donderdag 31 juli 2014

Murphy aan boord

Eindelijk! Eindelijk terug van vakantie en geen gekkenhuis op mijn werk. En dus had ik weer tijd voor onze woensdagavond competitie. Begrijp me niet verkeerd, ik heb een heerlijke vakantie gehad, maar na drukke werkweken en twee weken vakantie was mijn laatste WAC  die met WSV Almere-Haven. Dus je kunt wel zeggen dat ik zin had in een potje wedstrijdzeilen.

De dinsdag voor de WAC was ik nog vrij en ging ik na een kleine maand even polshoogte nemen bij Fram. Ben had Fram voor de vakantie mooi toegedekt onder een kuiptent en stuk vrachtwagenzeil. Verder was ze bedekt met tientallen spinnenwebben en was de onderkant bedekt met een vlekkerig algenlaagje. Kortom, er moest gepoetst worden want een schoon onderwaterschip is sneller en een schoon dek toont sneller.

Na een half uurtje bovendeks schrobben en een uur in het water gelegen te hebben, was ze klaar voor de WAC. Hoewel, nog niet helemaal. Het lijkt erop dat onze lieren hun beste tijd gehad hebben. Dus vroeg ik onze Hoofd Technische Dienst, Lodewijk, even polshoogte te nemen. Drie van de vier lieren tonen serieuze sporen van slijtage. Grrrmmbfffff… Houd het dan nooit op!

The actors
De crew bestaat uit Rob, Lodewijk, Steven en mij. Steven heeft al één keer meegezeild en dat beviel goed. Zijn zeilervaring en enthousiasme kunnen we goed gebruiken en eenmaal aan boord mocht hij de afwezige Hennie vervangen. Juist; toetsen, zeiltrim en de spi binnenhalen. Op de zeiltrim na was dat allemaal nieuw voor hem dus kreeg hij een spoedcursus terwijl we uitvaren. Rob verving onze ervaren voordekker René. We weten dat hij het kan en dat zou hij ook vanavond weer laten zien. Ik had natuurlijk het roer af kunnen staan aan Lodewijk en zelf de spi en toetsen kunnen doen, maar vanavond wilde ik eigenlijk iedereen uit zijn comfort zone halen en uren laten draaien in andere posities. Want je moet alles een keer gedaan hebben om te begrijpen wat de ander van je verwacht. En eerlijk gezegd had ik geen grote verwachtingen van deze wedstrijd. Dus zag ik het vooral als een training. 

Als we ons gebruikelijke oefenrondjes voor de start willen maken roept Rob opeens dat de genua is losgeschoten. Ik dacht even dat hij één van de schoten bedoelde maar het was de val. Shit! We zouden de spival kunnen gebruiken, maar dan kun je niet meer spinnakeren. Ik kijk op de klok. Nog 15 minuten voor de start. We hebben al een keer eerder met dit bijltjegehakt en dat was tijdens een spirak, dus waarom niet als je nog maar 15 minuten voor het startsignaal hebt? ‘Oké!’ roep ik ‘ik ga omhoog, Lodewijk houdt de boot in de wind en Rob en Steven gaan mij omhoog hijsen.’ Snel trek ik het bootmansstoeltje aan en haak ik mezelf aan de kraanlijn. Terwijl ik zelf omhoog probeer te klauteren trekken de mannen beneden met alles wat ze hebben die 85 kilo de lucht in. Het gaat verrassend snel en voordat ik het weet sta ik als Gerd-Jan Poortman tegen de top van de mast. Ik pak de genuaval en zeg dat ze me mogen laten zakken. Aan dek hijsen we de genua opnieuw en dan horen we het vijf minuten signaal. Snel terug naar de startlijn.
Heel even voelde ik me zoals Gerd-Jan. Heel even maar.

Met een goede stoot adrenaline, verzuurde spieren en een hartslag van een Gabber beginnen we aan de start. We hebben geen tijd om te kijken hoe en waar we het beste kunnen starten en gaan als een-na-laatste over de startlijn. Het maakt niet uit, we zijn tenminste gestart.

We liggen op ramkoers met de Lyra, maar wij hebben voorrang en zij wijken. Even later lijken we de Stantepede te raken, maar zij gaan net voorlangs. Dat is jammer want dan komen we die straks over stuurboord waarschijnlijk tegen en moeten we voorrang geven.

