vrijdag 24 september 2010

Team Fram wants to thank you!

2010 was een geweldig leuk wedstrijdseizoen. Daarom willen we iedereen bedanken die ons heeft geholpen om te kunnen racen en sneller te varen. De nieuwe crewleden, nieuwe kennis, nieuwe snufjes en natuurlijk de spinaker markeren het einde van de proloog. Want vanaf nu kunnen en willen we ons niet meer verschuilen achter het predicaat 'beginners'.

- Team Fram -

Team Fram 2010 from Floris Cornelissen on Vimeo.

maandag 20 september 2010

De hooikistrace 2010: Een prachtig slotcouplet


De laatste wedstrijd van het seizoen was in alle opzichten een afsluiting in stijl. Zowel de baan op het Markermeer, als de vlaggen op het startschip en het geweer(!) voor de startseinen waren volgens het boekje. Of liever gezegd, volgens de ISAF normen. Erg officieel. De startprocedure werd met alle egards uitgevoerd. Even schoten beelden van de VOR In-Port races door mijn hoofd. Ook de wind was niet verkeerd. Tel daarbij op dat schepen van andere verenigingen ook mee mogen doen en je hebt de perfecte ingrediënten voor een heerlijk regattadagje.

Aiii
Wat nog meer glans gaf aan deze dag was onze spinaker, hoewel onze nieuwe handicap van 102.1wel even schrikken was. Nu zullen we vrijwel alle boten voor moeten blijven om ook na handicap berekening voor hun te eindigen in het klassement. Op papier zijn we een van de snelste schepen, nu nog de praktijk.

Vroegertje
Om half tien heb ik afgesproken met Ben en Pieter in de Jachthaven van Naarden. Violet en ik dragen de voordekkertjes van seizoen 2018 over aan oma en stappen met Pieter aan boord van Fram. De Volvo Penta is aardig op stoom en Ben steekt direct van wal. Terwijl we naar het startschip bij Pampushaven varen, neem ik nog even het spinakeren door. ‘Jij trekt aan de lijschoot en doet het roer, jij aan de loefschoot, jij bedient de val en de neerhouder. Ja, dat is die zwarte lijn. Ik doe het voordek en oh ja Violet, zo vouw je een spinaker in.’ ‘Koffie iemand? Ja lekker!’ klinkt er in koor.

Nog even trainen
Voor de start hijsen we de spi bij wijze van training. De spi staat goed en wel een minuut als we ‘m weer naar beneden halen. Dit ging goed voor een eerste keer. Maar we hebben dan ook een goede crew; allemaal ervaren zeilers en Pieter heeft veel ervaring op het startschip van de KWV Langweer. We zijn net op tijd bij het startschip als Pieter de rattenstaart opmerkt (vlag van uitstel). De wind is plotseling zo’n 70 graden gedraaid. Dit tot ergernis van het startschip die alle boeien weer moet verleggen. Ook lijkt de voorspelde 3 beaufort aan te trekken tot een dikke 4.

Zeilkeuze

Juist die aangetrokken wind maakt de keuze voor ons zeilplan twijfelachtig. Als we niet meer gaan spinakeren (omdat het te hard waait en wij te onervaren zijn), dan moeten we de genua 1 varen. Hier halen we de meeste snelheid uit op de ruimwindse rakken, maar deze kost ook hoogte op de kruisrakken. Een lastige keuze. Gelukkig klinkt het vier-minuten-signaal en hebben we geen tijd meer voor een wissel.

Eerste rak
Het eerste kruisrak houden we aansluiting met het veld. We kunnen niet zo scherp als de rest, maar de grote genua biedt ons dan ook vooral voordeel op de ruimwindse rakken. We houden enkele schepen bij, waaronder Team Windrose, die enigszins onderbemand is met Bert en kompaan. Later zou blijken dat ze de spinaker niet hebben opgegeven voor de rating en dus met een handicap varen van een dikke 105. Niks voor Bert.


Tijd voor de spinaker

Bij het een na laatste rak varen we ruime wind. We liggen helaas op onze vertrouwde positie. Laatste dus. In het kader van ‘No Nuts No Glory’ besluiten we de spi te hijsen. De wind lijkt minder, maar dat is schijn. We hijsen onze spinaker en gaan voor de eer. De spinaker staat flink te klapperen en we krijgen ‘m moeilijk onder controle. Als ik naar de windex kijk, zie ik dat we inmiddels halve wind varen. Shit de wind is weer gedraaid.



Het klapperen verstilt, de beelden worden slow motion

Voor ons vaart de Atlantis, ook met spinaker. Ook zij hebben problemen met het reachen. We besluiten zo goed als het gaat de spi te laten staan, want na de B-boei kunnen we vol gas voor de wind naar de finish. De spinaker is het er niet mee eens en rukt aan de mast. Ben merkt dit aan de helmstok. De druk is zo erg dat we constant uit het roer lopen. Plotseling loopt de Atlantis vlak voor ons uit het roer en lijken ze stuurloos als hun spinaker agressief voor hun uit klappert. Wij kunnen niet verder oploeven en liggen op ramkoers. In een verfilming zou het klapperen van de spi nu verstillen en de beelden in slow motion verder gaan. Even denk ik nog dat ik natuurlijk nooit had moeten spinakeren met 4 bft en een crew die het voor het eerst doet. Waar was je met je gezonde verstand? Zelfs ik heb nauwelijks ervaring en de laatste keer ging ook niet bepaald foutloos tijdens de 24 uurs, getuige mijn littekens en helende snijwonden op mijn hand. Ik vervloek mezelf, maar ik geloof dat ik het hardop deed.

Vol gas
We halen de B boei en zetten koers naar de finish. De spi sputtert niet meer maar staat mooi met de borst vooruit. We maken de achterstand goed en halen de Atlantis hard in, die het spinakeren hebben opgegeven. Ook zij voeren de boot slechts met z’n tweeën. We lopen ze hard voorbij. En we grijnzen allemaal als de schipper van de Atlantis een foto van ons maakt. Als we gefinisht zijn is Ben even verbaasd dat we nog een wedstrijd moeten zeilen. We eten even wat, vouwen de spinaker en ruiken de knakworstjes van Team Windrose. Maar voordat onze maag begint te knorren, klinkt het startschot alweer en zie ik nog net Rob op het startschip met zijn jachtgeweer in een ‘duck hunt houding’. Hoppa, daar gaan we weer.

De tweede race
De tweede start is slecht. We zijn minder gefocused en we beginnen direct met een achterstand. We overvaren de A boei en zijn niet goed bezig. We komen verkeerd uit met een ander startschip van een andere wedstrijd en moeten vallen om een zojuist ontmast schip te ontwijken. Wat een sneu gezicht. Terwijl we verder kruisen ligt een ander wedstrijd schip ons in de weg. Ik schreeuw nog even dat wij toch echt voorrang hebben aan de wind met ons zeil over bak. Hij kijkt mij verdwaasd aan.

Alle zeilen bijzetten

Dit keer hijsen we niet de spi en wachten we tot we echt een voordewinds rak hebben. We zien verder ook niemand dat ding hijsen, dus laten wij onze kleine 60 m2 ook maar in de tas. Als we na het tweede rondje wel een voordewinds rak hebben staat de spi binnen enkele scheeplengtes na de boei. Terwijl de genua nog staat, trimmen Violet en Pieter de spi tot in de absolute perfectie. Gek genoeg staat de genua ook nog prachtig en we besluiten met drie zeilen verder te zeilen.

Finish
We stormen af op de C boei en ronden deze als het startschip druk gebaart dat we moeten finishen. De baan is blijkbaar ingekort. We konden niets meer goed maken. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat er ook nog weinig goed te maken was.

Een mooie afsluiting
Onze spinakeracties waren niet onopgemerkt gebleven. De captain van Team Windrose gaf ons direct complimenten en trakteerde ons op een glaasje champagne. Hoewel dit het einde van het seizoen is, is dit het begin van Team Fram 2.0. En voor wie het nog niet weet. Team Fram 2.0 is die boot met die prachtige geel/blauwe spinaker. Die boot met die geweldig enthousiaste crew. Die boot waarvan je steeds vaker alleen nog maar de achtersteven zult zien. Tot volgend seizoen!


