De voorspellingen voor de laatste twee wedstrijden waren vrijwel gelijk. 2-4 knopen wind. Dobberen dus. Iets waar Fram een hekel aan heeft, maar ook tijdens deze ogenschijnlijk saaie wedstrijden presteren we steeds beter. Eerst maar even een resume van de wedstrijd van 23 mei.
De wedstrijd van 23 mei
Voor deze wedstrijd kregen we de crew niet rond. Paul kon niet, Rene kon niet, Lodewijk kon niet, Marlous kon niet, Frank kon niet en net toen ik Feike wilde gaan bellen bedacht ik me om even de weersvoorspelling te checken. En mijn vermoeden werd bevestigd; een windloze woensdagavond was in aantocht. Hierop besloot ik om de wedstrijd gewoon met drie man te varen. Iets dat natuurlijk makkelijk kan en waardoor we al gauw 80-100 kg op de wal achterlaten. In het geval van Feike eerder 100 kg (sorry Feike).
De klokken gelijk zetten
De laatste tijd lijken de startschepen het niet zo nauw te nemen met het tien- en vijfminuten-signaal. En als je GPS geen verbinding met de satellieten wilt maken, tast je al gauw in het spreekwoordelijke duister. De exacte tijd bij andere boten vragen heeft geen zin, deze zeggen dat je nog alle tijd hebt. “Je hebt nog twintig minuten” wordt er gekscherend van de Windrose geroepen, en dat terwijl net het tienminuten-signaal heeft geklonken. Als de Geusje ook zo’n grap maak zeg ik lachend terug dat hij niet meer op zijn motor mag varen zo vlak voor de start. Even verstrakt het gezicht, dan ziet hij mijn grijns en weten de heren dat ik hier niet over ga protesteren. Wel krijgen we een exactere starttijd van ze. Dat heet nou goed zeemanschap.
De start, race en finish
We starten redelijk en het lukt ons om in het kielzog van de Windrose te blijven. Een unieke prestatie, daar we het meestal direct verliezen bij weinig wind. Maak u geen illusies, we verliezen alsnog. Dit gebeurt op het tweede rak. Doordat de wind blijft draaien zit er ook geen spinnakerrak meer in de baan en blijft ons geheime wapen opgedoekt in de tas. We worden 9e van de twaalf schepen in onze klasse.
De wedstrijd van 30 mei
Als ik al mijn wind apps moet geloven wordt ook de wedstrijd van 30 mei kansloos. Vooral omdat WindGuru een trieste 1 knoop aangeeft om negen uur ‘s avonds. Maar als ik uit mijn raam kijk zie ik de wind het water rimpelen. Kleine formaties golfjes bewegen zich als Romeinse veldtroepen over het spiegelende oppervlak; langzaam, geclusterd, maar vastbesloten. Het is niet veel, maar genoeg om 3,5 ton polyester, staal en hout in beweging te krijgen.
Start
Bij de start blijkt al gauw dat alle voorspellingen ernaast zitten en er een dikke twee beaufort uit Noordwestelijke richting komt. Wederom starten we redelijk, maar helaas is de eerste boei net niet bezeild. We maken twee slagen en zijn klaar om de spinaker te hijsen. Ook hier maken we een inschattingsfoutje; de tas staat aan de verkeerde kant aangeslagen waardoor het even duurt voor onze spi staat. Als we ‘m hijsen kan de bekende inhaalrace aanvangen.
Geen gat
Tot onze verbazing lukt het ons niet om vrijwel iedereen in te halen. We trimmen nauwkeurig, experimenteren met de gewichtsverdeling, kijken waar de wind is en loeven achter de schepen op, opzoek naar vrije wind. Maar we slaan geen gat. Sterker nog we liggen gelijk met onze concurrenten de Atlantis, Geusje, Team Windrose en de Job (die na een lange afwezigheid weer meezeilde in de WAC).