Gewoon lekker zeilen
Door de pech met de genuaval heb ik me voorgenomen om geen onnodig risico te nemen. De wet van Murphy zingt in mijn achterhoofd: Anything that can go wrong, will go wrong. Bovendien had ik geen hoge verwachtingen van deze wedstrijd en na deze start maak ik me geen illusies. Niet dat ik niet meer competitief ben, maar ik ga geen risico’s nemen. Gewoon lekker zeilen en zorgen dat onze ‘apprentice’ Steven zo snel mogelijk de handling onder de knie krijgt.

En inderdaad, daar komt de Stantepede aan over bakboord. Klappen is kansloos, maar dippen betekent dat ik de boei waarschijnlijk ook niet haal. Toch kiezen we voor het laatste in de hoop op een lift. We varen hard door naar de GM 60 en halen ‘m net nnnnnnn…. wel! Murphy vs Fram 1-1!

‘Zet de spiboom’, roep ik naar Rob terwijl ik snel nog even de handelingen vertel aan Steven. Lodewijk trimt het grootzeil en pakt één van de spischoten terwijl ik de boot om de ton stuur. Steven ‘pre-feed’ de spinnaker vanuit de kajuitopening en als deze eenmaal bij de boom is krijgt Rob groen licht om aan de mast te hijsen. De spi staat snel en mooi en we lopen direct lekker langs de Stantepede.


De wind
Ja dat was ik vergeten te vertellen. De wind was prachtig. Veel mooier dan de voorspelde 9 knopen afnemend naar 5. Nee, het was toch wel 10 tot 12 knopen en hij bleef staan! De Noordwestelijke richting hadden ze wel goed voorspeld. En dat betekent niet alleen een lang spinnakerrak vanaf de GM 60, maar ook hoge cijfers op het log.

Langzaam kruipen we naar voren. We passeren de eerste Albin Vega (De Vrijheid) en lopen strak langs de Lyra. Nu de rest nog. Maar dat wordt wel moeilijk.

One Vega down, one to go!
Als we bij de C-boei komen mag Steven de genua uitrollen, vastzetten, de klem opengooien als Rob de spival handmatig vasthoudt aan de mast, de barberhauler vieren zodat hij goed bij de lijschoot van spi kan om vervolgens via diezelfde lijschoot die blauwgele vierkante meters naar binnen te trekken. Tja, het is even een stukje handeling maar dan verwissel je ook 60 vierkante meter ruimwinds zeil voor 22 vierkante meter aandewinds zeil.

Het gaat helemaal goed en we beginnen aan het kruisrak. Onderweg mag Lodewijk de spi ‘ompoolen’, maar als ik bij de bovenboei ben zie ik dat het niet nodig was geweest. Dan maar teruggijpen. Dat gaat iets minder. De neerhouder staat te strak en als we ‘ruimte’ horen van onze Rob vieren we alleen de schoten en niet de neerhouder. Het lukt ‘m desondanks om de boom voor de babystag te prikken en om te zetten en we varen snel verder. ‘Snel’ betekent in dit geval 6.57 knoop.

Sandwich-constructie
Als we weer bij de C-ton aankomen zie ik dat het weleens druk zou kunnen gaan worden. We halen de spi er op tijd af en nemen geen enkel risico. Ik heb overlap met de Just Kidding en zit aan de binnenkant. Achter mij komt de Ferox aanstormen en een J80. Beiden hebben geen overlap. De J80 hoopte op een gaatje, maar kreeg die niet en had eigenlijk helemaal buitenom moeten ronden. Hij deed dit niet en ramde zijn boeg net iets achterlijker dan dwars in de Just Kidding om vervolgens terug te ‘bouncen’ en mij te rammen. Ik kan niet verder omhoog omdat inmiddels de Ferox tussen mij en de boei is gekropen. Hoewel hij geen recht op ruimte had, had ik geen zin om me te laten sandwichen tussen een Winner 900 en een J80 en probeer ik zoveel mogelijk ruimte te geven. Het is sturen op de millimeter. Gelukkig stuurt de Ferox strak en raakt hij ons niet. Intussen zit de zeereling van de J80 aan onze reddingsboeihouder vast. De voordekker van de J80 zegt met een opvallende kalmte dat ik even niet van koers moet veranderen. Ik begrijp meteen wat hij bedoelt. Óf zijn zeereling gaat naar de haaien óf mijn reddingsboeihouder gaat het begeven. ‘Welkom bij de zwakste schakel!’, zou Chazia Moerali zeggen. Snel trekt hij de zeereling eroverheen en zijn we na deze bodycheck gescheiden. Genoeg commotie en ik denk nogmaals aan Murphy, die zojuist de twee-één scoorde.

