Posts tonen met het label Steven Ilsink. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Steven Ilsink. Alle posts tonen

dinsdag 14 oktober 2014

De Pinguïn Cup

Eindelijk! We waren het al een paar jaar van plan maar andere sporten, familieverplichtingen en gebroken masten dwarsboomde deelname aan de Pinguïn Cup. Dit jaar staat niets ons in de weg en kunnen we eindelijk meedoen aan de najaarscup van WSV Almere-Haven.

De Pinguïn Cup bestaat uit vier zondagen van eind september tot eind oktober, met elke zondag twee races. Het is ook de tijd dat de Herfst zijn intrede doet en ons doorgaans trakteert op wispelturige condities. De ene week zit je in een T-shirtje na te zomeren, de andere week krijg je 26 knopen wind om de oren en komen eindelijk die dure zeillaarzen van pas.

Pinguin Cup: Race 1 & 2
Hennie heeft het te druk met werk, Steven is nog steeds geblesseerd en Lodewijk is aan zijn 57e hockey seizoen begonnen. Hierdoor krijg ik de crew niet helemaal rond en besluit ik met Rene (voordek) en Rob (kuip) de eerste wedstrijd te varen. Het voelt een beetje onderbemand, maar als ik de voorspellingen zie lijkt dat geen enkel probleem. Net als we er van overtuigd zijn dat we met z’n drieeen moeten varen, zie ik de oproep van Frans in de Bemanning Gezocht groep van R&ZV Naarden. Hij is bootloos en wil opstappen. We nemen de arme jongen onder onze hoede.

Ik bereid me voor op een zeer matige wind. Ik maak me geen illusies en zie het gladde Gooimeer al voor me, net als de langzaam voorbijdrijvende belletjes in het water en het feit dat je een kwartier na de start slechts 30 meter van het startschip ligt. Maar gelukkig niets van dat alles. De wolken sturen een zacht briesje, maar genoeg om echt te kunnen zeilen.

Zoals we van onze overburen WSV Almere-Haven gewend zijn, leggen ze de baan er netjes en professioneel in. Officiele startprocedure met klassenvlaggen, Blue peters en een extra RIB om de startlijn en upwind mark goed in de wind te leggen. Het is elke keer weer een feestje voor de wedstrijdzeiler. Aan boord laat Frans zich van zijn beste kant zien. Ik leg hem even snel uit dat Rob en René helemaal weten wat ze doen, maar geen zeilkennis hebben. Dus als hij tactische calls heeft, vooral roepen!

Het is altijd leuk om een andere zeiler aan boord te hebben, maar ik merk toch dat het niet lekker loopt. Van Frans mag ik alleen sturen. Ik wou dat het zo kon, maar zo werkt Team Fram (nog) niet. Een stukje tactiek, overzicht in het veld, de genuaschoot losgooien bij overstag, de spischoten in beide handen bij drie man en de spischoot aan lij in handen bij vier man, de calls geven… Het komt allemaal bij de taak van de stuurman. Oh en sturen natuurlijk. That’s how we roll at Team Fram. Niet goed, ik geef meteen toe dat het beter zou zijn als de stuurman alleen stuurt, maar op dat niveau zitten we nog niet.

Van Frans mag ik dus alleen maar sturen en moet ik me vooral niet bemoeien met de andere zaken. Het loopt hierdoor anders en anders is niet altijd beter. En als we voor de tweede start er niet helemaal bijzijn met ons hoofd (lees: we zitten lekker te lullen over alles behalve zeilen), starten we te laat. De resultaten zijn matig. Niet slecht, noch goed. Maar we hebben gevaren en dát telt. Ik verwachte niks van deze dag en werd getrakteerd op een heerlijk zeildag met leuke mensen. Wat wil je nog meer.

De eerste zondag kondigt ook de laatste wedstrijd van onze alleskunner Rob aan. Ook hij heeft zich weer enorm ontwikkeld dit seizoen en is zeer waardevol voor ons team. Hij heerst nu niet alleen meer in de kuip, maar neemt ook uitstekend waar op het voordek als René er niet is. Echter is zijn laatste wedstrijd ook een kleine reality check, want hierdoor voelen we allemaal dat ónze laatste wedstrijd ook nabij is.