De geduchte tegenstanders op een rij. (Met dank aan Bert Piels @TeamWindrose)
Wel een gat
Op het aandewindse rak dat hierop volgt verliezen we weer meters. Gelukkig hebben we nog een spinakerrak te goed. Dit keer staat alles goed aangeslagen en kunnen we snel hijsen. Helaas is het geen ruime koers en valt de wind half binnen. We zullen moeten reachen en zien andere boten hun spinaker weer naar binnen halen. Even twijfelen we, maar dan vult de 60 m2 zich met wind en begint te trekken aan de mast. Het spinakeren gaat met een slag en een stoot waarop we besluiten om de genua weer uit te rollen en de spi naar binnen te halen. Maar als de genua ook mooi staat lijkt de spinaker gewaarschuwd en gehoorzaamt het grote lichtweerzeil. Fram begint te lopen en dit keer halen we wel meerdere boten in. We tikken een kleine zes knopen aan en dat is niet slecht voor de kleine drie beaufort.
Gemiste boei
Naar de finish vergeten we bijna de laatste boei te ronden. We zien het op tijd maar zien tegelijk hoe andere schepen deze totaal gemist hebben. Team Windrose lijkt ‘m ook te missen maar vaart netjes terug. Zij attenderen de Rode Zebra ook op deze gemiste kans en de Sailhorse keert ook terug naar de boei. Als we verder naar de finish kijken zien we een aantal schepen die niet op de layline liggen van de laatste boei naar de finish. Wel liggen ze op een denkbeeldige lijn van de een-na-laatste boei naar de finish. Doen zij nu wat wij twee weken geleden nog deden?
Finish
We kruisen naar de finish en proberen de boot met man en macht boven de twee knopen te houden. Het lukt maar moeilijk. De wind is weg en het wier is terug. Sierlijke slierten sleuren we achter ons aan door het heldere water van het Gooimeer. Het is weer zover, helaas! Vanaf volgende week doen we weer de korte optimisten baantjes.
Crew 23 mei: Hennie, Ben, Floris
Wind: 2-6 knopen (richting variabel)
Finish: 9e (van de 12)
Crew 30 mei: René, Hennie, Ben, Floris
Finish: 10e (van de 15)
Wind: 6-14 knopen (NW)
donderdag 31 mei 2012
donderdag 17 mei 2012
It was great while it lasted
De wedstrijd van 16 mei 2012 zou een eigen hoofdstuk krijgen in de geschiedenis van Team Fram. We begonnen met een redelijke start en gingen op driekwart snelheid over de startlijn, 30 seconden nadat het signaal had geklonken. Helaas startte iedereen goed waardoor we bij de eerste boei toch nog op een 9e positie lagen. Maar net als vorige week luidde de eerste boei het spinakerrak in en begon onze queeste naar een podiumplaats.
Niks uit handen geven
Terwijl ons log 6,7 knopen aantikt en de spi onverbiddelijk aan de mast rukt, lopen we iedereen voorbij. Al gauw liggen we derde en na de boeironding tweede. Niet veel laten liggen we eerste en ontstaat er een nieuw soort spanning aan boord: dit mogen we niet uit handen geven. Maar helaas doen we dat wel.
Boeien
Bert Piels had ons vorig jaar al een keer verteld dat aan kop varen een hele nieuwe dimensie met zich meebrengt; namelijk de juiste boei vinden. En dat dát niet meevalt blijkt als we boei 37 aanzien voor boei 39. Hierdoor varen we verder dan nodig en moeten we terug om boei 39 alsnog reglementair te ronden. Kostbare minuten gaan verloren en het veld vindt aansluiting met de leider, voor de duidelijkheid, dat zijn wij.
Zege in zicht
In het laatste rak naar de finish komt slechts één boot uit onze klasse ons voorbij, het is de Roxane van Sander Kreukniet, maar die heeft een lagere handicap. Anders gezegd, hij mag acht minuten eerder finishen en dan nog winnen wij het op handicap. Ik vraag de hele crew nog één keer alles te geven op dit laatste rak. Vier schepen hijgen in ons nek, maar Ben en Paul geven alles en trimmen de zeilen onophoudelijk. Ook de gewichtsverdeling verliezen we niet uit het oog en we zorgen dat elke man op de goede plek zit. Het scheelt 0,2 knoop. Genoeg om iedereen achter ons te laten, inclusief de iets snellere Dehler.