Crash tack
We kruisen door naar boven en liggen op ramkoers met een X79. Zij hebben voorrang. Ik zie te laat dat het de Blue Box is, want dan had ik wel gevraagd of ik even voorlangs mocht. We maken ons klaar voor een ‘crash tack’, hetgeen zoveel wil zeggen dat we direct kunnen klappen als ik dat nodig acht. Iedereen wacht in spanning… ‘Dit gaat niet goed komen’, denk ik en dan realiseer ik me dat als ik nog langer wacht, ik alleen maar achter hem in zijn vuile wind ga hangen. ‘Nu’, roep ik en we maken een van de snelste overstags ooit. Niet mooi, maar wel noodzakelijk. We varen deels gelijk op met de Blue Box echter lijken wij de boei niet te halen. ‘Maak nog maar een extra klapje’, grapt Frans met een te grote grijns vanaf de Blue Box. ‘Ik dacht het niet’, maar vraag de crew wel om nogmaals klaar te maken voor een ‘crash tack’. Gelukkig heb ik met Sjoerd meegevaren op de Blue Box en heb ik ook daarvan geleerd. Bijvoorbeeld dat je, als je de boei op meters niet lijkt te gaan halen, zo’n X gewoon met vaart onder de boei blijft sturen en hem in dat laatste stukje erover heen drukt. Dat gaat bij zo’n X79 heel goed. Nu werd het tijd om te kijken of Fram dat ook kan. Ik stuur stug door. Let niet meer op of ik de boei ga halen. Snelheid is alles wat ik wil. De dood of de gladiolen. En duimen dat Murphy niet kijkt. Ik kom ongeveer zeven meter te laag uit en bereid Lodewijk aan de genuaschoot voor. Hij begrijpt mijn bedoeling en vlak voor de boei stuur ik Fram loodrecht in de wind. Lodewijk gooit de genua los. Paniekering klappert het doek en lijkt het te zeggen: “Wat doe je nu?” Het plannetje lukt en we passeren de A ton op een schoenmaat 42. ‘Hé Murphy! Het staat weer gelijk!’

Na het volgende spinnakerrak stevenen we af op de finish. Samen met de Geusje. Alsof we twee F-16’s zijn en wij hun ‘wingman’. Wat zeg ik, zij zijn onze wingman! Want hoewel ze vier seconden voorliggen, zullen ze op handicap van ons verliezen. De wind staat nog steeds lekker met een knoop of twaalf en onder een mooie hoek vliegen we voorbij de verkeerstoren. Op weg naar de haven krijgt Steven het roer en zet hij de afterburner aan. Jammer dat niemand foto’s maakt, want mijn mooi gepoetste onderwaterschip is nu wel echt zichtbaar. 
Gelukkig heeft Steven wel foto's gemaakt, dat is ook precies de reden waarom hij op geen één foto staat. 
In de haven wordt de boot afgetuigd en vraagt Steven wat hij beter had kunnen doen. Eigenlijk niks, is de conclusie. Alles ging goed. Snelheid van de handeling is het enige, maar dat komt wel... de volgende wedstrijd.

In het clubhuis wachten we op de uitslag. Ik ga even bij onze CEO WAC, de heer Driessen kijken en zie de uitslag al. Vanuit gewoonte scan ik de lijst van onder naar boven. In dit geval had ik beter van boven naar beneden kunnen lezen. Zo te zien hebben we in de blessuretijd Murphy er nog even flink van langs gegeven, want Fram staat vanavond op het podium! Een bronsgekleurde derde plaats hebben we er uitgesleept. Op eigen kracht, met het eigen team. Apetrots ben ik. En we nemen nog een biertje om hierop te proosten. De critici kunnen natuurlijk zeggen dat het vakantie is en de Spoom en Knoet niet meededen. Dat klopt, maar Murphy deed vanavond wel mee. En dat is misschien wel veel zwaarder.

Crew: Rob, Lodewijk, Steven, Floris
Wind: 12 kn NW
Baan: 15 NW kort

woensdag 30 juli 2014

De wedstrijden met WSV Almere-Haven

Vanwege werk en vakantie had ik geen tijd. Geen tijd voor verslagen, geen tijd voor de wedstrijdcommissie en zelfs geen tijd voor wedstrijdzeilen. Ja, ik moest mijn favoriete woensdagavond wedstrijdje aan mij voorbij laten gaan. Inmiddels heb ik aan de Atlantische kust de tijd gehad om alles in te halen, op de wedstrijd na. Vandaar nu, een maand later, pas een verslag.