Pinguin Cup: Race 3 & 4
De tweede zondag kan helemaal niemand op René na. En dit keer staat er iets meer breeze. Gekkenwerk om met twee man te gaan. Ik probeer Hennie nog, plaats een oproep op de Facebook van R&ZV Naarden, maar allemaal tevergeefs. Dan herinner ik me opeens die vrijgezellendag van eind augustus. Die avond waar ons nieuwste bemanningslid Steven zijn arm uit de kom viel. Op die avond was zijn buurman Kasper er ook bij en liet toen al een keer ontvallen dat hij het ook wel leuk zou vinden om ‘een keertje mee te varen’. Nu moet u weten dat Kasper een oud-zeeverkenner is. En die mogen wij graag. Want zoals u wellicht weet is Hennie ook een oud-zeeverkenner. Ik vraag of hij zin heeft om mee te gaan en daar hoeft hij niet lang over na te denken.

Maar met één ervaren voordekker en één nieuweling zou ik graag nog een tweede ervaren man in de pit willen hebben. Dan kan hij of zij Kasper een beetje wegwijs maken aan boord. Maar op al mijn oproepen krijg louter likes, maar die kunnen niet zeilen.

Enigszins noodgedwongen varen we zondag met drie man uit. Maar het voelt als tweeëneenhalf. Niets ten nadelen van Kasper, maar op die Lelievlet zat geen spinnaker en ik vermoed ook geen traveller. We besluiten een half uur eerder uit te varen voor een spoedcursus spinnakeren. En dan beginnen we aan de eerste race.

De wind is best straf, ik schat zo’n 14 knopen, maar mijn iPhone geeft 18 aan. We lopen daardoor continu tegen onze rompsnelheid en kunnen weer eens met z’n allen aan de hoge kant zitten. De eerste race probeer ik zoveel mogelijk te doen, maar dat wordt af en toe teveel. Als ik met twee spischoten in mijn handen en het roer tussen mijn benen ook nog de downhaul van de spiboom wil aantrekken, hoor ik een stemmetje in mijn hoofd: ‘Waar zijn we nu helemaal mee bezig, meneer Cornelissen?’ Iets met ‘teveel hooi’ en ‘een vork’ beken ik het stemmetje.

De start van de tweede race wordt briljant. We sturen Fram bijna tegen de wind in omhoog langs het startschip en hebben dus voorrang op alle indringers. Helaas vinden zij dat niet en worden er weliswaar twee schepen uit de startlijn gedrukt, maar moet ik nog steeds twee Pionnen en nog een onbekend schip ontwijken. Grrrrrr… Dit is weer zo’n protestsituatie. Maar ik heb geen zin om na afloop van de race naar WSV Almere-Haven te rijden dus vaar maar gewoon door. Kasper is inmiddels goed opgewarmd en pakt het spelletje snel op. Hij krijgt meer touwtjes in handen en ik minder. We varen goed en snel, en maken optimaal gebruik van de windshifts.

Voor René is dít zijn laatste wedstrijd. Ook hij is dit seizoen weer gegroeid. Want opeens komt daar de call: “Nu overstag, het is vrij over stuurboord!” ‘Eh hallo? Ben jij nu ook al tacticus?’ Ja dus, want als ik over mijn rechter schouder kijk zie ik dat hij gelijk heeft. We klappen direct en maken een mooie slag over stuurboord. We varen de race goed uit en weten Team Windrose nog in te halen, maar dat de afstand ook groot genoeg was om van ze te winnen op handicap lezen we pas twee dagen later. We doen er na correctie 55 minuten en twee seconden over. Net als de Zahir en delen daarom de achtste plek met deze Pion. Ik vind het een mooi resultaat, maar het mooiste was toch wel Kasper die zich ontpopte als snelle leerling en René die zich als senior voordekker nu ook junior tacticus mag noemen.