Crew: Ben, Violet, Pieter, Floris
Wind: 11-16 knopen
Baan: 3 (eerste race), 2 (tweede race).
Finish: 8e (van de 8)

Bedankt voor de foto's: Derk-Jan 'Atlantis' en Bert 'Team Windrose'.

donderdag 9 september 2010

RAF

Hoewel er na de wedstrijd van 25 augustus nog twee te gaan waren, was het voor mij (Floris) alweer de laatste WAC. Ben zat op Terschelling met Wout hetgeen mij niet helemaal verkeerd uitkwam. Begrijp me niet verkeerd, ik zeil graag met Ben, sterker nog, zonder Ben geen TF! Maar twee dagen later was de 24uurs zeilrace en dit was een uitgelezen kans om met de complete bemanning van Deel II (een Albin Vega) nog een laatste keer te oefenen.

De wedstrijd
De windvoorspelling was eentje in de categorie 'kansloos'. Weinig tot geen wind. Hoewel dat normaliter onze kansen minimaliseert tot rond het nulpunt, kon me dat nu weinig deren. Want onze 24 uurs training zou nu in het teken staan van de spinaker. En daar wij die niet hebben opgegeven bij de wedstrijdleiding, betekent het gebruik van de spi automatisch diskwalificatie.

Crew
Het plan was om samen met Lodewijk en Marc de 24uurs te zeilen en dus ook deze laatste WAC. Maar Rowan gooide roet in het eten. Nu moet je weten dat Rowan nog geen maand oud is. Zijn prille aanwezigheid op deze aardkloot was dan ook de reden voor papa Marc om in de week van de 24 uurs af te zeggen. Iets wat niet geheel onverwachts kwam. De 24 uurs staat al een jaar van te voren vast (zo niet langer) en zo'n kindje komt ook niet direct na de daad. Hoe dan ook, geen Marc! Gelukkig bood de nieuwste aanwinst van TF uitkomst. Hennie mailde mij 's middags over de laatste twee wedstrijden. Hij vroeg of hij volgende week van zijn vakantieadres in het zuiden van Nederland moest terugkomen voor de woendagavond wedstrijd. Over fanatisme gesproken! Natuurlijk hoeft dat niet (maar mag het wel), ik zei dat als hij wilde hij vanavond wel kon opstappen. Ik zocht tenslotte nog iemand die niet in de afgelopen twee weken een kindje had gekregen en dat heeft Hennie niet, maar hij moest wel om 23.30u thuis zijn voor het laatste flesje van zijn jongste. Ja heel Team Fram bouwt aan de toekomst!


De start

De start was de meest krankzinnige van het seizoen. Zoals vaak mengden wij ons in de hectiek van bovenwindse boei. De matige wind werkte kalmerend op de chaos waardoor het gelukkig overzichtelijk bleef en de schade beperkt. Want samen met zo'n tien andere schepen lagen we roerloos te dobberen voor de startlijn. Het laatste startsein klonk dan ook enigszins cynisch. We lagen zij-aan-zij te wachten op een zuchtje wind dat ons over de startlijn zou duwen. Bij wijze van psychologische oorlogsvoering hesen wij onze gigantische spi. Maar ook dat maakte niet het verschil. Terwijl wij allemaal zaten te klooien zag ik hoe die verrekte Team Windroos bij de benedenwindse boei moeiteloos koers zette naar de eerste boei. Godverde... Tijdens ons gedrang bij de hoge kant van de startlijn was de wind 180 graden gedraaid. En dat hadden Bert en kornuiten goed gezien.

Spinaker time
Ondanks de slow motion start voeren we op de spi lekker mee. Fijn om met weinig wind een keer niet ingehaald te worden. Ondanks het gebrek aan ervaring met de spi haalden we zelfs hier en daar een schip in. Maar toen ging het toch nog mis.

Onderbroekenlol
Wier wikkelde zich onverbiddelijk om de kiel en schroef. Het veld achter ons kwam nu hard inlopen. Drastic times call for drastic measures! Dus hing ik in no time in mijn Björn Borg boxer aan de zwemtrap het wier met handen en voeten te snoeien. Het lukte deels. Dat wil zeggen, zij liepen niet in, maar wij ook niet uit.

Het laatste rak was een kruisrak. Nu moest toch echt de spi eraf. Met nog een goede kluit wier onder de boot en een niet meedraaiende schroef was de race bekeken. We finishten nog wel maar trokken ons direct terug. Retired After Finish noemen ze dat ook wel.

Mission accomplished
Het was een leuke en leerzame avond met een even zo leuke crew. Jammer dat Ben er niet bij was. Fram onder spinaker blijft imposant. De spinakertraining zonder expert Bert was geslaagd. De condities waren ronduit vergevingsgezind. Twee dagen en een nacht later tijdens de 24uurs zeilrace zou dat een stuk minder zijn. Toen stond de spi met 4 bft die in korte tijd aantrok tot 6! Een intense ervaring getuige het log dat 9 knopen klokte en de brand en snij wonden op mijn linkerhand van de slippende spival.

Laatste woensdag
Inmiddels is de WAC voor mij voorbij en, zo bleek later, is Ben ook niet meer in actie gekomen met Fram. De laatste twee wedstrijden waren respectievelijk windloos en boeiloos (Rijkwaterstaat heeft zonder de vereniging te informeren de boeien van de vaargeul verlegd, waardoor zelfs de oude rotten de weg naar de finish niet konden vinden. De wedstrijd is uiteindelijk ongeldig verklaard).


Uitslag seizoen 2010

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, Fram is 14e geworden van de twintig deelnemende schepen in de tweede klasse. Dit resultaat strookt niet met de ambitieuze doelstellingen aan het begin van het seizoen. Weet u nog? Eindigen in het linkerrijtje. Maar dat maakt niet uit. Het zeilen was heerlijk, elke woensdagavond was een cadeautje. En als er dan een beetje wind stond, was dat de kers op de taart! Bovendien is Fram dit jaar nog meer in wedstrijdconditie gekomen. We hebben nieuwe valdekgeleiders zodat we nog meer vanuit de kuip kunnen bedienen, nieuwe spival, onderlijkstrekker, we kunnen spinakeren, we hebben gereviseerde lieren en klemmen en het team krijgt langzaam meer vorm. Met de komst van Hennie, de ontdekking van Violet Suarez en de alsmaar groeiende Rene krijgt Team Fram een vaste vorm. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de oude rotten; Lodewijk, Nicolas en Paul. Altijd prettig om aan boord te hebben. Ben en ik kunnen dus terugkijken op een geslaagde Woensdag Avond Competitie.

Hooikistrace
Nu hebben we met Team Fram alleen nog de Hooikistrace voor de boeg. Een laatste keer vlammen met de Friendship, voordat zij op de wal gaat en de nodige antifouling, olie en koelvloeistof krijgt aangesmeerd. Verder wordt deze winter de nieuwe marifoon en een tweede (licht)accu ingebouwd, zodat we volgend jaar zelf met de 24uurs mee kunnen doen!

Ps alle hulp is welkom, speciale klusmiddagen worden nog ingepland :-) U hoort van ons.

Crew: Lodewijk, Hennie & Floris
Wind: VA 1-7 knopen (W krimpend naar Z)
Baan: 13
Finish: Retired After Finish

donderdag 19 augustus 2010

Transferperikelen

Zo vlak voor het einde van de competitie en slechts enkele dagen voor het verstrijken van de transferperiode heeft Team Fram zich versterkt met Hennie Hoenselaar. Hoewel team-eigenaar Cornelissen vorige week nog aan boord van Team Windrose stapte en daarmee voor wat verwarring zorgde, lijkt dit slechts een schijnbeweging. Want Team Fram is duidelijk bezig met het vormgeven van de crew voor het seizoen 2011.