Podiumplaats
Als we over de streep gaan beginnen de speculaties. Eerste? Tweede? In ieder geval een podiumplaats. We zijn euforisch en tuigen de boot met een grote grijns af, terwijl Paul enthousiaste berichten de wereld in facebookt. Zou dit dan onze eerste zege worden?
Een zwarte bladzijde
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag horen we direct van een ander schip dat we een boei fout gerond hebben. En dan heb ik het niet over boei 39. Het komt als een donderslag bij heldere hemel, of liever gezegd, als een slag met een voorhamer recht in je gezicht terwijl je handen op je rug gebonden zijn. Wij zijn in de veronderstelling dat we de baan goed hebben gevaren en de vermeende C-boei wél hebben gerond, maar de andere schepen spreken ons tegen. Dit doet pijn! Als de wedstrijdleiding verhaal komt halen en zegt dat ‘meerdere boten spreken van een foute boeironding’ leg ik me neer bij de feiten en schik met een DSQ (disqualified).
Sinterklaas
Dit was de grootste teleurstelling sinds die dag dat mijn moeder vertelde dat Sinterklaas niet bestaat. Ik voelde me Sven Kramer die op ‘zijn 10 kilometer’ de verkeerde baan nam en goud uit handen gaf. Het mocht niet verkeerd gaan, de condities waren perfect en toch eindigen we met lege handen. Sven kon boos zijn op de trainer, ik kan alleen in de spiegel kijken.
Het Sven Kramer-gevoel overheerste.
Als, dan, hadden, kunnen
Natuurlijk hebben we een kardinale fout gemaakt, tot tweemaal toe zelfs. Het voordeel wat we bij de eerste foute boeironding verkregen, hebben we later in de wedstrijd ruimschoots gecompenseerd door niet op de 39 maar op boei 37 te varen. Daarmee is de afgelegde afstand alsnog gelijk aan de andere boten die het parcours wel in een keer goed aflegden. En dat is waar een klein sprankeltje hoop gloort. Want als we deze beide boeien wel goed hadden gerond, hadden we nog steeds op dezelfde positie gelegen. Ik weet het, het is het welbekende achteraf-als-dan-scenario, maar wat ons moed geeft is dat we met 4bft (vlagen 5) de boot richting een podiumplaats kunnen sturen. En iedereen die dat betwijfelt nodig ik uit voor een goed gesprek onder het genot van een biertje. Oh... en jij betaalt.
De tweede plaats gaat aan onze neus voorbij.
Crew: Paul, René, Floris & Ben
Wind: 12-17 knopen (NNW)
Baan: 16
Finish: DSQ
Niks uit handen geven
Terwijl ons log 6,7 knopen aantikt en de spi onverbiddelijk aan de mast rukt, lopen we iedereen voorbij. Al gauw liggen we derde en na de boeironding tweede. Niet veel laten liggen we eerste en ontstaat er een nieuw soort spanning aan boord: dit mogen we niet uit handen geven. Maar helaas doen we dat wel.
Boeien
Bert Piels had ons vorig jaar al een keer verteld dat aan kop varen een hele nieuwe dimensie met zich meebrengt; namelijk de juiste boei vinden. En dat dát niet meevalt blijkt als we boei 37 aanzien voor boei 39. Hierdoor varen we verder dan nodig en moeten we terug om boei 39 alsnog reglementair te ronden. Kostbare minuten gaan verloren en het veld vindt aansluiting met de leider, voor de duidelijkheid, dat zijn wij.
Zege in zicht
In het laatste rak naar de finish komt slechts één boot uit onze klasse ons voorbij, het is de Roxane van Sander Kreukniet, maar die heeft een lagere handicap. Anders gezegd, hij mag acht minuten eerder finishen en dan nog winnen wij het op handicap. Ik vraag de hele crew nog één keer alles te geven op dit laatste rak. Vier schepen hijgen in ons nek, maar Ben en Paul geven alles en trimmen de zeilen onophoudelijk. Ook de gewichtsverdeling verliezen we niet uit het oog en we zorgen dat elke man op de goede plek zit. Het scheelt 0,2 knoop. Genoeg om iedereen achter ons te laten, inclusief de iets snellere Dehler.
