vrijdag 31 mei 2013

Een Griekse tragedie met een Walt Disney einde

Mijn laatste woensdagavondwedstrijdje was alweer drie weken geleden. En zoals een goede verslaving betaamt ontkom je niet aan de afkickverschijnselen. Bij mij uit zich dat op verschillende manieren. Ik ga nog meer lezen en speuren op het internet. Van een tweedehands spi op marktplaats tot filmpjes van de 52 super series op youtube. Daarnaast heb ik een lijst met verbeterpunten opgesteld. Op deze manier ben ik toch een beetje bij de wedstrijd.

Verbeterpunten
De verbeterpunten bestaan uit kleine en grote veranderingen en handelingen. Dus niet een koolstofmast en al het lopend want vervangen voor mooie dyneema lijntjes. Nee het gaat om soms heel logische verbeteringen, die vaak niets kosten. Bijvoorbeeld de taak van de stuurman en de navigator scheiden, de voordekker ook de spinnaker in laten vouwen, de spi langer laten staan, et cetera. Deze punten kosten niets, maar kunnen zomaar een plaatsje verschil maken. En zeker met de verhalen van de afgelopen wedstrijden werd het soms pijnlijk duidelijk dat er iets moet veranderen om op te schuiven in het klassement.

Terugblik
Hoewel ik bij de laatste twee wedstrijden niet aanwezig was, begreep ik dat er nogal wat gebeurd is. Vooral tijdens de wedstrijd van 22 mei. Ik zal niet in gaan op details, maar de dekventilator is vermorzeld onder het gewicht van onze vederlichte voordekker. Fluitketels vlogen rakelings langs Ben’s hoofd tijdens het spivouwen, de valklem van de spi wilde niet los en tot slot voer Fram in de haven met volle vaart op de Gipsy. Krassen, putten en een gekneusde hand tot gevolg. Nogmaals onze excuses, Xander en Katja.

Een nieuw gezicht
Een van de veranderingen die nog geen aandacht heeft gekregen op dit blog is onze nieuwste aanwinst: Rob Mekking. Gescout door onze voordekker en transfervrij. Onze Rob (ja we spreken al van ‘onze’) heeft geen zeilervaring maar wel een ongelooflijke wil om te leren en om te winnen. En dat zien we graag. Ver voor zijn eerste wedstrijd aan boord van Fram vroeg hij al welk boekje hij kon lezen om de basisbeginselen van zeilen eigen te maken. Kijk, daar word ik vrolijk van.

Promotie voor Hennie
Een andere belangrijke verandering is dat Hennie officieel onze tacticus/navigator is. Hij bepaalt wanneer we tacken, hoe we opkruisen, houdt het veld in de gaten, enzovoort enzovoort. Natuurlijk gebeurt dit in goed overleg met de stuurman, maar uiteindelijk beslist Hennie en mag hij overrulen. Een voorrecht, maar ook een verantwoordelijkheid.

Crew
De woensdag begon slecht. Onze nieuwe man was ziek en twijfelde of hij wel mee kon varen. Buikgriep, luidde de analyse. In onze Whatsapp groep werden al titels voor deze blogpost geopperd: ‘Poep aan de fok’, ‘Stront aan de kikker’ en ‘When the shit hits the vaan’. Een rondje bellen leverde niets op. Lodewijk had een familiereünie en Paul een ontmoeting met de Cv-man. Ook Facebook leverde weinig op. Feike kon niet, Jacco had een afspraak met Edo (volgende keer nodig ik ze gewoon samen uit), Marlous was herstellende van een blinde darmoperatie, Nicole had al een afspraak. Kortom, we vingen bot. Uiteindelijk kwam het verlossende antwoord van onze Rob zelf. Hij voelde zich goed genoeg. En iedere zeiler weet dat je met de wind in de haren en je blik op de kim je een stuk beter gaat voelen, dus maakte ik me geen zorgen meer.