Pinguin Cup: Race 5 & 6
Het is inmiddels 12 oktober en eindelijk heb ik een volledige crew. Steven is back on track en kan zijn arm weer gebruiken, Hennie heeft een weekendje geen werk en kan mee en Kasper heeft de smaak te pakken. En als een geraffineerde drugsdealer wil ik dat hij zwaar verslaafd raakt. Hij past perfect binnen die andere zeiljunkies van Team Fram.

Helaas zijn de voorspellingen wederom waardeloos. Vier knopen is vier keer niks. Hiervoor doe ik niet mee. Het is de eerste keer dat we een najaarscup kunnen varen en ik had de hoop op Herfstachtig weer en niet zo’n Indian Summer. Bovendien is dit dan echt de laatste wedstrijd op Fram voor 2014. Nog één keertje vlammen zou leuk zijn.

Als we in de haven zijn staan de windvaantjes van de verschillende boten in één richting. ‘Dat is een goed teken!’, zeg ik monter. We maken de boot klaar en varen uit. Onderweg geven we de Off Duty, een FF65, nog even een sleep naar het startgebied. Leuk bootje, waarom doet ‘ie niet mee met de WAC?

Ochtendnevel hangt als een mooie sluier over het Gooimeer. We kunnen de overkant niet zien en het lijkt net alsof we een kalme zee opvaren met water zover het oog reikt. Op weg naar Almere Haven is het bij vlagen zeer dichte mist met maar 50 meter zicht. Ik moet denken aan dat boek van Stephen King, The Fog. Dan prikken de eerste zeilen en bonte spinnakers door de minuscule waterdruppeltjes, uitgelicht door een bleek najaarszonnetje. Het is schitterend. Wind of geen wind, we vinden het nu al een geweldig laatste zeildag.

Gelukkig klopt de voorspelling ook deze keer niet en staat er toch 5-7 knopen wind. We oefenen de start, maar starten wederom te dicht onder de kluit en hebben veel vuile wind. Als we een gaatje zien tacken we weg en begint Fram te lopen. Al vrij snel klappen we terug naar het midden van de baan. Vrijwel iedereen lijkt direct naar de layline te willen, maar de wind zou vandaag veel gaan draaien, dus blijven we in het midden en maken optimaal gebruik van de shifts. En dat pakt goed uit! We varen ons vrij en liggen ver voorin. En passant maken we ook nog even een paar super strakke overstags. De stijgende lijn van dit seizoen wordt ook in de laatste wedstrijd voortgezet. 

Van de boten uit Naarden gaan we uiteindelijk als tweede over de streep, enkele bootlengtes voor de Knoet en een stuk voor de Kyan. Alleen de Spoom met de ‘Schriers’ aan boord moeten we voor ons dulden. ‘Wow, dit is een goede race mannen!’ Dat is ook wat Xander van de Aquaholic zegt: “Goed gevaren Floris!” Leuk compliment maar toch reageert Hennie enigszins verontwaardigd: “Hoezo alleen Floris? Wij waren ook aan boord!” En gelijk heeft Hennie. Dit is het resultaat van Team Fram.


In de tweede race is de wind constanter, maar maken we dezelfde fout bij de start. We kunnen moeilijker vrijvaren, maar het lukt. De wind draait minder en de bovenboei ligt er goed in. Het maakt de race ook een beetje saai.

De crew draait als een warmgelopen scheepsdiesel; soepel en geolied. Steven staat voor het eerst op het voordek en heeft het snel door. Kasper doet het grootzeil en komt 'zomaar' met een nóg betere manier om de spi te prefeeden. Hennie ‘voor-mij-geen-lierhandels’ Hoenselaar zit helemaal in zijn rol als grinder en tacticus. Kortom, we zijn lekker bezig.

