze Vikingen.
Start
Goed, terug naar de wedstrijd. We starten waanzinnig goed. Misschien wel iets te goed, want volgens mij waren we al een halve meter over de startlijn (niet verder vertellen). Hoewel we als een van de beste starten, worden we direct ingehaald aan alle kanten. We snappen er niks van.
Wie A zegt…
Als we naar de A boei varen komen we er halverwege achter dat die niet in de hoek ligt bij Almere Haven. Shit! Dat is de B boei. Het voordeel is dat we nu moeten afvallen voor de echte A boei en de spinaker kunnen hijsen. Na de ronding van de A boei zien we al de eerste schepen terugdeinzen om het wier onder de kiel en het roer te krijgen. Ik kijk naar ons eigen kielzog en constateer dat wij ook een kleine 5 kilo visvoer meesleuren. Dit kost je al gauw een dikke knoop.
Das ist mein selftailing lier
De rest van de wedstrijd varen we foutloos, maar traag. Het lukt ons niet om het wier eraf te krijgen en we zien lijdzaam toe hoe we slechts 3.7 knoop varen op de spi. De sfeer leidt er niet onder. Het is gezelliger dan ooit en met het warme zonnetje is het absoluut geen straf om de wedstrijd uit te zeilen. We bespreken de volgende stappen in hardware en ik droom weg bij het beeld van mooie selftailing lieren en aparte lieren voor de spi. Rene merkt nuchter op dat onze Duitse buurman in de haven (die er overigens nooit is) selftailing lieren heeft. En vervolgt te zeggen: “En hebben die Duitsers niet nog iets goed te maken?”
Rolex
Aan boord werd veel gelult en gegrapt. Vooral over mijn vermaarde ‘geoliede machine’. Maar ondanks de grapjes waren er genoeg momenten in de wedstrijd dat de crew schakelde als het polsbandje van een gouden Rolex; soepeltjes en fijn.
Nieuw talent
Terug in de haven is er een gezellige after sail. Feike zeilt en drinkt mee alsof hij dit al jaren doet. Geruisloos in de groep geslopen om er hopelijk nog lang te blijven. Want met Feike hebben we weer een nieuw talentje aan onze crew kunnen voegen.
Uitslag
Dan nog even de uitslag. Inmiddels weten we dat als we niet heel erg ver voor de rest uitvaren, we sowieso niet in het linkerrijtje eindigen. En dit keer voeren we ergens in het middenveld. ‘Een laatste plek zal het worden.’ Er was voor ons dus geen reden om de gezelligheid aan boord te onderbreken om nog te horen hoe slecht wij waren geëindigd. Het was dus toch nog een kleine verrassing toen ik de volgende dag de uitslag las.
Crew: Feike, Hennie, Rene, Ben & Floris
Wind: 7-11 knopen (ZO)
Baan: 9
Finish: 13e (van de 15)
Maar kan ‘ie ook schaatsen?
Tja en met zo’n naam verwacht je eigenlijk al dat die persoon kan zeilen (en schaatsen). Van dat schaatsen weet ik niet, maar zeilen gaat ‘m goed af. Niet zo gek als je ouders al jaren een zeiljacht hebben en nu met een dikke Catalina 38 in Lelystad liggen. Voor deze wedstrijd mocht Feike de grootzeil trim doen. Hennie weer aan de lieren en spi, en Ben het roer.
Roald Dahl
Rene kon er op het laatste moment toch bij zijn, dus waren we met z’n vijven. En dat was wel nodig want met windkracht twee kun je nooit genoeg gewicht aan boord hebben. Hierbij moet ik vertellen dat ik met mijn 87 kilo nèt niet de lichtste ben (en met mijn 192 ben ik nèt niet de kleinste). De komst van Feike veranderde daar niks aan. We lijken wel een schip uit een of ander ongeschreven boek van Roald Dahl: de vriendelijke reuze Vikingen.
Start
Goed, terug naar de wedstrijd. We starten waanzinnig goed. Misschien wel iets te goed, want volgens mij waren we al een halve meter over de startlijn (niet verder vertellen). Hoewel we als een van de beste starten, worden we direct ingehaald aan alle kanten. We snappen er niks van.
Wie A zegt…
Als we naar de A boei varen komen we er halverwege achter dat die niet in de hoek ligt bij Almere Haven. Shit! Dat is de B boei. Het voordeel is dat we nu moeten afvallen voor de echte A boei en de spinaker kunnen hijsen. Na de ronding van de A boei zien we al de eerste schepen terugdeinzen om het wier onder de kiel en het roer te krijgen. Ik kijk naar ons eigen kielzog en constateer dat wij ook een kleine 5 kilo visvoer meesleuren. Dit kost je al gauw een dikke knoop.