De wedstrijden met WSV Almere-Haven
Dit jaar proberen we met de wedstrijdcommissie het wedstrijdzeilen binnen onze vereniging naar een hoger plan te trekken. Grote regatta’s en een interessante competitie met uitdaging voor alle niveaus en zoveel mogelijk boten aan de start. Dat eerste realiseren we met de Pampus Regatta op 13 en 14 september (inschrijven kan al). Dat tweede doen we door zoveel mogelijk zeiltjes te winnen voor onze Woensdagavond Competitie. Dit jaar hebben we 51 inschrijvingen en dat is een absoluut record ten opzichte van voorgaande jaren. Maar dat is niet alles. Want toen het kwik zich nog rond het vriespunt ophield werd op een donkere woensdagavond een plannetje gesmeed met WSV Almere-Haven. We zouden deze zomer twee keer samen de avondcompetitie varen.

Eenzame Noord Vergadering
Tijdens de Eenzame Noord Race werden de laatste puntjes op de ‘i’ gezet. Vrijwel onze complete wedstrijdcommissie deed mee aan deze leuke solo en dualhanded race dus konden we de avond vooraf tussen de steak en het bier even aanschuiven bij de wedcie van de overkant en de baan, de bemanning van het startschip en de uitslagberekening bespreken. Zo gezegd, zo gedaan. Een up & downwind baan met een spreader, Almere levert startschip en wij één ‘vertegenwoordiger’ en de uitslagen berekenen we zelf.

Eerste wedstrijd
De eerste gezamenlijke avondcompetitie was op woensdag 25 juni. Officieel vaart WSV Almere-Haven met ons mee. Maar zij zijn al vroeg in de weer met het uitleggen van de baan. Ik blijf het zeggen, dat doen ze uiterst professioneel. Omdat wij nu midden op het meer starten hebben we de starttijd een half uur verlaat naar 20.00u. En als wij die kant op zeilen lijkt er een exodus vanuit Naarden naar Almere-Haven. Een prachtig gezicht.

De crew voor deze wedstrijd bestaat uit René, Rob en mijzelf. Hennie heeft afgezegd en wij denken het wel met z’n drieën af te kunnen. Maar als ik me aanmeld bij het startschip zie ik de imponerende vloot. Bijna vijftig boten sterk. Iedereen draait zijn proefrondjes en doet zijn reconnaissance in de korte startingbox. Ik leg Rob en René nog even de bakboord-stuurboord regel uit. Want die gaan we nu wat vaker tegenkomen. En dan maken we ons op voor de start.

De wind komt uit het Noordwesten met een kracht van 7 knopen. We starten netjes bij het startschip en kruisen direct naar boven. De baan ligt er niet helemaal goed in en de spreader ook niet, waardoor we na de bovenboei slechts met een knik in de schoot doorvaren naar de spreader. Vanaf daar kunnen we de spi hijsen. Ik neem de spischoten in mijn handen houd de helmstok tussen mijn benen. Rob doet de piano, viert het grootzeil en pre-feed de spi, terwijl René zo snel mogelijk het voordek in stelling brengt en de spi hijst. Het gaat goed, maar het is hard werken.

De handling vraagt veel aandacht waardoor we tactisch niet een sterke wedstrijd varen. Als we ook nog vlak voor de boei tot een aanvaring komen met de Viva La Vida (die mooie zwarte Saffier 26) denken we heel even dat het onze schuld is, maar gelukkig stond de GoPro aan en kan ik ’s avonds in de herhaling zien dat wij gewoon netjes koers houden als we op de benedenwindse boei aankomen. We houden onze directe concurrenten allemaal achter ons en passeren vlak voor de finish de Windrose, die tot vandaag de dag volhoudt dat zij eerder over de finish gingen. Zelfs na het zien van de GoPro beelden op onze facebook pagina.

Zit je op Facebook, dan kun je de finish hier zien:


Tweede wedstrijd
De tweede WAC met WSV Almere-Haven was een DAC. Want ditmaal varen wij officieel met hun mee en zij varen afwisselend op dinsdag en donderdag. Dus maken we ons donderdag 3 juli klaar voor een flinke pot wedstrijdzeilen. Het zou een van de mooiste avonden van het wedstrijdseizoen worden.

Dit keer vier man sterk met Hennie (lieren en toetsen), Lodewijk (grootzeil en spi), René (voordek) en ik (stuurman). De wind komt uit een zuid, zuidwestelijke richting waardoor je op het Gooimeer een langere baan kunt maken. Dit keer ligt de baan er perfect in en de spreader ligt halverwege het downwind rak, waardoor we met een gijpje deze kunnen ronden op de spi.

Van de wedstrijd met Sjoerd en Esger van de Bluebox (18 juni) hebben we veel geleerd. Een aantal dingen nemen we over en dat betekent dat René nog meer de ogen van de stuurman zijn ter hoogte van de voorstag. Het werkt goed en hij zit goed in zijn rol.