Weer of geen weer
De voorspellingen zijn het gelukkig allemaal met elkaar eens. Windguru, Windfinder, KNMI en Pocketgrib geven allemaal een NNW wind ruimend naar N om vervolgens weer te krimpen naar NW. Nou dat kan niet missen. Behalve dan dat alle vaantjes in de haven zuidwest aangeven!?

Start
We varen vroeg uit en Hennie ofwel Mr. Tac Tic vindt dat we in het midden van de startlijn moeten starten. Ik ben het met hem eens. We timen en komen goed uit. Terwijl wij in het midden over de startlijn stomen zien we drukte bij de bovenwindse boei van de startlijn. Rob van de Akker lijkt weggedrukt te worden en start als laatste met zijn revamped Kyan.

Cruisen
De wind is zwak en komt iets voorlijker dan half binnenvallen waardoor wij besluiten de spi te hijsen. Bij de eerste ton gijpen we en beginnen we aan het lange spi rak naar de B-boei. De wind valt ongeveer 160 graden binnen, perfect om in een keer naar die boei te cruisen. We varen lange tijd op de derde positie, maar dan komen de Spoom en de Kyan om de hoek kijken. Vlak voor de boei kruipt de Kyan voor ons. Ik stuur de boot naar buiten om ‘m tussen de boei en de Kyan te persen (een trucje dat ik nota bene van Rob van de Akker geleerd heb). Gelukkig voor Rob gaat de oploef-actie niet gesmeerd en komen we niet over hem heen.

Worstelen met de wind
In overleg met Mr. Tac Tic besluiten we snel overstag te gaan en over stuurboord verder te gaan, zodat we bij de bovenboei over bakboord aan zouden komen. We gaan net lekker als plotseling de genua bak trekt. ‘Zit ik nou niet op te letten?’, vraag ik hardop af. Ik val af, maar de wind draait even hard mee. We draaien bijna een rondje en zien hoe de rest van het veld, dat doorvoer over bakboord, gewoon steady wind heeft. Ik snap er niks van maar zie gelukkig dat de Draak er ook mee worstelt. Zo onverwachts als deze turbulentie aan kwam waaien, trok hij zich ook terug. We liggen nog steeds over stuur en maken weer vaart. Veel vaart. We lopen hard uit op het veld en hebben het geluk aan onze zijde. Helaas niet voor lang.

Griekse tragedie
De regen komt inmiddels al een half uur met grote gieters uit de lucht en als dan halverwege het aandewindse rak de wind ook helemaal wegvalt beginnen we aan een tragisch verhaal van Griekse proporties. We dobberen eerst nog met 1 knoop richting de bovenboei, maar na een tijdje is het nog maar 0,8 knoop, totdat we stil liggen. De lichtere boten liggen iets minder hard stil en komen in slow motion op ons af. Na een half uur dobberen geven de eerste boten op. Maar opgeven vind ik moeilijk. Ik houd daar niet zo van. ‘Want’, zegt het stemmetje in mijn hoofd, ‘misschien trekt de wind nog aan, of beter nog, krijgen we een windhoos!’. Ik luister naar het stemmetje en we dobberen door.

Bovenboei
Samen met de Gibsy, Sunbreeze en Windrose drijven we richting de bovenboei.
Het startschip komt aanvaren en de baan lijkt ingekort te worden. Gelukkig, een verstandig startschip. Maar niet veel later varen ze terug naar de oude finishplaats. De vraagtekens waren van onze wenkbrauwen af te lezen.

Terwijl wij aan de wind met 0,2 knoop over stuur naar de bovenboei varen, vaart de Windrose achter ons, dezelfde koers met de zeilen over de andere boeg. Het geeft aan hoe weinig wind er stond en we maken er nog een grapje over. Als we de boei eindelijk ronden begint het tweede spi rak. De spinaker is zeiknat en vier keer zo zwaar. We twijfelen of we ‘m moeten hijsen. We besluiten het wel te doen en vervangen de natte lijschoot door een droge, dunnere schoot. Het helpt. Voorzichtig vult de spinaker zich met wind. Het begint te schemeren.

