zaterdag 12 mei 2012

Het halve werk

Hoewel 7 knopen wind het bloed niet sneller doet stromen, deed de baan van onze tweede wedstrijd dat wel. Een korte Zuidwestbaan met een lang spinakerrak. We bestuderen de kaart en zien dat er kansen liggen voor Team Fram. De start zou cruciaal zijn. Dit keer zouden we op volle snelheid over de startlijn gaan terwijl het startsignaal nog na echoot. Gelukkig was de ‘levende atoomklok’ Paul weer aan boord en kon het aftellen op GPS-tijd beginnen.

Twee minuten stilte
Na enkele oefenstarts rekenden we uit dat we in 2 minuten op de startlijn zaten, komende van achteruit het startgebied. Met iets meer dan twee minuten voor de start hadden we genoeg gerepeteerd en werd het tijd voor de uitvoering. Terwijl we vol goede moed op de startlijn varen valt de wind weg en is de snelheid uit de boot. Dobberend en bijna stuurloos horen we het startsignaal. Verlamd kijken we hoe iedereen, ik herhaal iedereen, voor ons start en wegvaart. Het zou nog twee pijnlijke minuten duren voordat wij over de startlijn voeren, twee minuten die stiller waren dan die twee om acht uur op de Dam.

“Als je denkt ‘ik ben verslagen’ is de nederlaag een feit”
Zo luidt de eerste strofe uit zo’n peptalk rijmpje. En daar zit zeker een kern van waarheid in, dus herpakten wij ons en maakten ons op voor het lange spinakerrak. ‘Een goede start is het halve werk’, ik maakte gauw een rekensommetje en bedacht me dat wij nog 50% kans hadden om de race tot een goed einde te brengen, maar dan moesten we wel 200% geven. We sturen als laatste om de eerste boei en begonnen direct aan de grote inhaalrace. De spinaker werd gehesen en de Comodo was de eerste die onze spiegel zag.

Inhaalrace
Voor ons lagen nog twaalf andere schepen die we moesten inhalen. We liepen hard en bij de tweede ton hadden we er al vijf ingehaald. Daarna begon het kruisrak waar we normaliter bij weinig wind het afleggen, maar niet vanavond. Want de hele crew gaf 200%.

Erop of eronder
Terwijl ik naar de bovenwindse boei stuur kom ik erachter dat we ‘m niet gaan halen, we zijn te vroeg getacked (dat is Engels voor overstag en klinkt stoerder, nietwaar?). Het was een kwestie van erop of eronder, maar we moesten er overheen. Ik besluit de vaart in de boot te houden en neem voor lief dat we een extra slag moeten maken. Als plotseling de wind iets aantrekt, is het scenario veranderd en kunnen we de boei opeens wel weer in een keer halen. Maar ook dit scenario is geen lang leven beschoren. Vanuit mijn rechterooghoek zie ik hoe de rest van het veld over bakboord aankomt en voorrang heeft. En natuurlijk liggen we met een van deze jongens op ramkoers.

Demonstrerende voorlijken
Ik stuur de boot zo lang mogelijk rechtdoor. We varen midscheeps op de X-yacht en op het laatste moment duiken we even onder hem door. We verliezen weer hoogte met het gevolg dat we de boei toch niet in een keer gaan halen.
Of toch wel, nee toch niet, wel, nee echt niet… U begrijpt, het werd spannend. Ik stuur de boot iets scherper, de voorlijken beginnen te demonstreren en we verliezen vaart maar winnen hoogte. Nét niet stuurloos en nét niet in de wind sturen we de boot om de boei en beginnen we aan het tweede spinakerrak. Ook hier halen we weer drie boten in, waaronder de Atlantis, een X-Yacht en nog een eerste klasser. We varen de spi tot op de boei en halen ‘m naar binnen als Fram alweer aan de wind ligt.

Finish
Tot de finish houden we iedereen achter ons met uitzondering van die snelle X-yacht. ‘Verdikkeme, wat vaart die scherp aan de wind, ik vermoed al gauw 15 graden scherper!’. Als we de finish over gaan tellen we zeven schepen uit onze klasse achter ons. We zijn van een 14e plaats opgekropen naar een 7e plek. Niet verkeerd. Ik maak nogmaals dat rekensommetje en kom tot de conclusie dat het aardig klopt: een goede start is het halve werk!

Crew: Paul, René, Floris & Ben
Wind: 5-12 knopen (ZW)
Baan: 11
Finish: 9e (van de 14)

1 opmerking:

ben zei

Volgende keer een goede start, een mooie wind, dan ...........!?!