Das ist mein selftailing lier
De rest van de wedstrijd varen we foutloos, maar traag. Het lukt ons niet om het wier eraf te krijgen en we zien lijdzaam toe hoe we slechts 3.7 knoop varen op de spi. De sfeer leidt er niet onder. Het is gezelliger dan ooit en met het warme zonnetje is het absoluut geen straf om de wedstrijd uit te zeilen. We bespreken de volgende stappen in hardware en ik droom weg bij het beeld van mooie selftailing lieren en aparte lieren voor de spi. Rene merkt nuchter op dat onze Duitse buurman in de haven (die er overigens nooit is) selftailing lieren heeft. En vervolgt te zeggen: “En hebben die Duitsers niet nog iets goed te maken?”
Rolex
Aan boord werd veel gelult en gegrapt. Vooral over mijn vermaarde ‘geoliede machine’. Maar ondanks de grapjes waren er genoeg momenten in de wedstrijd dat de crew schakelde als het polsbandje van een gouden Rolex; soepeltjes en fijn.
Nieuw talent
Terug in de haven is er een gezellige after sail. Feike zeilt en drinkt mee alsof hij dit al jaren doet. Geruisloos in de groep geslopen om er hopelijk nog lang te blijven. Want met Feike hebben we weer een nieuw talentje aan onze crew kunnen voegen.
Uitslag
Dan nog even de uitslag. Inmiddels weten we dat als we niet heel erg ver voor de rest uitvaren, we sowieso niet in het linkerrijtje eindigen. En dit keer voeren we ergens in het middenveld. ‘Een laatste plek zal het worden.’ Er was voor ons dus geen reden om de gezelligheid aan boord te onderbreken om nog te horen hoe slecht wij waren geëindigd. Het was dus toch nog een kleine verrassing toen ik de volgende dag de uitslag las.
Crew: Feike, Hennie, Rene, Ben & Floris
Wind: 7-11 knopen (ZO)
Baan: 9
Finish: 13e (van de 15)
dinsdag 24 mei 2011
Na het zuur komt het zoet
De trouwe lezers van deze weblog weten dat we de laatste wedstrijden niet veel verder kwamen dan een een-na-laatste notering. Dit heeft alles te maken met de formatie. Niet in België, maar hier in Naarden. Dit seizoen staat in het teken van het formeren en opleiden van een harde kern zeilfanaten die straks allen de weg weten naar en op Fram. Enthousiasme en ambitie zijn de grote drijvers. De chemie moet ervoor zorgen dat wij straks een geoliede machine zijn zoals je die op youtube ziet bij een willekeurig filmpje van de America’s Cup. Bij vlagen laten we zien dat we het in ons hebben. Dan valt alles op z’n plek, wordt er proactief gehandeld, klopt de zeilkeuze en pakken de tactische beslissingen goed uit. Afgelopen woensdag was zo’n wedstrijd, met de harde kern van Team Fram aan de basis.
Spinaker time
De baan was in ons voordeel, met een voordewindse start. De wind was drie met vlagen naar een dikke vier. Meteen de spinaker erop, trimmen en stilzitten. Hennie en ik trimmen de spi. De wind is veranderlijk en draait aanhoudend. Dit wordt tevens veroorzaakt door de vuile wind van de vloot achter ons. Maar al snel komen we los van de meute en varen we samen met de Job en de Windrose naar de eerste boei.
Derde
Dit is al een mooie prestatie, we liggen derde met twee geduchte tegenstanders voor ons. Maar wat gebeurt er nu? We lopen in op Windrose. Als de marifoon het had gedaan, had ik dit nog wel even op kanaal 77 willen herhalen: Alle schepen, alle schepen. We lopen in op Windrose: Whiskey India November Delta Romeo Oscar Sierra Echo!
Een sportieve voorzitter
Terwijl wij de wind uit de zeilen van Bert pakken, krijgen we nog een welgemeende tip van zijn stuurman en voorzitter van de vereniging Wim. In het kader van onze inhaalactie een uiterst sportieve daad. Hij raadt ons aan om met de wind mee te sturen, zodat we straks niet hoeven te gijpen om de boei te halen. Dit doen we dan ook en het werkt. We laten de Windrose achter ons en sturen als tweede om de boei.
Volvo Ocean Race
Hierna begint het kruisrak. Het gaat goed. We liggen nog steeds tweede. Al grijnzend maken we ons klaar voor het volgende spinakerrak. De boom omhoog, spischoot erdoor, val eraan en ronden maar. De spinaker staat weer in twee tellen, zoals je dat ook bij onze vrienden van de Ocean Race ziet (ja die varen met een genaker, weet ik).
Finish
Als we oploeven voor het laatste kruisrak en koers zetten naar de finish is de crew geconcentreerder dan ooit tevoren. De Job blijft helaas op gepaste afstand. Wij lopen niet in en zij niet uit. We kunnen het alleen nog maar verkloten. Gelukkig doen we dat niet. De Yngling komt weliswaar vlak voor de finish nog voor ons langs, maar dat mag de feestvreugde niet drukken. Wij meten ons niet met Ynglings, Optimisten en andere open boten. We gaan als derde over de streep met de rest van onze klasse (19 schepen) en nog wat eerste klassers en enkele J80’s achter ons.