We lopen weer relatief hard. Daarmee bedoel ik dat we ongeveer 1,4 knoop varen. We ronden de A boei en kruisen naar de finish. We hebben een windje en tot mijn schik loopt Fram lekker vanavond. Opvallend is dat we voor het eerst met weinig wind meekomen en het lukt ons om de Gibsy, Sunbreeze, Seven en de Vrijheid achter ons te laten. Sterker nog, we lopen nog iets uit. De gebundelde tips van Ivar Dedekam lijken te helpen. Euforie treedt aan dek, maar moet al snel plaatsmaken voor een nieuwe, meedogenloze tegenstander: Tijd!

Race tegen de klok
We moeten voor 22.00u finishen en omdat de baan niet is ingekort en de wind nauwelijks boven de 5 knopen uitkomt, wordt het spannend of we op tijd de eindstreep kunnen passeren. We doen ons best en varen in opperste concentratie door. We kijken waar wind is en tacken na drie headers. We lopen nog steeds iets uit op het groepje met uitzondering van de Windrose. Het wordt spannend. We hebben nog een kwartier. Tergend langzaam komt de finish dichterbij. Nog tien minuten: ‘Niet bewegen jongens!’, rustig doordobberen. Vijf minuten: We hebben een zuchtje wind nodig, maar de wind is weer helemaal ingezakt. We houden de moed erin en gaan door. Een finish zou automatisch een plek in het linker rijtje betekenen, maar zover waren we nog niet. De laatste seconden tikken voorbij en de gedachten gaan net zo snel als de boot. In slow motion zie ik hoe de digitale cijfers van 21.59 transformeren naar 22.00. Direct horen we de drie seinen van het startschip waarmee de wedstrijd officieel is beëindigd. We zijn 80 meter voor de finish.

Kokosmakronen
We balen even enorm en inwendig vervloek ik het startschip. René niet, ‘Stelletje kokosmakronen’ klinkt er over het dek. En gelijk heeft hij. Gelukkig hebben we goed gezeild en geeft het feit dat we veel lichte concurrenten voor zijn gebleven een voldaan gevoel. Voor het eerst hebben we laten zien dat we konden meekomen in licht tot zeer licht weer. We varen naar de box en laten de zeilen droogklapperen. In de box poppen we geen Champagne, maar wel een bus Pringles. Maar van een grafstemming is absoluut geen sprake. Want ondanks de DNF (Did Not Finish) achter onze naam hebben we een zeer goede wedstrijd gezeild. De crew liep gesmeerd, Rob draaide boven verwachting goed mee, Rene heerste op het voordek en Hennie maakte goede tactische beslissingen. ‘En’, merkte Hennie op, ‘de sfeer was top!' Kortom; dikke winst voor Team Fram!


Crew: Rob, Rene, Hennie en Floris
Baan: 11
Wind: ZW-VAR 0-5kn
Finish: DNF



zondag 12 mei 2013

Zeilen met de ‘z’ van zakdoek

‘Volgende week woensdag ben ik er niet’, zei Ben na afloop van de wedstrijd van 1 mei. Hij stapt op bij Peter Hiele voor het jaarlijkse rondje Noord-Holland. Dit jaarlijkse rondje van de vereniging biedt net als de jaarlijkse Engelandreis een mooie kans om eens punten te pakken op de WAC. Dus ging ik snel aan de slag om een goede vervanging voor Ben te vinden. En met het voornemen in het achterhoofd om dit seizoen goede zeilers aan te trekken die ons weer een stapje verder brengen, hoefde ik niet lang te denken wie ik graag aan boord zou verwelkomen.


Fram is goud!

Quality time
Maar voordat we vervanging voor Ben hadden kunnen regelen, belt onze nummer één voordekker af. Iets met ‘geen kids’ en ‘quality time’ met de vrouw. Eh… ok. First things first: Ben nam op mijn verzoek contact op met het club-icoon en na een telefoontje en mailtje was de stuurman ad interim geregeld. Sander Kreukniet zou Fram sturen. Dit had hij al eens eerder gedaan en met succes (derde plaats), maar vanavond waren de omstandigheden anders.

