Door de 24uurs zeilrace had ik geen gelegenheid om de wedstrijd van vorige week te beschrijven. We waren druk met de voorbereidingen en de race zelf. En dat terwijl ik met volle teugen heb genoten van deze windloze woensdagavond ervoor. Daarom toch nog een kort verslag.
Travel light
Paul belde vlak voor de wedstrijd af, een doodzonde, maar gelukkig had hij een goed excuus. En eigenlijk was het niet zo heel erg. De voorspelling was kansloos met zo’n 4-6 knopen wind en dan kun je maar beter licht reizen. Dus maakten Ben, Hennie en ik ons op voor een avondje stilzitten en tot ver achter de komma trimmen.
Kansloze missie
Na een goede start begonnen wij vol moed aan een kansloze missie. Iedereen is het er over eens, onze boot presteert gewoon heel slecht onder de 7 knopen wind. Hij is zwaar en log, komt moeilijk opgang en ligt al snel stil. Tel daar de verkeerd gesneden genua 1 bij op – die op de aanwindse koersen niet goed te trimmen is – en we hebben een verklaring waarom we juist in deze wedstrijden benedenmaats presteren. Gelukkig komt Aat Kool van Hagoort Sails a.s. woensdag hoogstpersoonlijk polshoogte nemen.
Spinnakeren
Ondanks deze wetenschap kozen wij ervoor om toch uit te varen. Niet veel later hezen we de spinnaker en gleden wij met grote grijnzen over het Gooimeer. De wedstrijd werd nog een echte strijd toen we op de spinakerrakken in duel gingen met de Gibsy.
De loef afsteken doe je zo
Terwijl we de Gibsy op de hielen zitten, dreigen we hem voorbij te lopen aan de lage kant. Dit heeft geen zin, dus zeg ik tegen Ben dat hij de boot over de Gibsy moet sturen. Hennie pikt het op en we gaan in ‘stealth mode’; geen verdachte bewegingen, niet kijken en fluisteren (Ja Wim, we hebben opgelet toen jij aan boord was). Ben stuurt langzaam omhoog, maar dit moet snel anders hebben ze ons door en gaan ze mee loefen. Ik neem het roer even over en stuur de boot snel omhoog, terwijl Hennie de loefschoot van de spinnaker viert. De Gibsy ziet het, maar het is te laat. We zijn al over hem heen. Een leuk partijtje loef afsteken is begonnen, waarbij de Gibsy nog wel even terug in de schoolbanken moet. Want het boekje met de wedstrijdregels hebben zij blijkbaar bij de kassa laten liggen. Uiteindelijk lukt het ons om de Gibsy, Atlantis, Vega, Vindö 32 en Etap achter ons te houden. Helaas staan ze allemaal, op één na, na handicap weer boven ons. The story of our lives.
De een-na-laatste wedstrijd
En dan nu het verslag van de afgelopen wedstrijd. In tegenstelling tot de vorige wedstrijd, waren we deze een-na-laatste wedstrijd met de voltallige harde kern. Rene was terug van vakantie en Paul was weer van de partij. Een volle bak. Iets te vol, als je het mij vraagt. Want met vijf man en minder dan vijf knopen wind, zit iemand (of zelfs twee iemanden) zonder taak. Maar ondanks de overcapaciteit besloten we ons best de doen om een goed resultaat neer te zetten.
Roerganger
Voor het eerst dit seizoen stond ik van start tot finish aan het roer. Erg fijn. Vanuit deze positie heb je weer een andere blik op het reilen en zeilen van de crew en voel je veel beter wat de boot doet.
Startschip is niet de startlijn
De start leek goed te gaan, met de nadruk op ‘leek’. Want enkele scheepslengtes voor het startschip zien we pas dat het startschip ver voor de startlijn ligt. Paul en ik kijken elkaar aan en beseffen het tegelijk. Shit, we moeten 60 meter verderop starten. Het is te laat, we liggen al meteen bij de start een-na-laatste.