Podiumplaats
Als we over de streep gaan beginnen de speculaties. Eerste? Tweede? In ieder geval een podiumplaats. We zijn euforisch en tuigen de boot met een grote grijns af, terwijl Paul enthousiaste berichten de wereld in facebookt. Zou dit dan onze eerste zege worden?
Een zwarte bladzijde
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag horen we direct van een ander schip dat we een boei fout gerond hebben. En dan heb ik het niet over boei 39. Het komt als een donderslag bij heldere hemel, of liever gezegd, als een slag met een voorhamer recht in je gezicht terwijl je handen op je rug gebonden zijn. Wij zijn in de veronderstelling dat we de baan goed hebben gevaren en de vermeende C-boei wél hebben gerond, maar de andere schepen spreken ons tegen. Dit doet pijn! Als de wedstrijdleiding verhaal komt halen en zegt dat ‘meerdere boten spreken van een foute boeironding’ leg ik me neer bij de feiten en schik met een DSQ (disqualified).
Sinterklaas
Dit was de grootste teleurstelling sinds die dag dat mijn moeder vertelde dat Sinterklaas niet bestaat. Ik voelde me Sven Kramer die op ‘zijn 10 kilometer’ de verkeerde baan nam en goud uit handen gaf. Het mocht niet verkeerd gaan, de condities waren perfect en toch eindigen we met lege handen. Sven kon boos zijn op de trainer, ik kan alleen in de spiegel kijken.
Het Sven Kramer-gevoel overheerste.
Als, dan, hadden, kunnen
Natuurlijk hebben we een kardinale fout gemaakt, tot tweemaal toe zelfs. Het voordeel wat we bij de eerste foute boeironding verkregen, hebben we later in de wedstrijd ruimschoots gecompenseerd door niet op de 39 maar op boei 37 te varen. Daarmee is de afgelegde afstand alsnog gelijk aan de andere boten die het parcours wel in een keer goed aflegden. En dat is waar een klein sprankeltje hoop gloort. Want als we deze beide boeien wel goed hadden gerond, hadden we nog steeds op dezelfde positie gelegen. Ik weet het, het is het welbekende achteraf-als-dan-scenario, maar wat ons moed geeft is dat we met 4bft (vlagen 5) de boot richting een podiumplaats kunnen sturen. En iedereen die dat betwijfelt nodig ik uit voor een goed gesprek onder het genot van een biertje. Oh... en jij betaalt.
De tweede plaats gaat aan onze neus voorbij.
Crew: Paul, René, Floris & Ben
Wind: 12-17 knopen (NNW)
Baan: 16
Finish: DSQ
zaterdag 12 mei 2012
Het halve werk
Hoewel 7 knopen wind het bloed niet sneller doet stromen, deed de baan van onze tweede wedstrijd dat wel. Een korte Zuidwestbaan met een lang spinakerrak. We bestuderen de kaart en zien dat er kansen liggen voor Team Fram. De start zou cruciaal zijn. Dit keer zouden we op volle snelheid over de startlijn gaan terwijl het startsignaal nog na echoot. Gelukkig was de ‘levende atoomklok’ Paul weer aan boord en kon het aftellen op GPS-tijd beginnen.
Twee minuten stilte
Na enkele oefenstarts rekenden we uit dat we in 2 minuten op de startlijn zaten, komende van achteruit het startgebied. Met iets meer dan twee minuten voor de start hadden we genoeg gerepeteerd en werd het tijd voor de uitvoering. Terwijl we vol goede moed op de startlijn varen valt de wind weg en is de snelheid uit de boot. Dobberend en bijna stuurloos horen we het startsignaal. Verlamd kijken we hoe iedereen, ik herhaal iedereen, voor ons start en wegvaart. Het zou nog twee pijnlijke minuten duren voordat wij over de startlijn voeren, twee minuten die stiller waren dan die twee om acht uur op de Dam.
“Als je denkt ‘ik ben verslagen’ is de nederlaag een feit”
Zo luidt de eerste strofe uit zo’n peptalk rijmpje. En daar zit zeker een kern van waarheid in, dus herpakten wij ons en maakten ons op voor het lange spinakerrak. ‘Een goede start is het halve werk’, ik maakte gauw een rekensommetje en bedacht me dat wij nog 50% kans hadden om de race tot een goed einde te brengen, maar dan moesten we wel 200% geven. We sturen als laatste om de eerste boei en begonnen direct aan de grote inhaalrace. De spinaker werd gehesen en de Comodo was de eerste die onze spiegel zag.