Buienradar
We hadden onvoorspelbaar weer voor de boeg; weinig wind, maar wel vlagerig. En boven Zeeland onweerde het om vijf uur. Dat regengebied, gemarkeerd met diep rode pixels op buienradar, zou om half negen over het Gooimeer trekken. ‘Met een beetje geluk hebben we onze spi dan al binnen en niet meer nodig’, dacht ik bij mezelf. Maar eerst nog vervanging zoeken voor René.

Laminaatzeilen
Een oproep via onze Facebook-pagina en de pagina van de vereniging leverde niets op. Uiteindelijk was het Hennie die een vriend optrommelde. ‘Heeft hij een beetje zeilervaring?’, vroeg ik. ‘Ja, hij heeft een Valk met laminaatzeilen’. ‘Oké, dat klinkt als een wedstrijdzeiler!’, zeg ik opgewekt. ‘Nee dat niet, hij vond laminaatzeilen gewoon mooi.’, antwoord Hennie nuchter.

Van alles wat
Nu de crew rond was konden we ons richten op de wedstrijd. Een zuidwest windje van 6 knopen met vlagen 15. Die zes knopen klopten aardig, maar de vlagen gingen ruimschoots over de 20 knopen. Het was een aardige introductie voor Robert (de Valk-man met laminaatzeilen). Hij kreeg van alles wat. Weinig wind, veel wind, zon en stortregen.

De wedstrijd
Sander stapt om zeven uur aan boord en we gooien direct de trossen los. Ik memoreer Sander dat Fram niet zo snel (uit stilstand) optrekt als zijn eigen boot. ‘Weet ik’, antwoord Sander, ‘ik heb ook een Friendship gehad.’ Sander vraagt de voordekker de spi gereed te maken, want we lijken op spinnaker te kunnen starten. Even reageert de voordekker niet, totdat ik besef dat die taak bij mij ligt.


Startsein
Even is er verwarring over het vijf minuten-sein. Dat klinkt om 19.26u radiotijd en dat is een minuut te laat. We kunnen onze start niet timen omdat we niet weten of we nu om half acht starten of één minuut later. De start valt figuurlijk in het water. Sander loeft langs de startlijn op naar de bovenboei en dan horen we plotseling toch het startsein om 19.30u. Raar!

Loef wijkt voor lij
We starten hierdoor niet optimaal en zitten in de vuile wind van de Noorse Folksboot. Na de eerste ton gaan we bijna plat voor het lapje en lopen we langzaam in op de Knoet, Seven en Windrose. De Geusje is bijzonder goed gestart en ligt al ver voor. Ik verklap vast dat zij de winnaar zijn van deze avond. Net als we lekker inlopen op de Windrose steekt de Seven ons de loef af. Zowel de Seven als wij lopen ver uit koers en raken achterop. Zonde.

Kleine zeilen
Robert doet goed mee, maar moet de boot nog leren kennen. Dat is logisch. Gelukkig pakt Sander ook af en toe een schoot, waardoor alle lijnen bemand zijn. In het begin van de wedstrijd hebben we weinig wind. Vooral hier heeft Sander moeite met het aanvoelen van de boot. Hij vindt onze oude, versneden Gen1 maar een vreemd zeil dat nooit als Gen1 verkocht had mogen worden. ‘Hij is ook zo klein’, merkt hij op. De spinnaker vindt hij ook raar. ‘Het lijkt wel alsof er een baan tussen is gezet’. En over het grootzeil is hij deels te spreken. En dan bedoel ik het bovenste deel, want aan de onderkant is hij te vlak en loopt hij niet tot het uiteinde van de giek. ‘En er had zeker nog een strook van 15 cm aan het achterlijk gekund’, aldus de kapitein.