Ongelukkig
De wind in combinatie met de baan is ook enigszins ongelukkig. Geen echte voordewindse spinnakerrakken. Als troost heb je dan ook redelijk makkelijke kruisrakken. We weten de Gibsy, Vindo 32 en Atlantis in te lopen. Op het een-na-laatste rak gaan we ze zelfs voorbij, maar vlak voor de finish zakt de wind helemaal in en zijn we nergens meer. Alleen de Marvelous en de Nessy liggen nog achter ons. Het zal wel weer een een-na-laatste plek worden.
After sail
Als we na afloop de wedstrijd bespreken valt er weinig te zeggen. We hebben goed gezeild, constant getrimd, sterke verhalen verteld over de afgelopen 24-uurs zeilrace (zie hier de trailer) en geen boeien overvaren of aangevaren. Rene was scherp en behoedde ons voor een blamage toen hij op tijd ontdekte dat Paul de spinnaker verkeerd had ingevouwen. Jammer dat Rene, net als de spinnaker, ietwat opvliegerig was (grapje Rene, moet kunnen toch).
Conclusie
Eigenlijk kun je, op wat wier na, alleen spreken van een slechte start. En met zo weinig wind en zulke korte rakken, maak je dat niet makkelijk meer goed. De logheid en diepe kiel werken nu tegen ons. De oplossing is simpel. Beter starten, een goed gesneden genua 1 en minder crew. Of gewoon naar Paul luisteren, die doodleuk zei: ‘Onder de 6 knopen moet je gewoon niet uitvaren.’ Altijd fijn, een stukje Amsterdamse nuchterheid aan boord.
Crew: Paul, Hennie, Rene, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 15e (van de 16)
woensdag 31 augustus 2011
donderdag 18 augustus 2011
Heerlijk avondje boeienronden
Na de grensoverschrijdende wedstrijd van vorige week had ik mij voorgenomen het rustig te houden vanavond. Het doel was lekker zeilen en de boot heel houden. Xander, de schipper van de Gibsy, herinnerde mij daar op sarcastische wijze aan: “Ga je weer spinnakeren?” De sneer deed mij weinig, het hoort erbij. Bovendien; onze tijd komt wel, en sneller dan jij denkt!
De voorspelling
Ben is een weekendje zeilen op een andere Friendship en dus stapte Lodewijk weer eens aan boord. Samen met de harde kern Hennie en Paul begonnen wij aan een heerlijk avondje boeienronden. De voorspelling was zeer matig; zes knopen afnemend naar vier. Maar eenmaal buiten stond er een prima briesje. Ik schat 7 tot 8 knopen wind uit NNW richting. In ieder geval genoeg om de boot lekker richting de finish te kunnen trimmen.
Indringstart
De start was tumultueus. Na enkele oefenstarts kwamen wij hoog aan de wind op de bovenwindse startboei af. Deze boei werd gevormd door het startschip. Met zeil over bak en hoog aan de wind hebben we voorrang op iedereen. Gek genoeg zagen de schepen die hoger lagen (en dus een ruimere koers voeren) dat niet zo. Wilden ze nu met ze tienen tegelijk een indringstart maken?
Krap
We stevenden af op een zeer goede start, hoge kant van het veld en als eerste over de startlijn. Maar de Seven, Job en de Vrijheid gooiden roet in het eten en probeerde tussen ons het startschip te kruipen. En dan moet u weten dat daar slechts een halve meter ruimte was.
Voorrang hebben is iets anders dan voorrang krijgen
Ik wilde van geen wijken weten en hield stug mijn koers. Want meer voorrang dan dit, krijg je niet in de zeilsport. De andere boten moeten nu wijken en kunnen daardoor niet starten. Dit zou meteen een dikke winst voor ons opleveren; als eerste over de startlijn en meteen een aantal directe concurrenten achter je laten omdat zij opnieuw moeten starten. Een grijns op mijn gezicht. Helaas verdween deze ook weer even snel toen bleek dat zij ook van geen wijken wilden weten. Een aanvaring was aanstaande.