Oud-Hollands Fokkezak pissen
Hoenselaar is een oud zeeverkenner en een zéér enthousiast zeiler. Hoewel het voor hem alweer even geleden was, stelden volzinnen als ‘tussen het voorlijk en de mast’, ‘over bakboord’ en ‘het geruis van de wind, de geur van het water. Heerlijk!’, ons direct gerust. Ook zijn oude zeeverkenners technieken werpen een nieuw licht op de competitie. Schijten in de bakskist van de concurrent. Of de fokkezak vol pissen. Ja heren, als het moet staan ook deze middelen ons ter beschikking. Overigens bleek Hennie op meerdere manieren gelieerd aan de Woensdagavond Competitie. Zo blijkt zijn halfbroer de hoofdsponsor van Team Windrose. Hierdoor kregen we enkele sappige details te horen over het reilen en zeilen van Bert en zijn team.

De wedstrijd
De start was een beetje rommelig. Dit kwam grotendeels door de wind. Of liever gezegd de verschillende windberichten. KNMI sprak van een actuele windkracht 5, Windguru over een kleine 3 met later op de avond uitschieters naar 5 en over de marifoon hoorden we dat het op het Markermeer windkracht 6 was. Wetende dat onze boot sneller loopt met een rif, besloten we het eerste rif te zetten. Maar nog eens goed naar de kaart kijkend bleek de eerste twee rakken voor de wind te zijn. Shit, dan hebben we alle vierkante meters zeil nodig! “Dat rif moet er uit!” Met nog vier minuten voor de start werd het grootzeil bijna tot voorbij de marifoonantenne gehesen.

Cape Canaveral
Op tijd met vol grootzeil en genua 2 koersen we naar de startlijn. René telt de laatste minuut af. Het lijkt wel Cape Canaveral in de kuip, maar helaas is onze start iets minder flitsend.

Toffee
We varen een prima wedstrijd en maken geen fouten. Hennie komt af en toe uit de kuip naar het voordek als ik extra handen nodig heb. Ook letten we deze keer goed op de verdeling van het gewicht. Meer kilos naar voren en op het gangboord. Ja, de excursie naar Team Windrose heeft geen windeieren gelegd. Over deze excursie gesproken. Hier moet ik nog even een excuses maken naar Bert en zijn bemanning. Vorige week grapte ik nog dat ik de spinaker in een zandloper had gevouwen. Een week later bleek hun spinaker inderdaad als een toffee voor de mast te wapperen. Sorry heren, het is misschien moeilijk te geloven, maar er was geen opzet in het spel.

Eindsprint
Bij de laatste rakken lopen we wat in op de concurrentie. We varen redelijk gelijk op met de waarschepen Pondus en ’t Weare Hout. De Willing loopt helaas iets uit. Achter ons vaart de Clever ‘Seven’, die vorige week nog ‘First’ was. Vlak voor de finish wordt het nog even leuk. De finishlijn werkt als een trechter op het laatste kruisrak, waardoor we nu allemaal redelijk dicht bij elkaar varen. We halen nog de ‘Spoom’ in, als plotseling een fel verlicht binnenvaartschip op ons af dendert. Gelukkig vaart hij zo hard, dat we niet van onze koers hoeven te wijken.

Helly Hansen
We finishen voor de Pondus, Clever en Spoom. ’t Waere Hout en de Willing gaan net voor ons over de finish, maar eindigen na handicap verrekening toch achter ons. Al met al een goede wedstrijd met een redelijk resultaat. Maar veel belangrijker is de nieuwe aanwinst. Hennie wil graag vaker meevaren en is bij deze geïnstalleerd tot vaste crewmember van Team Fram! Voortaan denken wij bij HH niet maar Helly Hansen maar aan Hennie Hoenselaar!

Crew: Hennie, René, Ben & Floris
Wind: 16-8 knopen (W krimpend naar ZW)
Baan: 14
Finish: 11e (van de 15)

vrijdag 13 augustus 2010

Terug in de schoolbanken

Een bijzondere wedstrijd. Dat was het zeker. En een goede ook, want voor het eerst ben ik tweede geworden tijdens de WoensdagAvondCompetitie. En dát terwijl er bijna geen wind stond. De spinaker heeft daarbij zeker geholpen (en dat ik op Team Windrose meevoer wellicht ook).

Vreemdgaan
‘Ja sorry hoor’ – zou Eric van Tijn zeggen, maar dit was een geweldige kans. Hoewel we officieel startschip waren die avond, werd ik ’s middags al door Bert van Team Windrose gebeld met de vraag of ik met hun mee wilde varen. Natuurlijk, maar ik heb mijn verplichting als startschip en naar Ben. Dus bedankt voor de uitnodiging, maar ik blijf een avondje voor anker liggen, zei ik. Bert riep nog iets enthousiasts in de trant van ‘dat regel ik wel met Ben’.

Brugman
Toen ik eenmaal in de haven was en in de veronderstelling dat ik een avond zou doorbrengen als startschip, had Bert inderdaad al met Ben gesproken en was Marijke onderweg om mijn plek op het startschip in te nemen. Ja Bert kan lullen als brugman. Ik sputterde nog wat voor de vorm, maar had moeite om een grijns te onderdrukken. Want je mag gerust zeggen dat Team Windrose de ABN AMRO 1 is van de WAC.

Jaloers
En zo professioneel als dat klinkt, begon het ook.Ik was nog niet aan boord of ik kreeg het teamtenue in mijn handen gedrukt.
Mooie shirtjes met echte sponsors. De boot zelf is ook niet amateuristisch. Er is genoeg om jaloers op te worden. Of het nu de selftailing lieren zijn, de windmeters, het analoge log of de mooie oranje grootzeilval. Alles is aanwezig, werkt en ziet er goed uit. Aan de boot kan het dus niet liggen.



Zeilkampgevoel
En aan de crew eigenlijk ook niet. Jeffrey zeilt al jaren wedstrijden, Gijs heeft alle zeeën en oceanen zo’n beetje gevaren en Bert heeft geen introductie meer nodig. Grappig genoeg kreeg ik weer een beetje dat zeilkampgevoel; je wilt heel graag presteren, maar weet nog niet alles.

Strijd om podiumplek
Lichtelijk onder de indruk van de boot en crew begonnen we de race. Ik op het voordek en later in control of the spi! En dat was op z’n zachtst gezegd leuk. Deze wedstrijd zou op ons eigen schip onhaalbaar geweest zijn, maar op de Team Windrose werd het een strijd om de eerste plaats.

Ingekort
De wedstrijd werd gelukkig door het startschip ingekort, maar voor het meerendeel van de tweede klasse was dat nog een brug te ver. Slechts minder dan de helft haalde het binnen de gestelde tijd. Team Windrose werd tweede achter de Seven, een prima resultaat.

Café Nol
Opvallend vond ik dat er zoveel geluld en gelachen werd. Iets wat ik eigenlijk niet had verwacht van deze ervaren crew en professionele boot. Soms leek het alsof ik Café Nol, bij ons in de Jordaan stond. Misschien moet Bert het woordje ‘team’ op de zijkant van zijn boot maar vervangen door ‘café’. Hij schenkt al heerlijke champagne!

Spinaker invouwen
Al met al is een wedstrijdje aan boord van de Windrose was een geweldige ervaring. Met dank aan Ben en Marijke. Het was leuk om de kunsten af te kijken. Een beetje wedstrijdspionage zou je het kunnen noemen. Na de finish ‘moest’ ik nog een keer benedendeks de spinaker invouwen. Wat Bert niet weet is dat ik zijn spi met zes zandlopers heb opgevouwen. Want volgende wedstrijd is hij gewoon weer een concurrent.


Wind: NW 3 afnemend naar 1
Baan: 15
Finish: 2e met Team Windrose (Fram was startschip)
Opm: Ben & Marijke bedankt

donderdag 5 augustus 2010

Did Not Compete

Gisteren hebben we niet meegedaan. De voorspellingen waren slecht, ik moest overwerken en Ajax speelde. Genoeg redenen voor René, Ben en ondergetekende om verstek te laten gaan.