InhaalraceVoor ons lagen nog twaalf andere schepen die we moesten inhalen. We liepen hard en bij de tweede ton hadden we er al vijf ingehaald. Daarna begon het kruisrak waar we normaliter bij weinig wind het afleggen, maar niet vanavond. Want de hele crew gaf 200%.
Erop of eronder
Terwijl ik naar de bovenwindse boei stuur kom ik erachter dat we ‘m niet gaan halen, we zijn te vroeg getacked (dat is Engels voor overstag en klinkt stoerder, nietwaar?). Het was een kwestie van erop of eronder, maar we moesten er overheen. Ik besluit de vaart in de boot te houden en neem voor lief dat we een extra slag moeten maken. Als plotseling de wind iets aantrekt, is het scenario veranderd en kunnen we de boei opeens wel weer in een keer halen. Maar ook dit scenario is geen lang leven beschoren. Vanuit mijn rechterooghoek zie ik hoe de rest van het veld over bakboord aankomt en voorrang heeft. En natuurlijk liggen we met een van deze jongens op ramkoers.
Demonstrerende voorlijken
Ik stuur de boot zo lang mogelijk rechtdoor. We varen midscheeps op de X-yacht en op het laatste moment duiken we even onder hem door. We verliezen weer hoogte met het gevolg dat we de boei toch niet in een keer gaan halen.Of toch wel, nee toch niet, wel, nee echt niet… U begrijpt, het werd spannend. Ik stuur de boot iets scherper, de voorlijken beginnen te demonstreren en we verliezen vaart maar winnen hoogte. Nét niet stuurloos en nét niet in de wind sturen we de boot om de boei en beginnen we aan het tweede spinakerrak. Ook hier halen we weer drie boten in, waaronder de Atlantis, een X-Yacht en nog een eerste klasser. We varen de spi tot op de boei en halen ‘m naar binnen als Fram alweer aan de wind ligt.
Finish
Tot de finish houden we iedereen achter ons met uitzondering van die snelle X-yacht. ‘Verdikkeme, wat vaart die scherp aan de wind, ik vermoed al gauw 15 graden scherper!’. Als we de finish over gaan tellen we zeven schepen uit onze klasse achter ons. We zijn van een 14e plaats opgekropen naar een 7e plek. Niet verkeerd. Ik maak nogmaals dat rekensommetje en kom tot de conclusie dat het aardig klopt: een goede start is het halve werk!
Crew: Paul, René, Floris & Ben
Wind: 5-12 knopen (ZW)
Baan: 11
Finish: 9e (van de 14)
Twee minuten stilte
Na enkele oefenstarts rekenden we uit dat we in 2 minuten op de startlijn zaten, komende van achteruit het startgebied. Met iets meer dan twee minuten voor de start hadden we genoeg gerepeteerd en werd het tijd voor de uitvoering. Terwijl we vol goede moed op de startlijn varen valt de wind weg en is de snelheid uit de boot. Dobberend en bijna stuurloos horen we het startsignaal. Verlamd kijken we hoe iedereen, ik herhaal iedereen, voor ons start en wegvaart. Het zou nog twee pijnlijke minuten duren voordat wij over de startlijn voeren, twee minuten die stiller waren dan die twee om acht uur op de Dam.
“Als je denkt ‘ik ben verslagen’ is de nederlaag een feit”
Zo luidt de eerste strofe uit zo’n peptalk rijmpje. En daar zit zeker een kern van waarheid in, dus herpakten wij ons en maakten ons op voor het lange spinakerrak. ‘Een goede start is het halve werk’, ik maakte gauw een rekensommetje en bedacht me dat wij nog 50% kans hadden om de race tot een goed einde te brengen, maar dan moesten we wel 200% geven. We sturen als laatste om de eerste boei en begonnen direct aan de grote inhaalrace. De spinaker werd gehesen en de Comodo was de eerste die onze spiegel zag.