We moeten uiteindelijk genoegen nemen met de bovenste plek van het rechter rijtje. Let wel, op slechts zeven seconden van de boot boven ons. En dat is iets wat mij opviel bij de Pinguïn Cup. De gecorrigeerde tijden liggen dicht bij elkaar. Wat ook opvallend was, is het aantal 28 voeters dat meedoet. Naast een stuk of vijf Pionnen, doen er ook Duetta 860’s, First 285’s en Compromis 888’s mee. Samen met onze Friendship 28 is dat een leuke vloot van gelijkwaardige boten. Jammer dat geen één van deze boten zich liet zien op de Pampus Regatta. Een mooi puntje voor de aankomende vergadering met onze overburen en natuurlijk zijn ze er met de Eemdelta Race 2015.

Als we in de warme Herfstzon terugvaren naar Naarden komt langzaam het besef. Dit was het dan. Dit was seizoen 2014. Volgende week zijn er andere verplichtingen en dus gaat de laatste zondag van de Pinguïn Cup aan ons voorbij. Daarna gaat Fram onder zeil. Dekzeil welteverstaan. En op de bok. We genieten nog even van de laatste vaart onder spi en zijn het erover eens dat we het seizoen met een climax zijn geëindigd: een prachtige zeildag, mooie resultaten en vier grijnzende zeilers.

Seizoen 2014
Vijfentwintig starts, twee nieuwe crewleden, een derde positie als hoogste notering, nul schade, de grootste stijger in het klassement van R&ZV Naarden. Het zijn zomaar wat cijfers en feiten die ons seizoen kenmerken. En ondanks dat we minder wedstrijden dan voorgaande jaren hebben we gevaren, hebben we nog nooit zoveel progressie gemaakt. En dat hebben we bereikt met een handje vol mensen die ik toch even bij naam wil noemen: René, Rob, Steven, Kasper, Ben, Lodewijk en Hennie. Kortom Team Fram! Thanks guys. Tot volgend jaar.

Results:
Zondag 1: 8e & 10e v/d 13 (Frans, René, Rob, Floris)
Zondag 2: 12e & 8e v/d 18 (René, Kasper, Floris)
Zondag 3: 9e & 11e v/d 21 (Steven, Kasper, Hennie, Floris)

Zondag 4: DNC

donderdag 14 augustus 2014

Prima

Wind, zon en een mooie selectie in de kuip. Vanavond lijkt een topavond te worden. Een lekkere bries uit het west-zuidwesten vliegt met 12 knopen over het dek. Waar René na een korte griep weer heerst. Het griepje heeft hem vijf kilo lichter gemaakt waarop ik nogal ontactisch enthousiast reageer. Kilo’s laten we graag op de steiger. In de kuip maakt Steven zich op voor zijn derde wedstrijd als ‘official crewmember of Team Fram’. En na een lange afwezigheid is Hennie ook weer aan boord. Ik heb er zin in en een gezonde wedstrijdspanning prikkelt al mijn zintuigen. Let’s go!



‘Wij gaan weer wedstrijdzeilen’ zou er boven de steigers in Jachthaven Naarden kunnen hangen, want de schoolvakanties zitten er weer bijna op en de meeste boten hebben het zilte water weer verruild voor het zoete Gooise water. Na Parijs en London ligt Team Windrose weer in het kosmopolitische Naarden en doet de Aquaholic ook weer mee. Dertig schepen zouden zich deze vanavond in de strijd gooien op het water.

Wij zijn er ook klaar voor. Alle zeilen zijn gerepareerd en kunnen weer worden ingezet. We maken ons op voor de halvewindse start. Deze gaat niet bijzonder slecht, maar ook niet bijzonder goed. Gewoon prima.

Vuile wind
Na de eerste ton kan de spi erop. Het is druk en we hebben veel vuile wind. Ik zit met de Atlantis vlak achter mij en de Aquaholic vlak voor mij. Als we over de Xander’s Aquaholic proberen te loeven heeft hij het snel door. Uiteindelijk maak ik een verkeerde tactische beslissing waardoor we weliswaar van de Atlantis af zijn, maar in de luwte van de Stantepede komen. We verliezen snelheid en komen niet van hem af. Uiteindelijk kunnen we iets doorloeven en gijpen en varen we naar de D-ton.