Verstuurd vanaf mijn iPhone (just so you know).

donderdag 29 juli 2010

Niets is minder waar



Eindelijk staat er weer eens wind. Rond de 10 knopen. Niet heel veel, maar het is genoeg. Als opstapper hebben we Rene. Hij heeft genoeg moed verzameld sinds de dramatische wedstrijd van vorig seizoen. Het deelnemersveld is klein, slechts acht schepen doen mee in onze klasse. Het zijn vooral de toppers die het laten afweten. Al met al goede perspectieven voor de wedstrijd van 28 juli.

De start
Vijf minuten voor de start sync ik mijn iPhone met de gps tijd en zet ik de Sailing Race Timer app met ISAF countdown aan. Vanuit mijn broekzak klinken de verschillende seinen. De laatste minuut horen we een piep om de tien seconden en met nog 30 seconden te gaan, zeilen we op de startlijn af. Nog 10, 9, 8 seconden… shit gaan we niet te vroeg over de startlijn? Maar voor ik kan bedenken hoe we dat kunnen voorkomen klinkt het startsein. We starten als eerste. Of tweede, dat is even lastig om te zien, maar dat maakt niet uit. We starten goed.

Onderlangs inhalen s.v.p.
Het eerste rak is ruime wind en we komen goed mee. De spinakers worden om ons heen gehesen, maar dit keer laten we ons de wind niet uit de zeilen nemen. We loeven direct op naar de hoge kant van het veld. De andere schepen moeten ons onderlangs passeren. En wie dat niet doet, steken we ordinair de loef af.

De geoliede machine

Deze brutale strategie lijkt te werken. Maar toch kruipen de spinakers ons onderlangs voorbij. De wedstrijd verloopt goed. Rene draait goed mee en heeft aan een half woord genoeg. Alle manoeuvres gaan vloeiend. Overstag gaat strak zonder te veel te verlijeren. En aan de wind vaart Ben strak op de telltales van de genua 1. Over de genua 1 gesproken, deze lijkt ook voor het eerst een beetje redelijk te staan. Misschien had Aad Kool gelijk, toen hij zij dat het zeil ‘ingezeild’ moet worden. Als we ook het wier hier en daar op soms centimeters weten te ontwijken lijkt dit wel de beste race van dit seizoen te worden. Alles doet het, er gaat niks kapot en we maken geen fouten.


Nou ja, bijna geen fouten! Want doordat we zo gefocussed waren op de start hebben we niet gezien dat de wedstrijdleiding op het laatste moment de baan nog veranderde. Gelukkig had ik het door en had Ben het nummer van Sander Kreukniet, die met zijn Elan de taak van startschip op zich had genomen.


Uitslag
Op het laatste rak laat Fram nog even zien dat zij snel is en we spuiten naar de finish. Wat lekker om weer eens te blazen over het water. We lopen de Clever voor ons rap in, maar we passeren ze niet op tijd voor de finish. Opgewekt tuigen we de boot af en bergen we de zeilen. We bespreken nog even de wedstrijd en komen tot de conclusie dat alles goed ging. In het clubhuis aangekomen horen we de uitslag. Natuurlijk verwachten jullie nu een hoge notering, na zo’n lovend wedstrijdverslag. Niets is minder waar. We werden laatste, maar dat telt niet. We hebben heerlijk gezeild en ondanks het nieuws dat mijn huis toch niet verkocht blijkt, ging ik met een goed gevoel naar huis (mijn andere huis).

Crew: Rene, Ben, Floris
Wind: 9-11 knopen NW
Baan: 16 NW >4bft
Uitslag: 8e (van de 8)

donderdag 22 juli 2010

Glijden en laveren

Na vier weken afwezigheid op de Woensdagavond Competitie, deden we dan eindelijk weer mee. De afgelopen weken was er geen wind en zagen we geen reden om mee te doen m.u.v. vorige week. Toen waaide het zo hard dat caravans gingen zwemmen. De wedstrijd werd daarop afgelast.

Als de wind minder is dan 2 bft. heeft het voor ons geen zin om mee te doen. We hebben geen spinaker en leggen het vaak op het eerste rak al af tegen de lichtweerzeilen van de tegenstanders. Maar na vier weken geen wedstrijd gezeild te hebben, kruipt het bloed waar het niet gaan kan en worden principes principieel gebroken. Zo gebeurde het dat wij gisteren op een spiegelglad Gooimeer over de startlijn dobberden.

Zoals te verwachten werden er direct spinakers gehesen. Hoewel wij onze grote genua 1 op hadden staan, is een spinaker toch al gauw zo’n 30m2 meer oppervlak. We startten redelijk, maar lagen iets te ver van de hoge boei. Ondanks de vuile wind en de spinakers weten we een aantal schepen bij te houden. Zelfs een snellere Dehler 28s met spinaker houden we achter ons. Maar de wind draait en valt helemaal weg, waardoor we na twintig minuten nog maar een halve knoop op het log lezen. Ik denk aan de opmerking van Bert Piels (Team Windrose), die het had over ‘glijden’ met weinig wind. Wij doen eigenlijk niet anders. We bewegen nauwelijks en bedienen de schoten met de grootste voorzichtigheid. Doordat we allebei aan de lijzijde zitten, ligt Fram onder een hoek en houden we vaart. Of liever gezegd; glijden we door!

De nieuwe genua is een uitkomst bij ruime koersen, maar is niet optimaal bij aandewindse koersen. We kunnen minder scherp varen en dat merken we direct. De ruimende wind draait van NW naar O en maakt van het eerste ruimwindse rak, in een uur tijd, een kruisrak. De oplettende lezer merkt nu op dat we na een uur varen nog steeds in onze eerste rak zitten en boei 53 nog niet hebben gepasseerd. Dat klopt. Gelukkig ziet de wedstrijdleiding dat ook en kort de baan aanzienlijk in. Een goede actie van Job!

We zijn op de helft van de race en bevinden ons ergens halverwege het veld. Langzaam laat de wind zich zien en verschijnen er rimpels op het water. We kijken goed waar de wind is en laveren van rimpelveld naar rimpelveld. Tussentijds ontwijken we grote wierkolonies. Eén keer door zo’n wierveld en de race is over.

Het log loopt op en we juichen als ‘ie boven de twee knopen komt. Gek genoeg wisten we met weinig wind de boten bij te houden. Nu de wind aantrekt tot een kleine drie beaufort, worden we aan alle kanten ingehaald. We zijn nog steeds aan het kruisen, maar varen structureel 10 tot 15 graden minder scherp.
In de slotfase van de wedstrijd (deze zin mag niet ontbreken in een sportverslag!) worden we aan alle kanten ingehaald. We gaan als laatste over de finish en ik baal gigantisch. Ik baal omdat we dit keer juist met weinig wind meekwamen. Toen de wind een dikke 2 tot een kleine 3 bft. was, gaven we het uit handen. Frustratie krijgt de overhand. Ik merk dat ik fanatieker wordt en verlang naar een vaste, op elkaar ingespeelde crew. En met het oog op het spinakeren is dit misschien wel de belangrijkste investering.

Crew: Ben & Floris
Wind: 2-9 knopen (NW ruimend naar O)
Baan: 15
Finish: Laatste ☹

donderdag 8 juli 2010

Vanaf de zijlijn

Ook deze week zaten we weer op de bank en hebben we niet meegezeild. We zijn inmiddels volledig hersteld van de blessures. Weet u nog? Twee gladde lieren, waarvan één plotseling besloot een soort open katrol te worden. Maar deze kwetsuren lijken volledig verholpen. Sterker nog, Fram is klaar voor de volgende stap.

De vier-lijns valgeleiders zijn aan beide zijden gemonteerd, waardoor we nu twee extra lijnen vanuit de kuip kunnen bedienen. Ik weet nog niet precies welke het worden, vermoedelijk de neerhouder van de spi en de onderlijkstrekker. Maar er is meer gebeurd op de operatietafel.