Feest
De toeter van het finish schip wordt overstemd door het gejuich aan boord van Team Fram! Dit is de beste wedstrijd tot noch toe. We feliciteren elkaar en scheuren door naar de haven. In de haven ontvangen we van alle kanten felicitaties. Iedereen had gezien dat Fram als een bayliner over het Gooimeer stoof. Wim kwam speciaal aan boord om iedereen de hand te schudden. Had ik al gezegd dat de man sportief is?
Verrassing
Al in de aanloop naar deze wedstrijd had Ben het over een verrassing, ‘iets voor na de wedstrijd’ zei hij. Hij vergat niet om dit nog een stuk of zes keer tijdens de race te vermelden waardoor wij erg nieuwsgierig waren geworden. In gedachte speculeerden wij erop los; Een fles champagne? Een nieuwe lierhandel? Gert Jan Poortman als onze voordekker? Nieuwe self-tailing lieren? Nee, het was nog mooier. Nog grootser. Nog bijzonderder en vooral origineler. Het was een echte Kips Leverworst. Lekker voorbij de Schippersbitter.
Crew: Hennie, Paul, Rene, Ben & Floris
Wind: 11-18 knopen (ZW)
Baan: 11
Finish: 7e (van de 19)
Spinaker time
De baan was in ons voordeel, met een voordewindse start. De wind was drie met vlagen naar een dikke vier. Meteen de spinaker erop, trimmen en stilzitten. Hennie en ik trimmen de spi. De wind is veranderlijk en draait aanhoudend. Dit wordt tevens veroorzaakt door de vuile wind van de vloot achter ons. Maar al snel komen we los van de meute en varen we samen met de Job en de Windrose naar de eerste boei.
Derde
Dit is al een mooie prestatie, we liggen derde met twee geduchte tegenstanders voor ons. Maar wat gebeurt er nu? We lopen in op Windrose. Als de marifoon het had gedaan, had ik dit nog wel even op kanaal 77 willen herhalen: Alle schepen, alle schepen. We lopen in op Windrose: Whiskey India November Delta Romeo Oscar Sierra Echo!
Een sportieve voorzitter
Terwijl wij de wind uit de zeilen van Bert pakken, krijgen we nog een welgemeende tip van zijn stuurman en voorzitter van de vereniging Wim. In het kader van onze inhaalactie een uiterst sportieve daad. Hij raadt ons aan om met de wind mee te sturen, zodat we straks niet hoeven te gijpen om de boei te halen. Dit doen we dan ook en het werkt. We laten de Windrose achter ons en sturen als tweede om de boei.
Volvo Ocean Race
Hierna begint het kruisrak. Het gaat goed. We liggen nog steeds tweede. Al grijnzend maken we ons klaar voor het volgende spinakerrak. De boom omhoog, spischoot erdoor, val eraan en ronden maar. De spinaker staat weer in twee tellen, zoals je dat ook bij onze vrienden van de Ocean Race ziet (ja die varen met een genaker, weet ik).
Finish
Als we oploeven voor het laatste kruisrak en koers zetten naar de finish is de crew geconcentreerder dan ooit tevoren. De Job blijft helaas op gepaste afstand. Wij lopen niet in en zij niet uit. We kunnen het alleen nog maar verkloten. Gelukkig doen we dat niet. De Yngling komt weliswaar vlak voor de finish nog voor ons langs, maar dat mag de feestvreugde niet drukken. Wij meten ons niet met Ynglings, Optimisten en andere open boten. We gaan als derde over de streep met de rest van onze klasse (19 schepen) en nog wat eerste klassers en enkele J80’s achter ons.
Feest
De toeter van het finish schip wordt overstemd door het gejuich aan boord van Team Fram! Dit is de beste wedstrijd tot noch toe. We feliciteren elkaar en scheuren door naar de haven. In de haven ontvangen we van alle kanten felicitaties. Iedereen had gezien dat Fram als een bayliner over het Gooimeer stoof. Wim kwam speciaal aan boord om iedereen de hand te schudden. Had ik al gezegd dat de man sportief is?
Verrassing
Al in de aanloop naar deze wedstrijd had Ben het over een verrassing, ‘iets voor na de wedstrijd’ zei hij. Hij vergat niet om dit nog een stuk of zes keer tijdens de race te vermelden waardoor wij erg nieuwsgierig waren geworden. In gedachte speculeerden wij erop los; Een fles champagne? Een nieuwe lierhandel? Gert Jan Poortman als onze voordekker? Nieuwe self-tailing lieren? Nee, het was nog mooier. Nog grootser. Nog bijzonderder en vooral origineler. Het was een echte Kips Leverworst. Lekker voorbij de Schippersbitter.
Crew: Hennie, Paul, Rene, Ben & Floris
Wind: 11-18 knopen (ZW)
Baan: 11
Finish: 7e (van de 19)
Abonneren op:
Posts (Atom)