Het loopt goed aan boord. Niet bijzonder smooth, maar zeker ook niet slecht. Gewoon prima. Als we de spi zetten zit er een flinke zandloper in. René ziet het en iedereen weet wat ie moet doen. Hoe harder het waait, hoe moeilijker het kan zijn om de zandloper eruit te krijgen, maar het lukt ons door goed teamwork.

Wier
Bij de benedenboei willen we eerst oploeven om een stukje over stuurboord verder te varen, maar na nog geen anderhalve scheepslengte zitten we in het wier. Dik in het wier! Ik dacht dat ze gemaaid hadden, maar dat onkruid groeit te hard. We gaan er dwars door heen en ik vermoed dat dit wel eens het einde van de wedstrijd zou kunnen betekenen. Gelukkig heeft vrijwel iedereen dit probleem en lopen we allemaal iets langzamer. Prima.

John de Mol
Nu iedereen weet dat we na deze boei meteen overstag moeten ontstaat er een stukje zeilspektakel waar John de Mol nog wel een avondvullend programma van zou kunnen maken. De spinnakers en genakers worden op enkele scheepslengtes voor de boei binnengehaald, waarna er soms drie dik gerond wordt om vervolgens drie dik direct overstag te gaan om het wier te ontwijken. Maar daar eindigt het spektakel niet. Want daarna lig je over bakboord aan de wind (meer voorrang ga je niet krijgen) en komt de rest van het veld nog met de spi of gen over stuurboord naar diezelfde benedenboei. Heerlijk! En als de Nessy het ook nog voorelkaar krijgt om zijn boot af te meren aan deze ton door vermoedelijk een buiten hangende spischoot als landvast cq. ankerketting te gebruiken, zou dit plaatje prima passen bij de definitie ‘chaos’.

Wij komen er zonder kleerscheuren van af en na een stuk of drie rondje gaan we naar de finish. De Spoom haalt ons op het laatste rak in, wat we erg jammer vinden want voor de Spoom eindigen is een prestatie op zich. We hebben prima gevaren en een meer dan prima avond gehad. Op de terugweg geven we de Atlantis een sleep in ruil voor bier. Prima.
Typisch WAC; Mooie avondluchten 
Uitslag
Als we de uitslag horen blijken we 9e geworden van de 18* schepen. Juist! Top 10 en linker rijtje. Een prima resultaat dus. Helaas is het weer te gezellig en zijn de verhalen en tips te leuk om vroeg naar huis te gaan. Trending topic lijkt de J80. De mannen van de Lyra vinden het een gave boot. Ik ben er ook heel erg van gecharmeerd, net als Frank van Hobbelen. Tja, als het toerzeilen met het gezin niks wordt… Wie weet!

Als de klok twaalf keer heeft geslagen wordt het toch echt tijd om naar huis te gaan. Ik sla een laatste biertje af, met het gevolg dat ik nog een kwartier zit te lullen zonder bier. Het was weer een prima avond, die eigenlijk op alle fronten top was.

Crew: Rene, Steven, Hennie, Floris
Wind: WZW krimpend naar ZW 12kn
Baan: 12 (ZW Lang)
Finish: 9e van de 18*


*De Cornish Crabber staat niet in de lijst maar deed wel mee.


Schrijf je nu in voor de Pampus Regatta 13 en 14 september www.pampusregatta.nl

donderdag 31 juli 2014

Murphy aan boord

Eindelijk! Eindelijk terug van vakantie en geen gekkenhuis op mijn werk. En dus had ik weer tijd voor onze woensdagavond competitie. Begrijp me niet verkeerd, ik heb een heerlijke vakantie gehad, maar na drukke werkweken en twee weken vakantie was mijn laatste WAC  die met WSV Almere-Haven. Dus je kunt wel zeggen dat ik zin had in een potje wedstrijdzeilen.

De dinsdag voor de WAC was ik nog vrij en ging ik na een kleine maand even polshoogte nemen bij Fram. Ben had Fram voor de vakantie mooi toegedekt onder een kuiptent en stuk vrachtwagenzeil. Verder was ze bedekt met tientallen spinnenwebben en was de onderkant bedekt met een vlekkerig algenlaagje. Kortom, er moest gepoetst worden want een schoon onderwaterschip is sneller en een schoon dek toont sneller.