Hans Vaders (Friendship 26) heeft ons waanzinnig geholpen met de lieren. Deze waren namelijk na 27 jaar mooi glad gepolijst door de verschillende schoten. Hier kwamen we op pijnlijke wijze achter, in de wedstrijd van 16 juni, toen de wind boven de 5 bft. uitkwam. In de wedstrijd erna bleek ook nog eens het uurwerk van de lier versleten en deed bakboord ineens niet meer mee. Vleugellam lagen we aan de steiger. Maar er was hulp onderweg.

Vaders, een metaalkundig man van beroep, heeft zowel het werk aan de binnenzijde hersteld, als de glad geworden buitenhuls nieuw leven ingeblazen. Mooie ribbels zijn in de trommels geëtst. Toen ik de foto’s zag, was ik met stomheid geslagen. De lieren lijken als nieuw. Dit is vakwerk! Bedankt.

Nu Fram helemaal spinaker-ready is en de lieren weer volop meedraaien, wordt het tijd voor wat training met de spi. We hopen volgende week weer in de race te zijn. Zie jullie op het water.

-Team Fram-

woensdag 30 juni 2010

DNC

Deze week hebben we niet gevaren. De wind was wederom erg matig, bovendien moesten er nog de nodige reparaties worden uitgevoerd. Hopelijk volgende week beter!

-Team Fram-

donderdag 24 juni 2010

DNF

Na de stormachtige wind van vorige week was deze woensdag even afkicken. De verschillende windsites zijn het met elkaar eens en spreken van 5 knopen wind afnemend naar 4. Dat is een kleine windkracht 2 afnemend naar een nóg kleinere twee! Niet de ideale wind voor Fram. Maar we hebben nu eindelijk die prachtige genua 1 van extra dun zeil, zodat we ook met deze wedstrijden mee kunnen doen voor het ‘eggie’.

De wind was beter dan voorspeld. Een dikke twee, misschien wel een kleine drie beaufort. Het startschip schotelde daarop een lange ‘harde wind’ baan voor. Een beetje overdreven, vond ik. Hoewel de gekozen baan wel leuk is, moet de wind minstens zo blijven wil je voor tien uur finishen.

We hadden een redelijk goede start. Als eerste over de startlijn, maar helaas iets te ver van de hoge boei af. Hierdoor passeerde bijna het hele veld ons aan de hoge kant en hadden wij tot de tweede boei eigenlijk alleen maar vuile wind. Een onderschat probleem van onze kant. Achteraf gezien hadden we direct moeten oploeven, ten kosten van een aantal plaatsen en proberen de rest in te halen aan de hoge kant. Een wijze les.

De wedstrijd varen we vrijwel continu achter in het veld. Wie een spinaker heeft, vaart ‘m. Als ik de hele vloot bekijk, kom ik tot de ontdekking dat er slechts drie boten zonder spi varen, waaronder wij. Ondanks het spinakergeweld van onze concurrenten weten we nog aansluiting te houden. We halen zelfs de Pondus in, een Waarschip met spi(!). Maar als we voor de derde keer van de B-boei richting de 43 varen, liggen we eenzaam achter. We weten de Pondus nog achter ons te houden, maar daar is alles ook mee gezegd.

De wind valt weg en we lopen met moeite nog 1,5 knoop. Om de snelheid er in te houden zitten we stil aan de lijzijde. Als ik op mijn horloge kijk, krijgt de wedstrijd een nieuwe dimensie. We moeten voor tien uur finishen. Dat is over 18 minuten! De tijd dringt en de wind is in geen velden of wegen te bekennen. De baan is ingekort, maar nog steeds veel te lang. We varen het laatste rak naar de finish. De wind vertaalt zich in kleine rimpels op het water. Terwijl wij ons uiterste best doen om over die rimpelachtige vlekken naar de finish te laveren, tikt de tijd gestaag door. Het windlezen gaat ons echter goed af. Want we maken vaart en weten een kleine 3 knopen op het log te toveren. De finish is nabij. Nog even geconcentreerd blijven. Maar dan klinken plotseling drie korte stoten door de scheepshoorn. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het tien uur is…

We hebben het niet gehaald. Het startschip heeft gelijk, maar het voelt onterecht. We hebben ons uiterste best gedaan om met deze zwakke wind mee te komen. Ik vervloek ze en baal. We hebben voor jan-met-de-korte-achternaam meegedaan. Het ongelijk zwengelt een opzwellende agressie in mij aan. ‘Protest’ roep ik tegen Ben. ‘Ik ga protest aantekenen! Wie bedenkt nou een lange baan op zo’n windloze avond?!’ Om te zeggen dat ik baal is een understatement. ‘Break stuff’ van Limp Bizkit zingt in mijn achterhoofd. Demonstratief zeil ik door naar de finish die inmiddels een verlaten boei is. Ik noteer onze tijd. 6 minuten en 32 seconden te laat. Waarschijnlijk met handicap berekening val ik wel binnen de tweeënhalve uur. Maar het doet er niet meer toe. Alles was voor niets.

Tot overmaat van ramp is de lier aan bakboord onbruikbaar geworden. De two-speed lier is een single speed geworden die beide kanten even hard de genua viert.

De volgende ochtend zie ik de uitslagen en zie ik dat we 9e waren geworden als we iets eerder over de lijn waren gevaren. Maar in plaats van 17 punten, hebben we een DNF (Did Not Finish) achter onze naam. Wederom vervloek ik het startschip voor de lange baan. Dit was de laatste keer dat we met weinig wind mee hebben gedaan. Voor het eerste loopt mijn wedstrijdenthousiasme een deukje op.

Crew: Ben & Floris
Wind: 8-2 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: DNF
Geschatte schade: Tussen de 50 en 450 euro.

donderdag 17 juni 2010

Kapot

Na de meer dan trieste voorspellingen van vorige week, belooft de wedstrijd van 16 juni een geweldig spektakel te worden. Elf knopen wind (4bft), een goede crew en een zonnetje. Bovendien zijn een paar concurrenten naar Engeland waardoor wij dit keer toch wel in de top 5 zouden moeten kunnen eindigen.

Centrale Meldpost IJsselmeer

Gelukkig waren we allemaal vroeg op de boot. We namen even de mogelijke banen, de taken en manoeuvres door. Terwijl wij ons beraadden over het te voeren zeilplan, mengde Centrale Meldpost IJsselmeer zich onaangekondigd in de discussie: “…Een windwaarschuwing voor het IJsselmeer en alle aangelegen meren. Wind kracht zes. Actuele wind Lelystad zes!” Mooi, dit wordt reven en de genua 2 erop.

Als we naar buiten varen sta ik weer te kijken hoe beschut de haven van Naarden ligt. Het Gooimeer kijkt ons schuimbekkend aan, als een opgefokte Rottweiler. De eerste golf adrenaline gaat door mijn lichaam als het buiswater van de punt ons in het gezicht slaat. We hijsen het grootzeil (met 1 rif) en de wind laat direct weten dat ze niet met zich laat sollen vanavond. Door de noordelijke richting zijn de golven bij de havenmonding onstuimig en is het lastig koers houden. We rollen de genua 2 uit en beginnen aan de warming up.

Foutje
Terwijl we aan de wind stampen en de koers van het eerste rak een keer varen, twijfel ik of we niet een tweede rif hadden moeten zetten. Ik heb veel druk op mijn roer en we lopen niet optimaal. Anderzijds zijn al die vierkante meters zeil voordewind wel erg prettig. We besluiten toch met deze zeilen door te varen. Met nog 28 minuten voor de start varen we ver van de startlijn richting de Hollandse brug. We varen hard, zo’n zes knopen. En dan gebeurt het, ik maak een pijnlijke navigatie fout en Fram ligt binnen een anderhalve meter stil. We zijn vastgelopen…

Gelukkig liggen we aan hogerwal. We trekken de zeilen aan en zetten de motor bij. Met behulp van de golfslag rukt Fram zich los en scheert zich als een vrijgelaten snoek weg van de plek des onheils. Op naar de startlijn. We komen net iets te vroeg waardoor we nog een kort slagje moeten maken. We starten redelijk, helaas iets aan de lage kant.