InhaalraceVoor ons lagen nog twaalf andere schepen die we moesten inhalen. We liepen hard en bij de tweede ton hadden we er al vijf ingehaald. Daarna begon het kruisrak waar we normaliter bij weinig wind het afleggen, maar niet vanavond. Want de hele crew gaf 200%.
Erop of eronder
Terwijl ik naar de bovenwindse boei stuur kom ik erachter dat we ‘m niet gaan halen, we zijn te vroeg getacked (dat is Engels voor overstag en klinkt stoerder, nietwaar?). Het was een kwestie van erop of eronder, maar we moesten er overheen. Ik besluit de vaart in de boot te houden en neem voor lief dat we een extra slag moeten maken. Als plotseling de wind iets aantrekt, is het scenario veranderd en kunnen we de boei opeens wel weer in een keer halen. Maar ook dit scenario is geen lang leven beschoren. Vanuit mijn rechterooghoek zie ik hoe de rest van het veld over bakboord aankomt en voorrang heeft. En natuurlijk liggen we met een van deze jongens op ramkoers.
Demonstrerende voorlijken
Ik stuur de boot zo lang mogelijk rechtdoor. We varen midscheeps op de X-yacht en op het laatste moment duiken we even onder hem door. We verliezen weer hoogte met het gevolg dat we de boei toch niet in een keer gaan halen.Of toch wel, nee toch niet, wel, nee echt niet… U begrijpt, het werd spannend. Ik stuur de boot iets scherper, de voorlijken beginnen te demonstreren en we verliezen vaart maar winnen hoogte. Nét niet stuurloos en nét niet in de wind sturen we de boot om de boei en beginnen we aan het tweede spinakerrak. Ook hier halen we weer drie boten in, waaronder de Atlantis, een X-Yacht en nog een eerste klasser. We varen de spi tot op de boei en halen ‘m naar binnen als Fram alweer aan de wind ligt.
Finish
Tot de finish houden we iedereen achter ons met uitzondering van die snelle X-yacht. ‘Verdikkeme, wat vaart die scherp aan de wind, ik vermoed al gauw 15 graden scherper!’. Als we de finish over gaan tellen we zeven schepen uit onze klasse achter ons. We zijn van een 14e plaats opgekropen naar een 7e plek. Niet verkeerd. Ik maak nogmaals dat rekensommetje en kom tot de conclusie dat het aardig klopt: een goede start is het halve werk!
Crew: Paul, René, Floris & Ben
Wind: 5-12 knopen (ZW)
Baan: 11
Finish: 9e (van de 14)
zaterdag 5 mei 2012
Daar zijn we weer!
Hehe, eindelijk was het zover. Team Fram was klaar voor haar eerste wedstrijd. Dankzij de klantvriendelijkheid en welwillendheid van onze ‘vrienden’ in Jachthaven Mijnden, werd het ons moeilijk gemaakt om de boot eerder zeilklaar te krijgen. Ik schrijf vrienden, maar u las ook de aanhalingstekens die natuurlijk de sarcastische ondertoon verraden. Het zijn namelijk helemaal geen vrienden. Sterker nog, ik mag deze haven zo ‘graag’ dat we besloten hebben niet meer terug te keren voor de winterstalling.
Even inkomen
Terug naar de wedstrijd. Vrijwel de complete harde kern (vijf man!) was uitgenodigd voor deze ‘we-moeten-nog-even-inkomen-wedstrijd’. Helaas belde Paul vanaf de vluchtstrook dat hij zonder benzine stond en het niet meer ging redden. Gelukkig waren we overbezet en konden we één afmelding prima opvangen.
Kampioen
Voor de gelegenheid had ik mijn Team Fram shirt geruild voor dat andere team waar ik heilig in geloof; Ajax. Tot grote walging van de heer Piels. Natuurlijk was dit ook een stukje psychologische oorlogsvoering, de enige echte voetbalclub, de club die er echt toe doet, zou immers die avond landskampioen worden. En helaas Bert, die club komt niet uit Rotjeknor.
Go Pro
Terwijl ik de boot fier en koen voorbereidde voor de eerste wedstrijd, kwamen Hennie en René aan boord. De nieuwe waterdichte camera’s (Go Pro) die alle actie moeten vastleggen werden ‘gemount’ en met een ronkende diesel verlieten wij de haven.