Contact
Gelukkig was de wind matig en viel iedereen stil doordat we in elkaars luwte zeilden, hierdoor tikte de Seven ons slechts zachtjes aan en konden we hem afhouden met de hand. Maar contact was er wel degelijk en er was ook geen voorrang gegeven. Dus strafrondjes varen of een DSQ’uutje accepteren!
Waar 2 honden vechten om 1 been…
De boten die onder aan de startlijn startten profiteerden van het geschipper aan de bovenkant. Bij de eerste boeironding lagen we dus weer eens op een achtste plek. Maar met een ware wind van zo’n 80 graden begonnen we aan een inhaalslag. Met Team Windrose in mijn nek hijgend, stuurde ik de boot ver naar de bovenkant van het veld opzoek naar vrije wind. Dat pakte goed uit. We hielden de Windrose achter ons en lagen binnen no time vijfde.
Paul houdt nauwlettend de achteropkomers in de gaten. En dat gaat beter met mooie handschoenen. Toch Paul?
Probleemkindje
Na het ronden van de benedenwindse boei begon het kruisrak. De Clara stoof er vandoor en ook de Gibsy liep van ons weg. Hoewel we de boot tot in de perfectie probeerden te trimmen, bleef de genua 1 ons probleemkindje. Wanneer komt Aat Kool nou eens terug van vakantie? Dat ding moet vervangen worden door een goed gesneden gen 1!
Ouderwets lekker spinnakeren
We maken het wel weer goed op het spinnakerrak. Door de afwezigheid van Rene was ik weer eens voordekker. En met een gerepareerde spi, een nieuwe schoot aan bakboord en nieuwe snapshackles op kosten van George Kniest (waarvoor dank), stond niets ons in de weg om weer eens lekker te spinnakeren. Waarvan akte.
De leerling en de meester
We liepen de Clara en de Gibsy weer voorbij maar moesten lijdzaam toekijken hoe zij uitliepen op het kruisrak. Voor het tweede spinnakerrak rondden we de boei vrijwel tegelijk met Team Windrose. Bert (de eigenaar van Team Windrose) heeft ons vorig jaar de fijne kneepjes van het spinnakeren geleerd. En dit was een mooi moment om te laten zien dat we hebben opgelet. Na de gijp zette ik zo snel als ik kon de boom, loefschoot erdoor, neerhouder eraan, tas open en hijsen. En ja, onze spi stond eerder dan die van de meester.
Finish
De laatste twee rakken naar de finish voer Windrose nog steeds in ons kielzog. En scherp aan-de-wind, zoals eerder beschreven, kunnen we niet optimaal de genua trimmen. Gelukkig was het laatste rak niet hoog-aan-de-wind maar gewoon… eh.. aan-de-wind. Met Paul aan het roer en Lodewijk en Hennie aan de schoten werden de zeilen tot op de millimeter nauwkeurig getrimd. En het hielp, want de voorsprong op Team Windrose wisten we uit te breiden van enkele scheepslengtes tot tientallen meters.
After Sail
Ik was zeer enthousiast over de wedstrijd. Vooral omdat we lekker gezeild hadden. We begrepen elkaar en alles liep lekker aan boord. En dat er geen schade aan de boot is, is natuurlijk ook wel eens lekker. Natuurlijk zijn er ook na zo’n wedstrijd verbeterpunten. Tactisch gezien hebben we wat steekjes laten vallen, met name bij de benedenwindse boei. Maar ook daar hebben we weer van geleerd.