Het eerst rak
Zoals altijd houden we in het eerste rak het veld bij en passeren we enkele schepen. Maar we moeten meer kunnen. We moeten aan kop varen. Lodewijk, de tacticus, kijkt op de kaart en op zijn Geonav (kaartplotter) en concludeert dat we scherp moeten blijven varen als de eerste boei in een keer willen halen. Gelukkig loop ik af en toe uit mijn roer waardoor ik hoogte pak.

Pijn
We halen de boei en racen door naar de D boei. De wind is zes bft. maar lijkt soms wel zeven. De vlagen maken het soms lastig om koers te houden. Nicolas en Marc zitten aan de schoten en komen kracht te kort om de genua strak te zetten. Ik zie Marc pijnlijk kijken. De eerste blaren zijn een feit. Niet veel later zou ook Nicolas het om zijn oren krijgen. Letterlijk. In de overstag na de D-boei klappert de giek driftig heen en weer. Een metaalachtige klap is het startsein voor het hardop uitspreken van een terminale ziekte. Het is ‘m vergeven, want dit doet echt pijn.


British Petroleum

Met kapotte handen en een bult beginnen we aan het kruisrak naar de B-boei. Plotseling schiet het grootzeil uit de klem. Ik bulder ‘grootzeil aan’, maar zie dat het geen zin heeft. Het hele blok is losgerukt van de overloopt. De schoot met blok bungelt levenloos aan de giek. Marc probeert het grootzeil te houden door aan het blok te hangen, maar de wind laat niet met zich spotten.

Terwijl Lodewijk benedendeks zoekt naar passende harpjes of andere oplossingen, varen wij zo goed als het gaat door op onze genua. We kunnen weinig hoogte houden, maar geven niet op. Aan onze spoedreparatie kan British Petroleum nog een voorbeeld nemen, want binnen een mijl zit het blok weer aan de overloop en kunnen we verder kruisen. Maar wacht eens even? Wat was dat raar krakend geluid? Ik kijk naar mijn zeilen maar zie geen scheur. Dan zegt Marc kalm dat de voedingskabel van de Geonav is afgebroken. Gelukkig kost dat apparaat maar een dikke 700 euro.

Alle zeilen bijzetten
Het zit niet mee. Maar we varen gewoon verder. Nee, dat zeg ik verkeerd, we varen goed verder. We halen weer wat in. En als we de tweede keer het kruisrak varen, halen we zelfs de nummer drie (Job) uit het algemeen klassement in. Op het een-na-laatste rak ligt de Job toch weer voor ons. Als we naar Boei 63 varen (halve wind) besluiten we het rif eruit te halen. Het laatste rak naar de finish is ruime wind en dan kunnen we elk stukje zeil gebruiken.

Het werkt, we lopen langzaam in op de Job en houden de Pondus achter ons. We spuiten ruimkoers naar de finish. Job heeft het door en loeft op waardoor wij mee moeten loeven. Ik doe alsof ik mee ga en loef ook een beetje op. Ze kijken allemaal naar voren en dan val ik plotseling af en steek onderlangs. Het lijkt te werken, maar helaas is het rak te kort en komen we niet meer langszij.

Westrijdzeiler
Met kapotte handen worden de zeilen binnen gehaald. Er is strijd geleverd en er zijn offers gemaakt. Een bekend wedstrijdzeiler zei ooit eens dat je boot na een wedstrijd uit elkaar moet vallen. Als ik kijk naar de lichte hersenschudding, de blaren op de handen en de eerste symptomen van spierpijn, kan ik in elk geval concluderen dat mijn crew uit elkaar valt. We zijn tot het uiterste gegaan en hebben veel gevraagd van de crew en de boot.

Dit wordt nog eens onderstreept als we in de haven het grootzeil netjes, dakpansgewijs, opvouwen. Terwijl ik het zeil netjes zigzag over de giek drapeer, houd ik plotseling het achterlijk in mijn handen. Toch nog gescheurde zeilen. Roy Heiner zou trots op ons zijn!


Crew: Marc, Nicolas, Lodewijk & Floris
Wind: 25 knopen (N)
Baan: 02
Finish: 7e (van de 11)
Geschatte schade: Een kleine 800 euro.

donderdag 3 juni 2010

De piramidevormige B-boei

In de laatste vier weken hebben we drie wedstrijden gevaren. Of liever gezegd, gestreden. Het valt me op dat we beter worden. Hoewel de resultaten het nog niet helemaal laten zien, weten we steeds vaker waardoor het komt. De nabesprekingen met de traditionele Schippersbitter of Beerenburg zijn soms belangrijker dan de wedstrijd zelf. Daarnaast leren we ook veel van de opstappers. Zij hebben vaak een frisse kijk op onze manier van zeilen en vullen ons aan met handige tips. Concentratie en focus is een belangrijk verbeterpunt. Ook de zeiltrim kan beter en het inschatten van situaties. Zo bewees de onvergetelijke wedstrijd van 2 juni.

Een kwartet
Ditmaal was Team Fram een kwartet. Wout bespeelde het grootzeil, Ben toucheerde het roer, ik deed de voorsectie bestaande uit de gen en het voordek en de dirigent was Richard, een bevriende concurrent die zijn crew voor zijn Charine niet op tijd rond kreeg. Zijn functie was tacticus / trimmer.

Het aftellen
We waren op tijd buiten om een paar slagen te maken voor de start. Met een dikke windkracht vier uit Noordelijke richting én een zomers zonnetje moest dit de perfecte zeilwedstrijd worden. We startten aan de hoge kant, bij de hoge boei. Maar met ons het hele veld. We voeren over stuurboord zodat we niet overstag hoefden om over de startlijn te gaan. Hierdoor zouden we onze voorrang verliezen, maar bijna iedereen voer over stuurboord. Bij de boei werd het druk. ‘Fok los! Grootzeil aan!’ riep ik. We kwamen ruime wind aan en hadden weinig mogelijkheden om snelheid te minderen. ‘Shit!’ het wordt nu wel heel druk. Gelukkig vaart iedereen over stuurboord en hebben we geen voorrangsproblemen. Of toch wel? ‘Waar komt die Vindö 40 nou opeens vandaan?’ ‘En waarom kan hij zo scherp varen?’ Ik vraag, nee ik schreeuw, nogmaals om de actuele GPS tijd. ‘Nog tien, nee acht… ZEVEN SECONDEN!’ roept Wout.

De start
We moeten gaan, maar doordat de Vindö zo scherp vaart, heeft hij voorrang en drukt hij ons overstag. We hebben helemaal geen vaart meer en liggen in de wind terwijl iedereen koers zet naar de eerste boei. We moeten afvallen en opnieuw de startlijn aanvaren. Fok bak, afvallen, voor de wind, gijp en weer oploeven, overstag en dan gaan ook wij eindelijk over de startlijn. Ben memoreerde direct dat dit onze aller slechtste start ooit moest zijn. Ik geloof dat ik het beaamde met een ‘godver’.

Revanche
Het zou een wedstrijd worden met diepe dalen en ongekende hoogtepunten. Want hoewel de start ronduit desastreus was, wisten we op het eerste rak direct aansluiting te maken met het veld. Sterker nog we haalden twee boten in voor de eerste boei.

Langzaam nam het geloof toe. ‘We kunnen nog steeds een goede race varen’, dacht ik na de tweede boei. Inmiddels lagen we halverwege het veld en lag de voorste boot slechts 100 meter voor ons. Fram voer strak aan de wind en Richard gaf de aanwijzingen vanaf de mast. Lei-ogen werden verschoven terwijl Wout onwennig de overloop bediende. Toegegeven, de zeilen stonden mooi. We hadden wel veel druk op het roer, maar we voeren toch dik zes knopen. De volgende boei was de bovenwindse boei. Achteraf kunnen we concluderen dat we hier de wedstrijd verloren.

