Hoewel ik een bepaalde eindnotering in het klassement voor ogen heb, staat dit seizoen vooral in het teken van het vormen van een goede crew, het leren spinnakeren en betere tactiek. En in die leercurve gaat er wel eens wat mis. We komen onze grenzen tegen en soms die van de boot.
Start
Afgelopen wedstrijd hebben we op alle fronten de grenzen gezien. Zowel van de crew als het materiaal. De voorspelling was 15 knopen wind met uitschieters naar 24 knopen. Vlagerig dus. Onze start was goed. We kozen ervoor om niet aan de hoge kant te starten want die lag in de luwte. De lage kant was riskant ivm met verstoorde wind. U raadt het al, wij namen de gulden middenweg en gingen als derde schip over de startlijn.
Nog even spinnakeren
Op het tweede rak konden we de spinaker hijsen, maar we keken het nog even aan. We hebben immers vlagen van zes beaufort in de doeken. Maar een paar honderd meter voor de boei lopen we niet meer hard en besluit ik dat we de spinnaker moeten hijsen. Hoewel het niet helemaal vlekkeloos verloopt, was hier nog geen vuiltje aan de lucht. Op de downwind rakken zou het pas echt spannend worden.
Wilde stier
We halen de spi naar binnen en varen vanaf de 47 naar de D-boei. Dit rak is nog geen halve mijl lang en het lukt ons niet om de boot spinnakerklaar te hebben voor de bovenwindse boei. Hoewel er twijfel aan boord is of we de spi moeten hijsen vind ik dat we nog lang niet onze maximale snelheid lopen. Het log geeft 5 knopen aan, daar kan zeker nog een knoop bij. Dus hijsen we de spi. Het lichtweerzeil demonstreert en is bijna niet te temmen. Als een wilde stier trekt hij aan de mast. Tot overmaat van ramp hebben we ook een zandloper. We kunnen niets anders dan de spi weer binnenhalen. Bij het binnenhalen trekt onze voordekker de nieuwe snapshackle kapot. Ik hoor ze bij Kniest nog zeggen; ‘nee we hebben nog nooit klachten gehad over deze snapsluitingen’. Dit grapje heeft ons een aantal posities gekost. Maar we laten ons niet kennen.
Zandloper
We halen de spi binnen en ik doek deze benedendeks op. Daarna repareer ik direct de spischoot en pak onze reserve snapshackle. Met een paalsteekje aan de schoot en we’re good to go. Op het tweede downwindrak zijn we op tijd klaar voor de spi. Nu zal alles goed gaan. We checken alles twee keer, trekken het onderlijk goed uit elkaar zodat er geen zandloper kan ontstaan en hijsen snel de spi. Maar inmiddels is de wind toegenomen. We hebben vijf bft met uitschieters naar een kleine zeven in de rug. Als de spi eenmaal wind vangt laat ‘ie dat weten ook!
Geen controle
We varen pal voor de wind en we beginnen te rollen. Hier komt de theoretische kennis van pas, maar schiet de praktijk te kort. Omdat de boot zo hard rolt bestaat de kans op een Chinese gijp. Dat is het laatste wat ik wil. Ik roep dat we moeten oploeven. Hierdoor voorkomen we dat we blijven rollen (heen en weer slingeren). Echter ontstaat er een misverstand, Ben wil naar de boei sturen en ik wil de boot onder controle houden. Dit kan niet tegelijk, dus moeten we eerst een stuk van de boei afsturen om de boot te bedwingen. Als Ben de boot oploeft spuit Fram vooruit. Het log schiet omhoog en telt 7,4 knopen. Ik verbaas me dat het slechts 7,4 knopen is. Maar daar is niet veel tijd voor. De spi moet naar beneden zodat we weer naar de boei kunnen varen. Maar dan slaat het noodlot toe.
Laten gaan
Op onverklaarbare wijze is de loefschoot uit de boom gesprongen en vliegert de spinnaker voor ons uit. De spi trekt ons plat en ik zeg tegen Ben dat hij achter de spi aan moet varen. Dit is de enige manier om die 60m2 in de luwte van ons grootzeil te krijgen en ‘m naar binnen te halen. Maar het lukt niet. De wind is te hard en de spinnaker heeft het teveel naar zijn zin. Ik besluit de loefschoot te laten gaan en de spinnaker aan de lij schoot naar binnen te trekken.