Protest
Terug naar het clubhuis voor de uitslag. Ik twijfel of ik protest moet maken over de start. Ondanks dat ik in mijn recht sta, diskwalificeer ik naar alle waarschijnlijkheid alleen de Seven, met een beetje geluk de Vrijheid. De Job pleit zichzelf waarschijnlijk vrij doordat deze (ook) door de Seven werd geraakt een daardoor stuurloos werd. Ik besluit er geen punt van te maken omdat we er niets mee opschieten. De Seven is immers toch na ons gefinished. Bij de bar spreek ik nog even de crew van de Morning Cloud aan die ons geen voorrang gaf op het eerste rak. Hier hadden we natuurlijk ook moeilijk over kunnen doen, maar het heeft ons te weinig hinder opgeleverd en het moet wel gezellig blijven. Voor je het weet ben je een tweede Gibsy ;-)
Crew: Paul, Hennie, Floris & Lodewijk
Wind: 4-8 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 11e (van de 13)
De voorspelling
Ben is een weekendje zeilen op een andere Friendship en dus stapte Lodewijk weer eens aan boord. Samen met de harde kern Hennie en Paul begonnen wij aan een heerlijk avondje boeienronden. De voorspelling was zeer matig; zes knopen afnemend naar vier. Maar eenmaal buiten stond er een prima briesje. Ik schat 7 tot 8 knopen wind uit NNW richting. In ieder geval genoeg om de boot lekker richting de finish te kunnen trimmen.
Indringstart
De start was tumultueus. Na enkele oefenstarts kwamen wij hoog aan de wind op de bovenwindse startboei af. Deze boei werd gevormd door het startschip. Met zeil over bak en hoog aan de wind hebben we voorrang op iedereen. Gek genoeg zagen de schepen die hoger lagen (en dus een ruimere koers voeren) dat niet zo. Wilden ze nu met ze tienen tegelijk een indringstart maken?
Krap
We stevenden af op een zeer goede start, hoge kant van het veld en als eerste over de startlijn. Maar de Seven, Job en de Vrijheid gooiden roet in het eten en probeerde tussen ons het startschip te kruipen. En dan moet u weten dat daar slechts een halve meter ruimte was.
Voorrang hebben is iets anders dan voorrang krijgen
Ik wilde van geen wijken weten en hield stug mijn koers. Want meer voorrang dan dit, krijg je niet in de zeilsport. De andere boten moeten nu wijken en kunnen daardoor niet starten. Dit zou meteen een dikke winst voor ons opleveren; als eerste over de startlijn en meteen een aantal directe concurrenten achter je laten omdat zij opnieuw moeten starten. Een grijns op mijn gezicht. Helaas verdween deze ook weer even snel toen bleek dat zij ook van geen wijken wilden weten. Een aanvaring was aanstaande.
Contact
Gelukkig was de wind matig en viel iedereen stil doordat we in elkaars luwte zeilden, hierdoor tikte de Seven ons slechts zachtjes aan en konden we hem afhouden met de hand. Maar contact was er wel degelijk en er was ook geen voorrang gegeven. Dus strafrondjes varen of een DSQ’uutje accepteren!
Waar 2 honden vechten om 1 been…
De boten die onder aan de startlijn startten profiteerden van het geschipper aan de bovenkant. Bij de eerste boeironding lagen we dus weer eens op een achtste plek. Maar met een ware wind van zo’n 80 graden begonnen we aan een inhaalslag. Met Team Windrose in mijn nek hijgend, stuurde ik de boot ver naar de bovenkant van het veld opzoek naar vrije wind. Dat pakte goed uit. We hielden de Windrose achter ons en lagen binnen no time vijfde.
Paul houdt nauwlettend de achteropkomers in de gaten. En dat gaat beter met mooie handschoenen. Toch Paul?
Probleemkindje
Na het ronden van de benedenwindse boei begon het kruisrak. De Clara stoof er vandoor en ook de Gibsy liep van ons weg. Hoewel we de boot tot in de perfectie probeerden te trimmen, bleef de genua 1 ons probleemkindje. Wanneer komt Aat Kool nou eens terug van vakantie? Dat ding moet vervangen worden door een goed gesneden gen 1!