Uitdaging
Weinig zeil aan de wind dus. En dat is precies de conclusie die Sander trekt na het behalen van de 8e plaatst. Een Friendship is in de basis al ondertuigd waardoor een klein voorzeil, een niet-optimaal grootzeil en een oude spinnaker het een uitdaging maken om bij weinig wind voorin te komen. Een uitdaging die ons bekend in de oren klinkt.

Zakdoek
Terug in de haven is het rode pixel-gebied overgetrokken en worden we getrakteerd op regenbogen en een mooie zonsondergang. In de box laten we de natte zeilen nog even staan. Terwijl Sander de grootschoot opschiet, valt zijn oog op de wapperende genua. Een frons kondigt zijn opmerking aan: ‘Zaten die verticale stiknaden al in de genua?’ ‘Eh ja, ik geloof van wel’, antwoord ik weifelend. ‘Het lijkt wel een zakdoek!’ We lachen allemaal. Hoewel ik natuurlijk wel een beetje als boer met kiespijn, want het lijkt erop alsof we de strijdbijl met Hagoort Sails iets te vroeg hebben begraven.


Crew: Sander Kreukniet, Robert Pluim, Hennie en Floris
Baan: 11 ZW kort
Wind: ZW 6-20+ kn

zondag 5 mei 2013

Bloed aan de fok

Inmiddels is de kop eraf en zijn we vier wedstrijden verder. Drie woensdagavond wedstrijdjes en de Eem Delta Race 2013. Met wisselend succes, maar dat mág aan het begin van het seizoen. We zijn immers nog geen maand bezig.

De eerste wedstrijd
Woensdag 17 april was onze eerste wedstrijd. Doordat Koning Winter een voorbeeld nam aan Queen Elizabeth en star op zijn troon bleef zitten, lag er begin april nog ijs in de haven. Alle schepen bleven op de kant en de antifouling bleef in het blik. Het werd een race tegen de klok om de eerste wedstrijd te halen. April doet wat ‘ie wil, maar Team Fram is nog eigenwijzer. Dus die race wonnen wij!

Crew WAC 1
De crew is compleet en als een stel jonge honden dat wordt uitgelaten varen wij onze eerste proefrakjes voor de start. René heerst op het voordek, Hennie en ik in de pit en Ben staat fier aan het roer. Het is de vertrouwde 1-2-1 opstelling. Na twee oefenrondjes pakken we de draad weer op alsof de Hooikist Race gisteren was.

Ask the expert
We starten ruime wind en moeten bij de eerste boei gijpen met de spi. René vraagt mijn assistentie op het voordek, maar dat had hij beter niet kunnen doen. Inmiddels heeft hij zoveel uren op het voordek doorgebracht dat hij beter weet hoe het moet dan ik. En dus leer ik van hem dat de boom wel tussen de babystag en mast door kan. En dan te bedenken dat hij tot twee jaar geleden alleen maar op een sloepje had gevaren. Gaaf!

Foutje! Bedankt!
We gijpen maar zijn nog niet binnen de wind, waardoor de spi ‘hol klapt’ tussen de voorstag en de babystag. Wederom mijn schuld. Gelukkig is de wind vergevingsgezind en het lukt ons om de spi weer buitenom te leiden.

Tot mijn grote vreugde zie ik hoe de crew de boot handled alsof het hun tweede natuur betreft. Helaas zie ik ook hoe wij 10-15 graden minder scherp aan de wind varen dan de rest van het veld. Dus verliezen we het op de kruisrakken. Oorzaak: Te weinig zeil en de mast staat ook nog niet optimaal.

De tweede WAC
De tweede wedstrijd varen we met onze Genua2 130%. Tegenwoordig ons grootste voorzeil. Hij doet zijn werk goed en we varen al iets beter én hoger. Maar we zijn er nog niet.