Zebrapad
We kwamen (wederom) over stuurboord aan. Precies op de boei. Dat is mooi, we halen ‘m nu zonder extra slagen. Maar terwijl wij aanstormden kwam de rest van het peloton rechts over bakboord aan. Iedereen had voorrang op ons. Het leek een beetje op zo’n zebrapad bij een drukke winkelstraat. Als je daar één iemand voor laat, weet je zeker dat je pas na sluitingstijd verder kunt rijden. We moesten voorrang verlenen, of liever gezegd, we hadden op de kont van een van die ‘voetgangers’ moeten sturen. Maar het was te laat. ‘OVERSTAG! OVERSTAG!’ Hoewel we een aanvaring wisten te vermijden lagen we op ramkoers met de boei. We zaten te laag en hadden te weinig snelheid om de boot nog even tegen de wind in om de boei te drukken. Lijdzaam keek ik toe hoe de piramidevormige B-boei Fram van zich afduwde.

Straf
De regels schrijven dat je na het raken van een boei een strafrondje moet maken. Eerlijk als we zijn, draaiden wij twee boeien later ons strafrondje. Wederom zagen we iedereen wegvaren en lagen we laatste, met ruime afstand. Een klein hoogtepuntje zou nog volgen, maar het gaf weinig glans op deze bizarre wedstrijd.

Anschlusstreffer
In het laatste kruisrak zouden we nog een keer vlammen. Hier was dat kleine hoogtepuntje. Hier was de wind en koers waar Fram van houdt. In overleg met tacticus Richard stippelden we ons kruisrak uit. Het was duidelijk waar de wind zat, maar toch voer een flink aantal boten de luwte in. Wij niet. In één rak maakten we niet alleen onze ‘anschlusstreffer’ maar wisten we zelfs twee schepen in te halen.

Risico van het vak
De wedstrijd werd een gedenkwaardige race. De slechtste start ooit en een strafrondje werd Team Fram uiteindelijk fataal. Toch wisten we driekwart van de race dicht bij de koplopers te blijven en hielden we alsnog uitzicht op een plekje in de top 5. Maar na onze aanvaring met de B-boei was de wedstrijd definitief bekeken. Voor alles is een eerste keer. Ook voor het ‘kussen’ van een boei. Jammer. ‘Maar wie geen risico neemt, zal nooit eerste worden’, zegt een sussend stemmetje in mijn hoofd.

Crew: Richard, Wout, Ben & Floris
Wind: 18 knopen (N)
Baan: 02
Finish: 11e (van de 13)

Excuus

Het is een maand geleden dat ik voor het laatst een update schreef over Team Fram en de Woensdagavond Competitie (WAC). Sorry! Hoewel er genoeg te schrijven was, was er te weinig tijd. Ik zelf was druk met plinten, schilderen, huizen verkopen, ambitieuze tuinprojecten, speedbootrestauratie en vakantie. Dus even geen tijd. Mijn excuses is vooral gericht aan die ambitieuze crewleden van de laatste wedstrijden: Nicolas, Paul, Wout en Lodewijk.

donderdag 6 mei 2010

Ons bevrijdingsfeest

Terwijl door het hele land bevrijdingsfestivals zijn, ga ik naar mijn eigen vrijheidsfeest; de Woensdagavond Competitie van RZV Naarden. Het Gooimeer is ons festivalterrein; afgebakend tussen de 53-, B- en D-boei kunnen we uit ons dak gaan. En dat doen we ook. Ik realiseer me nu ik dit schrijf, dat ik eigenlijk niets kan bedenken dat een groter vrijheidsgevoel geeft dan zeilen. Een vers pak poedersneeuw onder mijn snowboard komt in de buurt, maar haalt het niet. En als je dan de perfecte crew en het perfecte weer hebt, dan kun je spreken van een geslaagde 5 mei viering.

Een vrouw aan boord
De websites beloven 9 knopen wind uit Noord-Noord-Oostelijke richting. Een kleine drie beaufort dus. Als ik naar Naarden rij zie ik hoe de schuimkoppen van het IJmeer zich demonstratief stukslaan op de IJburgse kade. Het zorgt voor een grijns om mijn gezicht. Voor het eerst gaat Violet mee. Zij kan natuurlijk al zeilen, maar wedstrijdzeilen is toch anders dan ‘kun-je-even-overstag-gaan-dan-zit-ik-weer-in-de-zon-zeilen’. Algauw zou blijken dat zij een van de beste crew members is.

Genua 1
Voor de wedstrijd bespreken we kort de mogelijke banen en rakken, en maken we een keuze in de zeilen. De voorspelling van 9 knopen wind lijkt iets te worden overtroffen. Het is geen kleine windkracht 3 maar eerder een kleine 4. Omdat onze nieuwe Genua 1 van een lichte zeilstof is gemaakt, kan deze ‘slechts’ tot en met 4 bft. gevaren worden. Daarboven bestaat de kans dat het zeil scheurt. Desalniettemin kiezen we voor de Genua 1. Vooral omdat we dan bij de ruimwindse rakken niet teveel verliezen t.o.v. de spinakerende concurrentie. We trekken onze pakken en reddingsvesten aan en varen naar buiten. Daar staat ons een grote verrassing te wachten.

Oeps
Wind en buiswater slaan ons om de oren als we de havenmonding uitvaren. Shit, dit is geen kleine vier, eerder een kleine vijf! We hebben teveel zeil op en moeten terug. Met slechts 16 minuten voor het startsignaal, is het onzeker of we wel op tijd aan de start kunnen verschijnen.

Anderhalve minuut
We draaien om en proberen zo snel mogelijk de Gen 1 voor de Gen 2 te verwisselen in de luwte van de haven. Binnen no time staat de kleinere genua, waarna we volgas naar buiten varen. Buiten ligt een tegenstander aan lager wal. We kunnen hem niet helpen. Het onderstreept de windkracht. Terwijl de zeilen spastisch klapperen en de druk op het roer toeneemt, bedenk ik me dat we het grootzeil ook iets hadden kunnen reven, maar de tijd tikt. Ik check de GPS en roep: “Anderhalve minuut!”

De start
Het is een startveld zoals die moet zijn; druk en chaotisch. Als wij over bak aan komen varen weet de Atlantis ons en de boot naast ons op enkele centimeters te ontwijken. Een bowman zou op dit moment niet verkeerd zijn! Ik wil kort onze strategie voor de start bespreken, maar zie dat we nog maar 26 seconden hebben. “Overstag, overstag, overstag!”, roep ik. We varen richting de startlijn, maar het sein heeft al geklonken. Met slechts 2 boten achter ons sluiten we achteraan in het veld aan de verkeerde kant ten opzichte van de wind. Het is een slechte start. Maar het had niet veel gescheeld of we hadden helemaal niet kunnen starten door onze verkeerde zeilkeuze.

Louis Suarez
Het eerste rak is voor Violet even wennen. Haar taak is nog niet duidelijk. Maar na twee keer overstag draait ze als een doorgewinterde wedstrijdzeiler mee. Lierhandel eraf, schoot los, overpakken en doorhalen. Zo moet de scout van Groningen zich gevoeld hebben toen hij Louis Suarez voor het eerst zag spelen. Want dit is geen beginner, maar een groeibriljant!

Volgen is verliezen
We komen redelijk mee, maar dat is niet voldoende. Na de tweede boei begint een kruisrak. De eerste vijftig meter varen we achter het veld aan, waarna ik opper om overstag te gaan. Een van de vuistregels bij wedstrijdzeilen is: ‘trek je eigen plan!’ Want wie de voorste boten volgt, wordt nooit eerste. Het lijkt te werken, we hebben immers geen verstoorde wind meer. Maar we moeten nog een slag maken en varen dan over stuurboord dwars door het veld dat inmiddels over bakboord vaart. En dan gebeurt het. We liggen op ramkoers met een van onze directe concurrenten. We kijken het aan tot op het laatste moment en ik probeer dat duidelijk te maken aan de schipper. Ik ontdek een angstige blik in zijn ogen en zie dat het niet meer gaat lukken. We moeten iets doen, anders heeft Fram zodadelijk een fraai boegbeeld. Ik roep nogmaals: “Overstag, overstag!”, en gooi de fokkeschoot van de lier. We gaan lelijk overstag en verliezen snelheid en hoogte.