Ouderwets lekker spinnakeren
We maken het wel weer goed op het spinnakerrak. Door de afwezigheid van Rene was ik weer eens voordekker. En met een gerepareerde spi, een nieuwe schoot aan bakboord en nieuwe snapshackles op kosten van George Kniest (waarvoor dank), stond niets ons in de weg om weer eens lekker te spinnakeren. Waarvan akte.
De leerling en de meester
We liepen de Clara en de Gibsy weer voorbij maar moesten lijdzaam toekijken hoe zij uitliepen op het kruisrak. Voor het tweede spinnakerrak rondden we de boei vrijwel tegelijk met Team Windrose. Bert (de eigenaar van Team Windrose) heeft ons vorig jaar de fijne kneepjes van het spinnakeren geleerd. En dit was een mooi moment om te laten zien dat we hebben opgelet. Na de gijp zette ik zo snel als ik kon de boom, loefschoot erdoor, neerhouder eraan, tas open en hijsen. En ja, onze spi stond eerder dan die van de meester.
Finish
De laatste twee rakken naar de finish voer Windrose nog steeds in ons kielzog. En scherp aan-de-wind, zoals eerder beschreven, kunnen we niet optimaal de genua trimmen. Gelukkig was het laatste rak niet hoog-aan-de-wind maar gewoon… eh.. aan-de-wind. Met Paul aan het roer en Lodewijk en Hennie aan de schoten werden de zeilen tot op de millimeter nauwkeurig getrimd. En het hielp, want de voorsprong op Team Windrose wisten we uit te breiden van enkele scheepslengtes tot tientallen meters.
After Sail
Ik was zeer enthousiast over de wedstrijd. Vooral omdat we lekker gezeild hadden. We begrepen elkaar en alles liep lekker aan boord. En dat er geen schade aan de boot is, is natuurlijk ook wel eens lekker. Natuurlijk zijn er ook na zo’n wedstrijd verbeterpunten. Tactisch gezien hebben we wat steekjes laten vallen, met name bij de benedenwindse boei. Maar ook daar hebben we weer van geleerd.
Protest
Terug naar het clubhuis voor de uitslag. Ik twijfel of ik protest moet maken over de start. Ondanks dat ik in mijn recht sta, diskwalificeer ik naar alle waarschijnlijkheid alleen de Seven, met een beetje geluk de Vrijheid. De Job pleit zichzelf waarschijnlijk vrij doordat deze (ook) door de Seven werd geraakt een daardoor stuurloos werd. Ik besluit er geen punt van te maken omdat we er niets mee opschieten. De Seven is immers toch na ons gefinished. Bij de bar spreek ik nog even de crew van de Morning Cloud aan die ons geen voorrang gaf op het eerste rak. Hier hadden we natuurlijk ook moeilijk over kunnen doen, maar het heeft ons te weinig hinder opgeleverd en het moet wel gezellig blijven. Voor je het weet ben je een tweede Gibsy ;-)
Crew: Paul, Hennie, Floris & Lodewijk
Wind: 4-8 knopen (NNW)
Baan: 15
Finish: 11e (van de 13)
zondag 14 augustus 2011
Grenzen verkennen
Hoewel ik een bepaalde eindnotering in het klassement voor ogen heb, staat dit seizoen vooral in het teken van het vormen van een goede crew, het leren spinnakeren en betere tactiek. En in die leercurve gaat er wel eens wat mis. We komen onze grenzen tegen en soms die van de boot.
Start
Afgelopen wedstrijd hebben we op alle fronten de grenzen gezien. Zowel van de crew als het materiaal. De voorspelling was 15 knopen wind met uitschieters naar 24 knopen. Vlagerig dus. Onze start was goed. We kozen ervoor om niet aan de hoge kant te starten want die lag in de luwte. De lage kant was riskant ivm met verstoorde wind. U raadt het al, wij namen de gulden middenweg en gingen als derde schip over de startlijn.