Eem Delta Race
De derde wedstrijd is de Eem Delta Race (EDR). Het is een prachtige dag, strak blauw en een lekker windje, maar wel koud. Als ik ’s ochtends van huis wegga perst het kwik zich met moeite naar vier graden boven het vriespunt. Dus pers ik me in mijn Musto thermo-ondergoed en Offshore zeilpak. Mutsje mee, want ik wil me niet door de kou laten verslaan.

Crew
Paul en Lodewijk stappen op, want René en Hennie kunnen niet. Goede vervanging, maar dat betekent wel dat ik het voordek moet doen. Ik zeg ‘moet’ omdat ik zo graag wil sturen. Maar helaas ben ik de enige gekwalificeerde voordekker naast René en Hennie en zal ik bij hun afwezigheid acte de presence geven op de voorplecht.

I love the smell of…
De start neem ik nog wel voor mijn rekening en beide keren (de EDR bestaat uit twee wedstrijden) sturen we de boot redelijk strak over de streep. Jammer genoeg is het deelnemersveld klein en starten beide klassen tegelijk. Met acht schepen zetten we koers naar de beneden boei terwijl de kruitdampen van het startschip onze neuzen prikkelen. I love the smell of het startschip in the morning.

Uitslag EDR
We doen ons best, maar het lukt niet om iedereen achter ons te houden. Ondanks dat we de winnaar van race 1 vijf minuten achter ons laten, worden we laatste op handicap. Het hele veld zit dicht bijelkaar en ook de een-na-laatste eindigt slechts 6 seconden voor ons.

Inzinking
Na deze wedstrijd wordt het tijd voor drastische maatregelen. Ik ben er namelijk even helemaal klaar mee. De boot kan sneller lopen, maar ons lukt dat niet. Ik wil meer. Wij willen meer! Maar onze kennis werkt als een puts achter de boot. We lopen tegen ons eigen plafond aan. Vijf jaar geleden hadden we nog nooit een wedstrijd gezeild en zat René nog op een sloep en stond Ben op de golfbaan. En Hennie? Hennie struinde heel e-bay af naar die ene bijzondere spelcomputer in ‘mint condition’ die zijn collectie nog niet rijk was. We zijn een soort selfmade team, maar dat merken we nu ook. Daarom nemen Ben en ik ons voor meer kennis in te vliegen.

De vierde wedstrijd
De 4e wedstrijd is WAC nummer drie. Windguru zit er weer eens naast, maar dit keer staat er meer wind dan voorspeld. Witte schuimkoppen duiken meer dan eens op en als de wind ons in het gezicht slaat draaien we snel om en zetten we onze kleine Gen2 erop. Terwijl de Gen 2 130% in de zak gaat merkt Rene bloedspetters op het dek. ‘Iemand bloedt’, roept hij, maar niemand vindt of voelt iets. ‘Prima dat er iemand bloedt’ roep ik meelevend als ik ben, ‘als er maar geen bloedvlekken op mijn zeilen komen!’ Helaas. Bloed aan de fok.

De grote wisseltruc
Niet alleen het zeil wordt gewisseld voor deze wedstrijd. Ook de stuurman en overloop zijn verwisseld. De nieuwe strakke Lewmar traveller zit er nog geen anderhalf uur in en krijgt het nu al voor zijn kiezen. Aan Ben de eer om ‘m in bedwang te houden terwijl ik de boot stuur.

Windkracht 5
Als we ons gebruikelijke oefenslagje maken, drukt de wind ons plat en stroomt het water over het gangboord. Spektakel! Ik geef duidelijk aan, dat als ik uit mijn roer loop de zeilen echt wind moeten lozen omdat ik anders stuurloos ben. Ja vanavond speelt de wind met ons. En nu is het aan ons om hem te temmen.

Start
De start is goed. We zitten aan de hoge kant van het veld en hebben weer eens te maken met een paar boten die willen indringen. Normaal wijk ik niet, maar nu varen we zo ‘alles-gaat-kapot’ hard, dat ik bereid ben uit te wijken. Maar helaas geeft de boot aan lij mij niet de mogelijkheid en dus denderen we vier dik langs het startschip.

