donderdag 22 juli 2010

Glijden en laveren

Na vier weken afwezigheid op de Woensdagavond Competitie, deden we dan eindelijk weer mee. De afgelopen weken was er geen wind en zagen we geen reden om mee te doen m.u.v. vorige week. Toen waaide het zo hard dat caravans gingen zwemmen. De wedstrijd werd daarop afgelast.

Als de wind minder is dan 2 bft. heeft het voor ons geen zin om mee te doen. We hebben geen spinaker en leggen het vaak op het eerste rak al af tegen de lichtweerzeilen van de tegenstanders. Maar na vier weken geen wedstrijd gezeild te hebben, kruipt het bloed waar het niet gaan kan en worden principes principieel gebroken. Zo gebeurde het dat wij gisteren op een spiegelglad Gooimeer over de startlijn dobberden.

Zoals te verwachten werden er direct spinakers gehesen. Hoewel wij onze grote genua 1 op hadden staan, is een spinaker toch al gauw zo’n 30m2 meer oppervlak. We startten redelijk, maar lagen iets te ver van de hoge boei. Ondanks de vuile wind en de spinakers weten we een aantal schepen bij te houden. Zelfs een snellere Dehler 28s met spinaker houden we achter ons. Maar de wind draait en valt helemaal weg, waardoor we na twintig minuten nog maar een halve knoop op het log lezen. Ik denk aan de opmerking van Bert Piels (Team Windrose), die het had over ‘glijden’ met weinig wind. Wij doen eigenlijk niet anders. We bewegen nauwelijks en bedienen de schoten met de grootste voorzichtigheid. Doordat we allebei aan de lijzijde zitten, ligt Fram onder een hoek en houden we vaart. Of liever gezegd; glijden we door!

De nieuwe genua is een uitkomst bij ruime koersen, maar is niet optimaal bij aandewindse koersen. We kunnen minder scherp varen en dat merken we direct. De ruimende wind draait van NW naar O en maakt van het eerste ruimwindse rak, in een uur tijd, een kruisrak. De oplettende lezer merkt nu op dat we na een uur varen nog steeds in onze eerste rak zitten en boei 53 nog niet hebben gepasseerd. Dat klopt. Gelukkig ziet de wedstrijdleiding dat ook en kort de baan aanzienlijk in. Een goede actie van Job!

We zijn op de helft van de race en bevinden ons ergens halverwege het veld. Langzaam laat de wind zich zien en verschijnen er rimpels op het water. We kijken goed waar de wind is en laveren van rimpelveld naar rimpelveld. Tussentijds ontwijken we grote wierkolonies. Eén keer door zo’n wierveld en de race is over.

Het log loopt op en we juichen als ‘ie boven de twee knopen komt. Gek genoeg wisten we met weinig wind de boten bij te houden. Nu de wind aantrekt tot een kleine drie beaufort, worden we aan alle kanten ingehaald. We zijn nog steeds aan het kruisen, maar varen structureel 10 tot 15 graden minder scherp.
In de slotfase van de wedstrijd (deze zin mag niet ontbreken in een sportverslag!) worden we aan alle kanten ingehaald. We gaan als laatste over de finish en ik baal gigantisch. Ik baal omdat we dit keer juist met weinig wind meekwamen. Toen de wind een dikke 2 tot een kleine 3 bft. was, gaven we het uit handen. Frustratie krijgt de overhand. Ik merk dat ik fanatieker wordt en verlang naar een vaste, op elkaar ingespeelde crew. En met het oog op het spinakeren is dit misschien wel de belangrijkste investering.

Crew: Ben & Floris
Wind: 2-9 knopen (NW ruimend naar O)
Baan: 15
Finish: Laatste ☹

1 opmerking:

Bert zei

Goed gedaan, jammer van het slotakkoord. Maar weer een ervaring rijker dat jullie wel mee kunnen komen, met weinig wind. Nu alleen nog het afmaken, en een top 3 plaats komt eraan. Bert