Nog even spinnakeren
Op het tweede rak konden we de spinaker hijsen, maar we keken het nog even aan. We hebben immers vlagen van zes beaufort in de doeken. Maar een paar honderd meter voor de boei lopen we niet meer hard en besluit ik dat we de spinnaker moeten hijsen. Hoewel het niet helemaal vlekkeloos verloopt, was hier nog geen vuiltje aan de lucht. Op de downwind rakken zou het pas echt spannend worden.
Wilde stier
We halen de spi naar binnen en varen vanaf de 47 naar de D-boei. Dit rak is nog geen halve mijl lang en het lukt ons niet om de boot spinnakerklaar te hebben voor de bovenwindse boei. Hoewel er twijfel aan boord is of we de spi moeten hijsen vind ik dat we nog lang niet onze maximale snelheid lopen. Het log geeft 5 knopen aan, daar kan zeker nog een knoop bij. Dus hijsen we de spi. Het lichtweerzeil demonstreert en is bijna niet te temmen. Als een wilde stier trekt hij aan de mast. Tot overmaat van ramp hebben we ook een zandloper. We kunnen niets anders dan de spi weer binnenhalen. Bij het binnenhalen trekt onze voordekker de nieuwe snapshackle kapot. Ik hoor ze bij Kniest nog zeggen; ‘nee we hebben nog nooit klachten gehad over deze snapsluitingen’. Dit grapje heeft ons een aantal posities gekost. Maar we laten ons niet kennen.
Zandloper
We halen de spi binnen en ik doek deze benedendeks op. Daarna repareer ik direct de spischoot en pak onze reserve snapshackle. Met een paalsteekje aan de schoot en we’re good to go. Op het tweede downwindrak zijn we op tijd klaar voor de spi. Nu zal alles goed gaan. We checken alles twee keer, trekken het onderlijk goed uit elkaar zodat er geen zandloper kan ontstaan en hijsen snel de spi. Maar inmiddels is de wind toegenomen. We hebben vijf bft met uitschieters naar een kleine zeven in de rug. Als de spi eenmaal wind vangt laat ‘ie dat weten ook!
Geen controle
We varen pal voor de wind en we beginnen te rollen. Hier komt de theoretische kennis van pas, maar schiet de praktijk te kort. Omdat de boot zo hard rolt bestaat de kans op een Chinese gijp. Dat is het laatste wat ik wil. Ik roep dat we moeten oploeven. Hierdoor voorkomen we dat we blijven rollen (heen en weer slingeren). Echter ontstaat er een misverstand, Ben wil naar de boei sturen en ik wil de boot onder controle houden. Dit kan niet tegelijk, dus moeten we eerst een stuk van de boei afsturen om de boot te bedwingen. Als Ben de boot oploeft spuit Fram vooruit. Het log schiet omhoog en telt 7,4 knopen. Ik verbaas me dat het slechts 7,4 knopen is. Maar daar is niet veel tijd voor. De spi moet naar beneden zodat we weer naar de boei kunnen varen. Maar dan slaat het noodlot toe.
Laten gaan
Op onverklaarbare wijze is de loefschoot uit de boom gesprongen en vliegert de spinnaker voor ons uit. De spi trekt ons plat en ik zeg tegen Ben dat hij achter de spi aan moet varen. Dit is de enige manier om die 60m2 in de luwte van ons grootzeil te krijgen en ‘m naar binnen te halen. Maar het lukt niet. De wind is te hard en de spinnaker heeft het teveel naar zijn zin. Ik besluit de loefschoot te laten gaan en de spinnaker aan de lij schoot naar binnen te trekken.