Even Apeldoorn bellen
Dat er bij de WoensdagAvond Competitie van de R&ZV op het scherpst van de snede wordt gezeild, werd pijnlijk duidelijk toen de Folksboot vlak voor het startsignaal zijn neus in het vrijboord van Team Windrose boorde. Natuurlijk draaide onze camera’s maar deze zijn gericht op onze actie. Een verhaal in woord en schrift is wat slechts kan worden overgeleverd aan de volgende generaties. De harde aanvaring had een flinke pizzapunt uit de romp van Team Windrose geslagen. Zelfs wij waren even van ons à propos, laat staan Bert en zijn bemanning. Later zou blijken dat Team Windrose gratis en voor niets een nieuw ankergat aan stuurboord heeft. Het is ook een prachtige plek voor een patrijspoort in je romp. Of een torpedoluik. Kortom, een zee aan mogelijkheden.
Een slechte start is ook het halve werk
Onze start was matig. We kwamen te vroeg op de startlijn af waardoor we moesten afremmen. Hoewel we als een van de eerste over de startlijn gingen, liepen we zo langzaam dat het halve veld ons al voor de eerste boei passeerde. Na de eerste boei zochten wij de vrije wind op en maakten een extra slag. Dit bleek een goede beslissing en al gauw begon de inhaalrace.
Hallo spinaker
Na het ronden van de bovenwindse boei kwam de spi uit de doeken. Pas toen deze eenmaal stond, merkten we dat de wind niet ruim, maar half inviel. ‘Allememaggies! Adriaantje wat doen we nou?’ zou Bassie zeggen. We moeten flink reachen en de wind geeft af en toe een flinke stoot. Fram begint te hellen, maar we houden ons hoofd koel en Ben stuurt de boot zonder aarzeling naar de benedenwindse boei.
Knopen
Zowel de spi als de gen stonden mooi dus besloten we met drie zeilen door te varen. Het log was nog niet gekalibreerd en sloeg enthousiast 7,5 knopen aan. De GPS was iets genuanceerder en vertelde dat de SOG een dikke zes knopen was. Als een sluipschutter kropen we naar de kop van het veld. Langzaam, maar dodelijk!
Een eigenwijs bootje
Na een moeizaam aandewinds rak maakten we ons op voor het tweede spi rak. Dit keer rolde we de fok wel in. Helaas was er een bootje van de snelle klasse die het leuk vond om ons de loef af te steken. Hoewel we een dikke knoop harder voeren, kwamen we niet onder zijn spi door. En eroverheen lukte niet omdat de beste man steeds meeloefte. Ik probeerde hem nog duidelijk te maken dat we in andere klassen zeilen en dit alleen maar in ons beider nadeel werkt, maar het was aan dovemans oren gericht. Zijn loef acties hebben hem meer vertraging gekost dan ons even over de hoge kant laten passeren. Pas toen we gezamenlijk inliepen op de Morning Cloud, ontsnapten we aan zijn aandacht en passeerden we hem (en de Morning Cloud) met een dikke hekgolf. Zijn eigenwijze geklooi heeft ons kostbare minuten gekost. Maar de boodschap is duidelijk: Nobody fucks with Team Fram!
Aftuigen
Terwijl we naar de box voeren lieten René en Hennie zien dat ze het grootzeil prachtig zig-zag, ook wel dakpansgewijs, kunnen opbergen. Zo netjes had nog nooit iemand het opgevouwen. Louter glooiende lijnen, geen harde vouwen. Vanaf nu mogen zij altijd het grootzeil strijken en opbergen. Ook de genua ging volgens het boekje in de zak. Nu alleen nog de spi ;-)
Aftersail
De eerste wedstrijd was inkomen, hoewel we geen risico’s hebben genomen, hebben we toch een prima wedstrijd gevaren. Het was leuk om te zien dat de hele crew de draad weer oppakte alsof de vorige wedstrijd slechts een week geleden was. Het belooft veel voor de rest van het seizoen. #zinin
Crew: Hennie, Rene, Floris & Ben
Wind: 8-17 knopen (NNO)
Baan: 5
Finish: 7e (van de 13)
Abonneren op:
Posts (Atom)