We starten bij het startschip en zijn snel weg. Al vrij snel maken we een klapje naar stuurboord, want nu kan het nog. Bij de bovenboei komen we over bak aan en zetten we de boom en wordt het onderlijk van de spi al achter de genua getrokken. Nog voor dat we de draai inzetten, hijst René al de spi. Geweldig! Het loopt goed aan boord. We merken dat ook omdat we bij de benedenboei aangekomen nog steeds voor de Spoom liggen. Dat gebeurt niet vaak, maar wel steeds vaker. Na het upwind rak gaan we nu rechtstreeks naar de beneden ton. We besluiten nog een gijpje te maken op de spi. Dan kunnen we ons vrijvaren van het achterliggende veld en hebben we vrije wind. Bovendien moeten we dan even gijpen waardoor de spi weer goed ligt voor het volgende rak.

De boeironding wordt hierdoor wel een beetje hectisch met een gijp op de spi, teruggijpen zonder spi en meteen draaien. En dat met een paar boten tegelijk. Maar voor het super team van vanavond is het geen probleem.

Voor Pampus
We varen verder en liggen over stuurboord op ramkoers met een prachtig, zestien lagen gelakte Pampus. Hij heeft voorrang en ik stuur op zijn kont, maar dan ben ik ‘m kwijt en komt hij maar niet voor mijn genua. Er klinkt een hoop geschreeuw en ik val hard af waardoor ik de boot op centimeters mis. De Pampus is duidelijk geschrokken (terecht) en ik krijg een ‘klootzak’ naar mijn hoofd. Foutje bedankt! Maar er is niets aan de hand. We draaien wel een strafrondje. Want ook al heeft de Pampus niet zijn koers gewijzigd (omdat dat geen zin had als er 3,5 ton op je kont afstormt) was dit niet zo netjes. Als we de draai inzetten ruiken we een vies luchtje. Waarschijnlijk hebben de Pampus mannen het toch een beetje in hun broek gedaan. Nogmaals excuses.

Het strafrondje lijkt een eeuwigheid te duren. Als ik later de GoPro beelden terugkijk kost het ons 1.20 min. Vlak daarvoor zag ik de Kyan nog twee rondjes draaien. Dat leek een stuk sneller te gaan.

Tot de ‘close encounter’ met de Pampus varen we een super goede wedstrijd. Dus zijn we er extra op gebrand om nog sneller te varen om die 80 seconden weer goed te maken. Het lijkt aardig te lukken. We halen de Windrose weer in. Bij de spreader wordt het druk met drie boten voor ons. We hebben geen overlap, geen voorrang maar varen wel harder. Er veilig omheen of kijken of iemand een gat laat vallen. Dat is de hamvraag die binnen luttele seconden moet worden beantwoord. Het antwoord lijkt duidelijk als de First 285 de boei iets te ruim rondt en ik Fram er precies tussen kan prikken. Intussen loopt de boothandeling foutloos. René gijpt de spi in één soepele beweging terwijl Lodewijk en Hennie de touwtjes in handen hebben. Wauw! Wat een top actie van het team!

We varen de boot strak naar de finish en halen de spi pas na de streep neer met de consequentie dat we in het onherbergzame wier terechtkomen. Maar dat maakt niet meer uit. We hebben de leukste wedstrijd van het seizoen gezeild. In elk geval, de leukste wedstrijd tot nu toe.

De uitslag maakt ons ook niet uit. We zijn tevreden met hoe we hebben gevaren. Hoewel tevreden niet de lading dekt. We zijn euforisch. We worden uiteindelijk zevende, wat een goed resultaat is. Het is 56 seconden (gecorrigeerde tijd) na Team Windrose. Ik kan het niet nalaten om te kijken wat dat rondje ons gekost heeft. Tachtig seconden sneller betekent 81 seconden sneller in gecorrigeerde tijd. You do the math!

We want more!
Terugkijkend op deze wedstrijd ben ik erg enthousiast over deze joint venture. En tot nu toe heb ik ook alleen maar positieve geluiden gehoord van onze deelnemers. Na dit seizoen zullen we evalueren en overleggen. En wie weet krijgt dit een vervolg. Want wat mij betreft is dit voor herhaling vatbaar.

Crew wedstrijd 1: Rene, Rob, Floris
Uitslag wedstrijd 1: 11e vd 18
Crew wedstrijd 2: Rene, Hennie, Lodewijk, Floris

Uitslag wedstrijd 2: 7e vd 16