Een leuk beeld (voor de tegenstanders)
Waarschijnlijk tot genoegen van onze tegenstanders zien ook wij hoe de spinnaker spastisch op 10 meter hoogte klappert. De 17 meter lange loefschoot klappert zo hard dat de reserve snapshackle openslaat en zichzelf bevrijdt van de ongecontroleerde bewegingen van de spi. De schoot valt met een sierlijke beweging in het Gooimeer. Het lijken wel slow motion beelden.
Het einde is nog niet in zicht
Intussen probeert Hennie de lijschoot naar binnen te halen, maar het lukt niet. Ik vier de val nog iets, maar de spi gaat alleen maar verder voor ons uit klapperen. Dan raakt hij het water en moeten we nog oppassen dat we er niet overheen varen. Ben reageert adequaat en stuurt de boot er langs. Het klapperen is verminderd, maar een nieuw probleem doet zich voor.
Een echt probleem
De spinnaker vult zich razend snel met zo’n 20.000 liter water en legt de boot stil. Hennie, veruit de sterkste man van de competitie in Naarden, geeft aan dat hij het niet meer houdt. Nu hebben we echt een probleem! Feike springt bij en ik trek het grootzeil aan, opdat deze minder wind vangt. Dan vier ik de spival helemaal. Er ontstaat wat verlichting en we krijgen de spinnaker eindelijk aan boord. We gooien ‘m in de kajuit en moeten nu kruisen om de benedenwindse boei nog te halen.
Finish
Inmiddels hebben we twee snapshackles verspilt, één spi schoot en één spinnaker. Geen slechte score in een hoe-sloop-ik-mijn-boot-race, maar we we zeilen in de WAC! Nu de spinnaker uitgeteld ligt na te hijgen op de kajuitvloer kunnen we de race verder uitvaren. De voordekker geeft aan dat hij geen levende fok uithouder wil zijn, dus neem ik de taak van hem over. We zeilen de wedstrijd goed uit en halen de finish op nog geen halve meter. Mede hierdoor zetten we nog een redelijk resultaat neer en houden we nog steeds twee schepen achter ons.
Een wijzend vingertje
Ik geef niet snel iemand de schuld van een fout aan boord. Vooral omdat die persoon daar niet mee geholpen is en hij het vaak zelf al weet. Maar dit keer kan ik er niet omheen. Er is een grote fout gemaakt. Een inschattingsfout. Het wijzende vingertje is aan mijzelf gericht. Ik ben verantwoordelijk. In mijn enthousiasme wilde ik de rompsnelheid halen. Ik dacht dat de crew er klaar voor was om met dit weer de spinnaker te hijsen. Ik wilde aanvallen omdat we achter lagen, maar werd verrast door de harde vlagen.
Het was een optelsom van inschattingsfouten met het gevolg dat we een potentiële top 3 plek hebben verspild. Want deze condities zijn optimaal voor Fram.
After sail
In de after sail bespreken we deze bizarre (wed)strijd. Ik geef toe dat ik het verkeerd heb ingeschat, dat ik dacht dat we het wel zouden rooien. Ik ben ervoor om de grenzen van de boot en crew op te zoeken, maar dat kost ook geld en posities. En dit keer hebben we de grens niet opgezocht, maar gepasseerd. Met hoge snelheid overschreden wij ons eigen kunnen. Jammer genoeg zijn er geen videobeelden van, maar het zag er ongeveer zo uit:
Tel er maar een dikke knoop bij op!
De volgende dag breng ik de spinaker weg naar de zeilmaker en ga ik voor het eerst dit jaar een weekendje toerzeilen met Violet. Als we zaterdag een stukje motoren valt me op dat de motor op volle kracht net iets meer dan vijf knopen loopt. En dat is te weinig. Ik check de GPS die 1,3 knoop meer aangeeft. Er gaat opeens een lampje branden. Ik heb mijn inschattingen in de laatste wedstrijd gebaseerd op een log dat niet gekalibreerd was. Ik dacht dat we niet de rompsnelheid haalden, maar we zaten daar wel degelijk tegenaan. Met een paar bliepjes stel ik het log bij. Ik kijk er nog eens naar en maak het rekensommetje; 7,4 knoop + 1,3, en bedenk dat we een nieuw snelheidsrecord hebben gevaren.