Na een half uurtje bovendeks schrobben en een uur in het water gelegen te hebben, was ze klaar voor de WAC. Hoewel, nog niet helemaal. Het lijkt erop dat onze lieren hun beste tijd gehad hebben. Dus vroeg ik onze Hoofd Technische Dienst, Lodewijk, even polshoogte te nemen. Drie van de vier lieren tonen serieuze sporen van slijtage. Grrrmmbfffff… Houd het dan nooit op!

The actors
De crew bestaat uit Rob, Lodewijk, Steven en mij. Steven heeft al één keer meegezeild en dat beviel goed. Zijn zeilervaring en enthousiasme kunnen we goed gebruiken en eenmaal aan boord mocht hij de afwezige Hennie vervangen. Juist; toetsen, zeiltrim en de spi binnenhalen. Op de zeiltrim na was dat allemaal nieuw voor hem dus kreeg hij een spoedcursus terwijl we uitvaren. Rob verving onze ervaren voordekker René. We weten dat hij het kan en dat zou hij ook vanavond weer laten zien. Ik had natuurlijk het roer af kunnen staan aan Lodewijk en zelf de spi en toetsen kunnen doen, maar vanavond wilde ik eigenlijk iedereen uit zijn comfort zone halen en uren laten draaien in andere posities. Want je moet alles een keer gedaan hebben om te begrijpen wat de ander van je verwacht. En eerlijk gezegd had ik geen grote verwachtingen van deze wedstrijd. Dus zag ik het vooral als een training. 

Als we ons gebruikelijke oefenrondjes voor de start willen maken roept Rob opeens dat de genua is losgeschoten. Ik dacht even dat hij één van de schoten bedoelde maar het was de val. Shit! We zouden de spival kunnen gebruiken, maar dan kun je niet meer spinnakeren. Ik kijk op de klok. Nog 15 minuten voor de start. We hebben al een keer eerder met dit bijltjegehakt en dat was tijdens een spirak, dus waarom niet als je nog maar 15 minuten voor het startsignaal hebt? ‘Oké!’ roep ik ‘ik ga omhoog, Lodewijk houdt de boot in de wind en Rob en Steven gaan mij omhoog hijsen.’ Snel trek ik het bootmansstoeltje aan en haak ik mezelf aan de kraanlijn. Terwijl ik zelf omhoog probeer te klauteren trekken de mannen beneden met alles wat ze hebben die 85 kilo de lucht in. Het gaat verrassend snel en voordat ik het weet sta ik als Gerd-Jan Poortman tegen de top van de mast. Ik pak de genuaval en zeg dat ze me mogen laten zakken. Aan dek hijsen we de genua opnieuw en dan horen we het vijf minuten signaal. Snel terug naar de startlijn.
Heel even voelde ik me zoals Gerd-Jan. Heel even maar.

Met een goede stoot adrenaline, verzuurde spieren en een hartslag van een Gabber beginnen we aan de start. We hebben geen tijd om te kijken hoe en waar we het beste kunnen starten en gaan als een-na-laatste over de startlijn. Het maakt niet uit, we zijn tenminste gestart.

We liggen op ramkoers met de Lyra, maar wij hebben voorrang en zij wijken. Even later lijken we de Stantepede te raken, maar zij gaan net voorlangs. Dat is jammer want dan komen we die straks over stuurboord waarschijnlijk tegen en moeten we voorrang geven.

Gewoon lekker zeilen
Door de pech met de genuaval heb ik me voorgenomen om geen onnodig risico te nemen. De wet van Murphy zingt in mijn achterhoofd: Anything that can go wrong, will go wrong. Bovendien had ik geen hoge verwachtingen van deze wedstrijd en na deze start maak ik me geen illusies. Niet dat ik niet meer competitief ben, maar ik ga geen risico’s nemen. Gewoon lekker zeilen en zorgen dat onze ‘apprentice’ Steven zo snel mogelijk de handling onder de knie krijgt.