Vol voor de wind

We herpakken ons direct. De bovenwindse boei ronden we volgens het boekje. We vieren het grootzeil en laten de boot rechtkomen, terwijl Ben de boeg om de boei stuurt. Hierdoor houden we veel snelheid. Terug naar de benedenwindse boei gaan we als een speer voor de wind met de fok te loevert. We lopen in en passeren zelfs een schip uit de eerste klasse. We moeten nog gijpen voor de boei, dus haal ik vast de spinakerboom binnen. Een verkeerde beslissing want de genua doet niet meer mee en zwiert levenloos van stuurboord naar bakboord en terug. Langzaam kruipen de tegenstanders weer voorbij.

De D-boei
Voor de D boei (benedenwinds) bespreken we even wat de handelingen zijn, dit werkt prettig en houdt bovendien iedereen scherp; een gijp, daarna het grootzeil aantrekken dat de boot begint op te loeven en we minder roer hoeven te geven en vervolgens langzaam de genua aantrekken. Het schip naast ons draait naar buiten. Het lijkt erop alsof zij tussen ons en de boei door wilt kruipen, maar we houden het gat tussen ons en de boei klein. Iedereen weet wat ‘ie moet doen. Violet zit er helemaal in en gooit de genuaschoot los, terwijl ik de grootschoot aanhaal. Zij pakt de fokkeschoot over als ik als een professionele grinder de lier bedien. In één vloeiende beweging zet Violet de traveller iets naar lij en we spuiten weg bij de boei.

Finish
Ook de laatste boeirondingen gingen perfect. We houden overal de snelheid erin, maar de rest helaas ook. We kunnen niet meer inlopen en eindigen zoals we startten, met twee boten achter ons. Bij de tijdcorrectie blijkt dat wij als zevende van de tien zijn geëindigd. Niet slecht, maar met een betere start moeten we hoger kunnen eindigen. Ach, Suarez kreeg ook pas dit jaar de Gouden Schoen.

Crew: Violet, Ben & Floris
Onshore crew: Marijke
Wind: 19 knopen (N)
Baan: 01
Finish: 7e (van de 10)

maandag 3 mei 2010

Iemand de loef afsteken

Wàààààt? Is onze sw-handicap 103.6? Vorige wedstrijd was het nog 106.1! Shit, nu wordt het nog lastiger om een plaatsje bij de eerste vijf te bemachtigen. Voor diegene die niet begrijpen waar ik me druk om maak. Het principe van de sw (en elke handicap) is het verrekenen van de onderlinge niveauverschillen. Het werkt simpel; je gevaren tijd deel je door je handicap, deze nieuwe gecorrigeerde tijd bepaald je eindpositie. Dus hoe hoger je handicap, hoe langer je ‘mag’ doen over het afleggen van de wedstrijdbaan. Je begrijpt dat onze handicap, onze handicap is.

Goed nieuws
De nieuwe, hoge handicap in combinatie met de voorspelde 6 knopen wind belooft weinig goeds. Ik merk dat ik al enigszins chagrijnig ben en dat slaat natuurlijk nergens op. Want het blijft een voorrecht om elke woensdagavond op het Gooimeer te zeilen, terwijl op 270 graden de zon Amsterdam doet gloeien. Ik moet dan altijd aan die mensen denken die uit verveling maar ‘So you think jouw vrouw is an idol’ zitten te kijken.

Gelukkig was er goed nieuws van onze zeilmaker Aad Kool, de nieuwe Genua 1 was klaar. Met nog twee uur voor het startsignaal was dit een ‘close call’. We merken wederom dat met weinig wind een klein foutje grote gevolgen kan hebben. De start was matig, ergens midden in het veld. Maar al snel lagen we achteraan en keken we tegen de bontgekleurde spinakers van de tegenstanders. We zetten de Genua te loevert en varen de halfwindse en aandewindse koersen met ballast aan lei. Hierdoor houden we aansluiting met het veld, zij het als laatste.

Het laatste rak
De wind valt af en toe weg, waardoor de wedstrijdleiding besluit de baan in te korten. We hebben nog één schip achter ons en hopen met de laatste boeironding deze te passeren. Helaas lukt het ons niet om Fram tussen de boei en de Atlantis (een Kelt 850) te steken. We moeten buitenom aan de lage kant er langs. Passeren aan de lijzijde is een ‘no go’. Gelukkig besluit de Atlantis te spinakeren, waardoor er even alleen een grootzeil op staat. Het geeft ons genoeg tijd om voor haar te komen. Achter ons klinkt het klapperen van de sputterende spi. Na een harde klap gevolgd door een stilte stond de grote windvanger van de Atlantis, bol en fier. Spoedig zouden ze ons voorbijgaan. Dit konden we natuurlijk niet laten gebeuren.

Loef en lij
De Atlantis met vol tuigage liep langzaam in. Ze stuurden iets naar de wind om ons aan de loefzijde te passeren. Maar daar voelde ik weinig voor en zij tegen Ben dat hij moest oploeven. Ben deed dit met kleine tegenzin. De loef afsteken voelt als pesten, maar het was het enige middel dat ons ter beschikking stond om de Atlantis achter ons te houden. Telkens als de Atlantis oploefde, loefden wij mee. We liepen wat uit de ideale koers, maar dat maakte niet uit, we wisten een vergelijkbare boot met spinaker achter ons te houden.

De Atlantis achter ons vlak voor de finish. Fotograaf: Team Windrose

Stroperig langzaam schoof Fram over de finishlijn. 41 Seconden later kwam de Atlantis over de lijn. Dit was victorie, een overwinning. Triomfantelijke gevoelens vervulden onze harten en deden het slechte resultaat vergeten. Dat de Atlantis ook nog de finishboei ‘kuste’, hebben we de wedstrijdleiding maar niet verteld.

Crew: Wout, Ben & Floris
Wind: 2-5 knopen (Z)
Baan: 11
Finish: 11e (van de 12)

woensdag 21 april 2010

Een nieuw wedstrijdseizoen van Team Fram

Beste zeilliefhebbers,

Het is zover, een nieuw zeilseizoen is aangebroken. En dat betekent elke woensdagavond clubregatta op het Gooimeer bij Naarden. Stipt om half acht gaat onze boeg over de startlijn om zich vervolgens in een felle strijd onder te dompelen. Met de ervaring uit het vorige seizoen en de aanpassingen en vernieuwingen van afgelopen winter, hopen we dit jaar een plekje in de top 10 te kunnen bemachtigen.

Crew
Maar daar hebben we wel jouw hulp bij nodig. Want zonder crew vaart Fram niet. Dus heb je zin om af en toe een woensdag mee te varen, of wil je onderdeel worden van de vaste crew? Laat het ons dan weten. De beste crew members verdienen een plek aan boord tijdens de roemruchte 24-uurs Zeilwedstrijd in augustus. Bovendien maak je kans op je eigen Team Fram rugby shirt t.w.v. 75,- euro! Niet mis.

Alle niveaus
Team Fram heeft plek voor alle type zeilers; Beginnend optimisten zijn net zo welkom als oud-voordekkers uit de Volvo Ocean Race. Laat je dus vooral niet afschrikken door termen als regatta, strijd, kielhalen en Chinese gijp, want in de werkelijkheid valt dat best wel mee.

Meld je aan!

Zeilen met Team Fram betekent gezond fanatisme, een hoop lol en een borrel na afloop. Wacht dus niet langer en monster aan bij Team Fram. Mail Ben of Floris, of laat een bericht hieronder achter. We hopen je snel aan boord te verwelkomen.

Ahoy!

Ben Rouwhorst & Floris Cornelissen
- Team Fram -