Tactiek
De eerste boei is nèt niet bezeild, waardoor we een slag moeten maken. Hennie oppert om nu die slag te maken, omdat we helemaal vrij zijn. Bovendien komen we dan over bak aan bij de boei. ‘Goede ingeving van Hennie’ denk ik bij mezelf en 8 seconden later gaan we met klapperende zeilen overstag.

Stena Line Ferry
Bij de eerste boei liggen we vijfde, maar we stomen door. Al snel liggen we derde, vlak achter Team Windrose, die vanavond meer op Stena Line leek met al die mensen op het dek. We varen zo dicht achter de Windrose als een verlaagde Golf 3 GTI met booskijkers, sportpijp en carbon-look benzineklepstickertje achter jou rijdt op de snelweg.

De tamme temmen
Ben temt de overloop en reageert adequaat op de windvlagen. Al snel blijkt dat deze overloop al zijn reclamische lofzang waarmaakt. ‘Temmen’ is niet van toepassing. Ons ongereefde grootzeil laat zich met één hand bedienen. Zelfs in vlagen van 25 knopen! De hele dag klussen met Lodewijk en Ben betaalt zich direct uit. Wel jammer dat ik nu weer een week Sika Flex aan mijn handen heb.

Je verlies nemen
Terwijl wij achter de International Windrose Ferry varen maak ik de fout om erover heen te willen varen. Wachten op een stuurfout heeft bij Wim Nierman niet veel zin. En eigenlijk weet je ook dat de Windrose nooit over zich heen laat lopen. Maar de echte fout in deze is weer een beperking van mijn kennis. Onze kennis. We moeten uit zijn hekgolf en onder hem door duiken. Flink afvallen, je verlies nemen en hard er onderdoor varen. Maar dat doen we niet.

Etiketten
Eerlijk gezegd was ik allang blij dat we vóór in het veld voeren. Ik was allang blij dat we de etiketten van de Champagneflessen in de kombuis van TW konden lezen. Misschien moeten we vanavond maar even bij hun de after sail doen.
Maar nu was het zaak om vóór deze boot te eindigen. Dus probeerde we bij de bovenboei er tussen te duiken. Maar als Wim het ziet loeft hij ook, terwijl we ruimwinds naar de benedenboei moeten. We varen nog steeds binnen een scheepslengte van elkaar en telkens ronden zij de boei luttele seconden voor ons.

To spi or not to spi
Op het laatste rak maken zij pas echt het verschil als ze als eerste de spi erop durven te gooien. We kijken elkaar aan. ‘Gaan wij ook?’ Maar we besluiten het niet te doen. We lopen al heel hard en liggen nog steeds goed. De twee schepen die ons hadden ingehaald hebben een lagere handicap en moeten dus (ver) voor ons eindigen willen ze van ons winnen. We varen door en zien hoe de rood-wit-blauwe spi van Windrose onverbiddelijk aan de mast rukt. Maar ze gaan harder en we kunnen ze niet meer bijhouden.

Vluchtelingenboot
We gaan als vijfde over de streep en worden uiteindelijke zesde op handicap. In de haven moet Ben snel naar het clubhuis, hij heeft bardienst. Wij drinken een glaasje Champagne aan boord van Team Windrose die met ons erbij iets wegheeft van een vluchtelingenboot. Het is gezellig en er wordt hard gelachen.

Andre Rieu
De adrenaline van de wedstrijd en de harde wind daalt langzaam naar zijn normale niveau. René die het als voordekker rustig had, maakte zich bijzonder nuttig met gewichtstrim en zat op de juiste momenten met zijn benen buitenboord. Zijn natte schoenen en sokken ten spijt. Hennie ontpopte zich als tacticus en stiekem zie ik daar een grote rol voor hem weggelegd. Ben bespeelde de overloop, zoals Andre Rieu zijn viool: Soepel en foutloos, met sierlijke bewegingen en pretoogjes. En ik, ik vond het geweldig om een hele wedstrijd te sturen en zag dat het goed was. Amen.