En inderdaad, daar komt de Stantepede aan over bakboord. Klappen is kansloos, maar dippen betekent dat ik de boei waarschijnlijk ook niet haal. Toch kiezen we voor het laatste in de hoop op een lift. We varen hard door naar de GM 60 en halen ‘m net nnnnnnn…. wel! Murphy vs Fram 1-1!

‘Zet de spiboom’, roep ik naar Rob terwijl ik snel nog even de handelingen vertel aan Steven. Lodewijk trimt het grootzeil en pakt één van de spischoten terwijl ik de boot om de ton stuur. Steven ‘pre-feed’ de spinnaker vanuit de kajuitopening en als deze eenmaal bij de boom is krijgt Rob groen licht om aan de mast te hijsen. De spi staat snel en mooi en we lopen direct lekker langs de Stantepede.


De wind
Ja dat was ik vergeten te vertellen. De wind was prachtig. Veel mooier dan de voorspelde 9 knopen afnemend naar 5. Nee, het was toch wel 10 tot 12 knopen en hij bleef staan! De Noordwestelijke richting hadden ze wel goed voorspeld. En dat betekent niet alleen een lang spinnakerrak vanaf de GM 60, maar ook hoge cijfers op het log.

Langzaam kruipen we naar voren. We passeren de eerste Albin Vega (De Vrijheid) en lopen strak langs de Lyra. Nu de rest nog. Maar dat wordt wel moeilijk.

One Vega down, one to go!
Als we bij de C-boei komen mag Steven de genua uitrollen, vastzetten, de klem opengooien als Rob de spival handmatig vasthoudt aan de mast, de barberhauler vieren zodat hij goed bij de lijschoot van spi kan om vervolgens via diezelfde lijschoot die blauwgele vierkante meters naar binnen te trekken. Tja, het is even een stukje handeling maar dan verwissel je ook 60 vierkante meter ruimwinds zeil voor 22 vierkante meter aandewinds zeil.

Het gaat helemaal goed en we beginnen aan het kruisrak. Onderweg mag Lodewijk de spi ‘ompoolen’, maar als ik bij de bovenboei ben zie ik dat het niet nodig was geweest. Dan maar teruggijpen. Dat gaat iets minder. De neerhouder staat te strak en als we ‘ruimte’ horen van onze Rob vieren we alleen de schoten en niet de neerhouder. Het lukt ‘m desondanks om de boom voor de babystag te prikken en om te zetten en we varen snel verder. ‘Snel’ betekent in dit geval 6.57 knoop.

Sandwich-constructie
Als we weer bij de C-ton aankomen zie ik dat het weleens druk zou kunnen gaan worden. We halen de spi er op tijd af en nemen geen enkel risico. Ik heb overlap met de Just Kidding en zit aan de binnenkant. Achter mij komt de Ferox aanstormen en een J80. Beiden hebben geen overlap. De J80 hoopte op een gaatje, maar kreeg die niet en had eigenlijk helemaal buitenom moeten ronden. Hij deed dit niet en ramde zijn boeg net iets achterlijker dan dwars in de Just Kidding om vervolgens terug te ‘bouncen’ en mij te rammen. Ik kan niet verder omhoog omdat inmiddels de Ferox tussen mij en de boei is gekropen. Hoewel hij geen recht op ruimte had, had ik geen zin om me te laten sandwichen tussen een Winner 900 en een J80 en probeer ik zoveel mogelijk ruimte te geven. Het is sturen op de millimeter. Gelukkig stuurt de Ferox strak en raakt hij ons niet. Intussen zit de zeereling van de J80 aan onze reddingsboeihouder vast. De voordekker van de J80 zegt met een opvallende kalmte dat ik even niet van koers moet veranderen. Ik begrijp meteen wat hij bedoelt. Óf zijn zeereling gaat naar de haaien óf mijn reddingsboeihouder gaat het begeven. ‘Welkom bij de zwakste schakel!’, zou Chazia Moerali zeggen. Snel trekt hij de zeereling eroverheen en zijn we na deze bodycheck gescheiden. Genoeg commotie en ik denk nogmaals aan Murphy, die zojuist de twee-één scoorde.