Een leuk beeld (voor de tegenstanders)
Waarschijnlijk tot genoegen van onze tegenstanders zien ook wij hoe de spinnaker spastisch op 10 meter hoogte klappert. De 17 meter lange loefschoot klappert zo hard dat de reserve snapshackle openslaat en zichzelf bevrijdt van de ongecontroleerde bewegingen van de spi. De schoot valt met een sierlijke beweging in het Gooimeer. Het lijken wel slow motion beelden.
Het einde is nog niet in zicht
Intussen probeert Hennie de lijschoot naar binnen te halen, maar het lukt niet. Ik vier de val nog iets, maar de spi gaat alleen maar verder voor ons uit klapperen. Dan raakt hij het water en moeten we nog oppassen dat we er niet overheen varen. Ben reageert adequaat en stuurt de boot er langs. Het klapperen is verminderd, maar een nieuw probleem doet zich voor.
Een echt probleem
De spinnaker vult zich razend snel met zo’n 20.000 liter water en legt de boot stil. Hennie, veruit de sterkste man van de competitie in Naarden, geeft aan dat hij het niet meer houdt. Nu hebben we echt een probleem! Feike springt bij en ik trek het grootzeil aan, opdat deze minder wind vangt. Dan vier ik de spival helemaal. Er ontstaat wat verlichting en we krijgen de spinnaker eindelijk aan boord. We gooien ‘m in de kajuit en moeten nu kruisen om de benedenwindse boei nog te halen.
Finish
Inmiddels hebben we twee snapshackles verspilt, één spi schoot en één spinnaker. Geen slechte score in een hoe-sloop-ik-mijn-boot-race, maar we we zeilen in de WAC! Nu de spinnaker uitgeteld ligt na te hijgen op de kajuitvloer kunnen we de race verder uitvaren. De voordekker geeft aan dat hij geen levende fok uithouder wil zijn, dus neem ik de taak van hem over. We zeilen de wedstrijd goed uit en halen de finish op nog geen halve meter. Mede hierdoor zetten we nog een redelijk resultaat neer en houden we nog steeds twee schepen achter ons.
Een wijzend vingertje
Ik geef niet snel iemand de schuld van een fout aan boord. Vooral omdat die persoon daar niet mee geholpen is en hij het vaak zelf al weet. Maar dit keer kan ik er niet omheen. Er is een grote fout gemaakt. Een inschattingsfout. Het wijzende vingertje is aan mijzelf gericht. Ik ben verantwoordelijk. In mijn enthousiasme wilde ik de rompsnelheid halen. Ik dacht dat de crew er klaar voor was om met dit weer de spinnaker te hijsen. Ik wilde aanvallen omdat we achter lagen, maar werd verrast door de harde vlagen.
Het was een optelsom van inschattingsfouten met het gevolg dat we een potentiële top 3 plek hebben verspild. Want deze condities zijn optimaal voor Fram.
After sail
In de after sail bespreken we deze bizarre (wed)strijd. Ik geef toe dat ik het verkeerd heb ingeschat, dat ik dacht dat we het wel zouden rooien. Ik ben ervoor om de grenzen van de boot en crew op te zoeken, maar dat kost ook geld en posities. En dit keer hebben we de grens niet opgezocht, maar gepasseerd. Met hoge snelheid overschreden wij ons eigen kunnen. Jammer genoeg zijn er geen videobeelden van, maar het zag er ongeveer zo uit:
Tel er maar een dikke knoop bij op!
De volgende dag breng ik de spinaker weg naar de zeilmaker en ga ik voor het eerst dit jaar een weekendje toerzeilen met Violet. Als we zaterdag een stukje motoren valt me op dat de motor op volle kracht net iets meer dan vijf knopen loopt. En dat is te weinig. Ik check de GPS die 1,3 knoop meer aangeeft. Er gaat opeens een lampje branden. Ik heb mijn inschattingen in de laatste wedstrijd gebaseerd op een log dat niet gekalibreerd was. Ik dacht dat we niet de rompsnelheid haalden, maar we zaten daar wel degelijk tegenaan. Met een paar bliepjes stel ik het log bij. Ik kijk er nog eens naar en maak het rekensommetje; 7,4 knoop + 1,3, en bedenk dat we een nieuw snelheidsrecord hebben gevaren.
Crew: Feike, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 15-28 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 8e (van de 12)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten