dinsdag 16 april 2013

Regattakoorts: het gevaar van wedstrijdzeilen

Onlangs schreef ik een artikel voor onze zeilvereniging. Met minder dan 24 uur voor de eerste wedstrijd is de 'regattakoorts' op een kokend hoogtepunt:


Vier seizoenen geleden had ik - op een klein Ottenhome-cupje na - nog nooit een wedstrijd gezeild. Hoewel wedstrijdzeilen mij erg leuk leek, was ik ook wel huiverig. Want met twintig boten dringen bij de start leek mij ronduit spannend. En ken ik alle wedstrijdregels wel? Straks snijd ik per ongeluk iemand af, of vaart een tegenstander gewoon door omdat hij voorrang heeft. En het spinnakeren, hoe moet dat in hemelsnaam? Inmiddels zijn we vier jaar verder en zeil ik elke wedstrijd van onze vereniging met een vaste crew én spinnaker. Ik zit in de wedstrijdcommissie en de rest van de crew zit in het bestuur. Het kan gek lopen als de regattakoorts je eenmaal in zijn greep heeft.

Terug naar het begin. Eind 2006 kocht ik samen met mijn schoonvader Ben een Friendship 28, genaamd Fram. April 2007 werd mijn zoon geboren, genaamd Berend. En al snel bleek Fram en Berend geen gelukkige combinatie. Berend won en Fram lag weekend na weekend roerloos in zijn box. Totdat Ben in 2009 voorstelde om mee te doen met de Woensdagavond Competitie (WAC). Ik zei direct ja. Zo kon ik immers elke week ‘even’ zeilen. ‘Gewoon voor de lol’, die wedstrijd kon me gestolen worden dacht ik. Wat ik niet wist is dat wedstrijdzeilen zó verslavend is, dat het eigenlijk op de lijst van verboden middelen moet. Wat ik nooit had gedacht is dat ik het zó serieus zou nemen. En wat ik al helemaal niet voor mogelijk hield is dat ik met 20 jaar zeilervaring op open bootjes linea recta terug de schoolbanken in kon.


“het type ‘naar-de-eilandjes-bij-de-vijfde-plas-ankertje-uit-zwembroekje-aan’”


De vele uren op Loosdrecht en de Friese meren in Jollen, Valken en 16 kwadraten konden zich nu eindelijk uitbetalen, dacht ik. Maar niets bleek minder waar. Was ik eigenlijk ook niet meer het type ‘naar-de-eilandjes-bij-de-vijfde-plas-ankertje-uit-zwembroekje-aan’? Hoe dan ook, we kregen om ons oren en kregen huiswerk. Hoewel ‘huiswerk’ vervelend klinkt, was dit allesbehalve vervelend. Na elke wedstrijd verdiepte ik me weer in zeiltrim, zocht ik oude artikelen in Zeilen Magazine over spinakeren en keek ik op Youtube verlekkerd naar golfsplijtende VO70’s in 40 knopen wind.

Maar je leert toch het snelst in de praktijk. En het leuke van onze zeilvereniging is dat iedereen elkaar wilt helpen. Dus vroegen wij wildvreemden bij ons aan boord om hun kennis, wedstrijdervaring en zeemansverhalen met ons te delen. Ze leerden ons de fijne kneepjes van het spinakeren, de grote truc bij het boeienronden en het abracadabra van zeiltrim. En langzaam veranderden wij van ‘rookies’ naar zelfverzekerde amateurs en werden deze wildvreemden opstappers goede zeilvrienden.


“Tijdens wedstrijden is het Team Fram”


Ook onze vierdehands Friendship 28 onderging een metamorfose. Fram werd sportiever en professioneler. Zo werd de vaste schroef vervangen voor een vaanstandschroef, werd het zeilplan uitgebreid met een genau 1 en een spinaker, en monteren we komende week de nieuwe overloop. Oh, en tijdens wedstrijden spreken we niet van Fram, maar van Team Fram. Dat klinkt net iets sportiever.

Onze boot is nu in een prachtconditie en onze zeilkennis blijft maar groeien. Over een paar weken begint de competitie weer en neemt de regattakoorts weer in alle hevigheid toe. Twintig weken lang zal ik dagelijks met mijn gedachte even bij de boot, wedstrijd of crew zijn. Heerlijk vind ik dat. Op zondag begint het vooruitblikken naar de komende wedstrijd. Vanaf dat moment kijk ik elke ochtend en avond eventjes op windguru.cz en duim ik voor
wind tussen de 14 en 25 knopen. Dat zijn onze ideale omstandigheden. Ik mail de crew met de laatste weerberichten en de mogelijke baan. Ik bel met Ben of er nog aanpassinkjes gedaan moeten worden aan de boot en dan is het zover. Het is woensdag.


“de wedstrijdevaluatie onder het genot van een Schippersbitter”


Ik zou de wedstrijd kunnen beschrijven, maar liever verwijs ik naar een van onze wedstrijdverslagen op teamfram.blogspot.com. Als ik de verslagen teruglees, zie ik dat we beter worden, maar ook elke wedstrijd weer nieuwe fouten maken. Het is onderdeel van de leercurve waar we in zitten. Wat wel altijd hetzelfde is, is de wedstrijdevaluatie onder het genot van een Schippersbitter. Als de boot netjes is afgetuigd mengen we ons in het zeilersgedruis in Het Behouden Huys. Hier wachten we op de uitslag terwijl we een praatje maken met de boot die net na ons finishte, een grapje maken over die gelijkwaardige boot die altijd voor ons eindigt en een tip krijgen over ‘vrije wind’, ‘het belang van een hekstagspanner’ en ‘welke antifouling je niet moet gebruiken’ - kortom, huiswerk voor de komende week. Als ik de tijd niet in de gaten houd, is het zo middernacht, want ook hier geldt ‘gezelligheid kent geen tijd’.

En dan nog even terug naar ‘afsnijden’ en ‘met twintig boten dringen bij de start’. De soep wordt niet zo heet gegeten als deze wordt opgediend. U hoeft niet bang te zijn dat uw boot door midden gevaren wordt. Zo dachten wij vorig jaar ook voorrang te hebben bij een boei, maar bleek de Draak (Dragonfly) toch even de overlap verbroken te hebben. Eén van die trucjes die je leert als je langer meedoet. Maar een aanvaring of woordenwisseling kwam er niet van. Nee, in het ergste geval eindig je met de desbetreffende schipper aan de bar en krijg je onder het genot van een biertje wat ‘huiswerk’ voor volgende week.

- Team Fram -