Crash tack
We kruisen door naar boven en liggen op ramkoers met een X79. Zij hebben voorrang. Ik zie te laat dat het de Blue Box is, want dan had ik wel gevraagd of ik even voorlangs mocht. We maken ons klaar voor een ‘crash tack’, hetgeen zoveel wil zeggen dat we direct kunnen klappen als ik dat nodig acht. Iedereen wacht in spanning… ‘Dit gaat niet goed komen’, denk ik en dan realiseer ik me dat als ik nog langer wacht, ik alleen maar achter hem in zijn vuile wind ga hangen. ‘Nu’, roep ik en we maken een van de snelste overstags ooit. Niet mooi, maar wel noodzakelijk. We varen deels gelijk op met de Blue Box echter lijken wij de boei niet te halen. ‘Maak nog maar een extra klapje’, grapt Frans met een te grote grijns vanaf de Blue Box. ‘Ik dacht het niet’, maar vraag de crew wel om nogmaals klaar te maken voor een ‘crash tack’. Gelukkig heb ik met Sjoerd meegevaren op de Blue Box en heb ik ook daarvan geleerd. Bijvoorbeeld dat je, als je de boei op meters niet lijkt te gaan halen, zo’n X gewoon met vaart onder de boei blijft sturen en hem in dat laatste stukje erover heen drukt. Dat gaat bij zo’n X79 heel goed. Nu werd het tijd om te kijken of Fram dat ook kan. Ik stuur stug door. Let niet meer op of ik de boei ga halen. Snelheid is alles wat ik wil. De dood of de gladiolen. En duimen dat Murphy niet kijkt. Ik kom ongeveer zeven meter te laag uit en bereid Lodewijk aan de genuaschoot voor. Hij begrijpt mijn bedoeling en vlak voor de boei stuur ik Fram loodrecht in de wind. Lodewijk gooit de genua los. Paniekering klappert het doek en lijkt het te zeggen: “Wat doe je nu?” Het plannetje lukt en we passeren de A ton op een schoenmaat 42. ‘Hé Murphy! Het staat weer gelijk!’

Na het volgende spinnakerrak stevenen we af op de finish. Samen met de Geusje. Alsof we twee F-16’s zijn en wij hun ‘wingman’. Wat zeg ik, zij zijn onze wingman! Want hoewel ze vier seconden voorliggen, zullen ze op handicap van ons verliezen. De wind staat nog steeds lekker met een knoop of twaalf en onder een mooie hoek vliegen we voorbij de verkeerstoren. Op weg naar de haven krijgt Steven het roer en zet hij de afterburner aan. Jammer dat niemand foto’s maakt, want mijn mooi gepoetste onderwaterschip is nu wel echt zichtbaar. 
Gelukkig heeft Steven wel foto's gemaakt, dat is ook precies de reden waarom hij op geen één foto staat. 
In de haven wordt de boot afgetuigd en vraagt Steven wat hij beter had kunnen doen. Eigenlijk niks, is de conclusie. Alles ging goed. Snelheid van de handeling is het enige, maar dat komt wel... de volgende wedstrijd.

In het clubhuis wachten we op de uitslag. Ik ga even bij onze CEO WAC, de heer Driessen kijken en zie de uitslag al. Vanuit gewoonte scan ik de lijst van onder naar boven. In dit geval had ik beter van boven naar beneden kunnen lezen. Zo te zien hebben we in de blessuretijd Murphy er nog even flink van langs gegeven, want Fram staat vanavond op het podium! Een bronsgekleurde derde plaats hebben we er uitgesleept. Op eigen kracht, met het eigen team. Apetrots ben ik. En we nemen nog een biertje om hierop te proosten. De critici kunnen natuurlijk zeggen dat het vakantie is en de Spoom en Knoet niet meededen. Dat klopt, maar Murphy deed vanavond wel mee. En dat is misschien wel veel zwaarder.

Crew: Rob, Lodewijk, Steven, Floris
Wind: 12 kn NW
Baan: 15 NW kort