Crew: Feike, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 15-28 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 8e (van de 12)
Start
Afgelopen wedstrijd hebben we op alle fronten de grenzen gezien. Zowel van de crew als het materiaal. De voorspelling was 15 knopen wind met uitschieters naar 24 knopen. Vlagerig dus. Onze start was goed. We kozen ervoor om niet aan de hoge kant te starten want die lag in de luwte. De lage kant was riskant ivm met verstoorde wind. U raadt het al, wij namen de gulden middenweg en gingen als derde schip over de startlijn.
Nog even spinnakeren
Op het tweede rak konden we de spinaker hijsen, maar we keken het nog even aan. We hebben immers vlagen van zes beaufort in de doeken. Maar een paar honderd meter voor de boei lopen we niet meer hard en besluit ik dat we de spinnaker moeten hijsen. Hoewel het niet helemaal vlekkeloos verloopt, was hier nog geen vuiltje aan de lucht. Op de downwind rakken zou het pas echt spannend worden.
Wilde stier
We halen de spi naar binnen en varen vanaf de 47 naar de D-boei. Dit rak is nog geen halve mijl lang en het lukt ons niet om de boot spinnakerklaar te hebben voor de bovenwindse boei. Hoewel er twijfel aan boord is of we de spi moeten hijsen vind ik dat we nog lang niet onze maximale snelheid lopen. Het log geeft 5 knopen aan, daar kan zeker nog een knoop bij. Dus hijsen we de spi. Het lichtweerzeil demonstreert en is bijna niet te temmen. Als een wilde stier trekt hij aan de mast. Tot overmaat van ramp hebben we ook een zandloper. We kunnen niets anders dan de spi weer binnenhalen. Bij het binnenhalen trekt onze voordekker de nieuwe snapshackle kapot. Ik hoor ze bij Kniest nog zeggen; ‘nee we hebben nog nooit klachten gehad over deze snapsluitingen’. Dit grapje heeft ons een aantal posities gekost. Maar we laten ons niet kennen.
Zandloper
We halen de spi binnen en ik doek deze benedendeks op. Daarna repareer ik direct de spischoot en pak onze reserve snapshackle. Met een paalsteekje aan de schoot en we’re good to go. Op het tweede downwindrak zijn we op tijd klaar voor de spi. Nu zal alles goed gaan. We checken alles twee keer, trekken het onderlijk goed uit elkaar zodat er geen zandloper kan ontstaan en hijsen snel de spi. Maar inmiddels is de wind toegenomen. We hebben vijf bft met uitschieters naar een kleine zeven in de rug. Als de spi eenmaal wind vangt laat ‘ie dat weten ook!
Geen controle
We varen pal voor de wind en we beginnen te rollen. Hier komt de theoretische kennis van pas, maar schiet de praktijk te kort. Omdat de boot zo hard rolt bestaat de kans op een Chinese gijp. Dat is het laatste wat ik wil. Ik roep dat we moeten oploeven. Hierdoor voorkomen we dat we blijven rollen (heen en weer slingeren). Echter ontstaat er een misverstand, Ben wil naar de boei sturen en ik wil de boot onder controle houden. Dit kan niet tegelijk, dus moeten we eerst een stuk van de boei afsturen om de boot te bedwingen. Als Ben de boot oploeft spuit Fram vooruit. Het log schiet omhoog en telt 7,4 knopen. Ik verbaas me dat het slechts 7,4 knopen is. Maar daar is niet veel tijd voor. De spi moet naar beneden zodat we weer naar de boei kunnen varen. Maar dan slaat het noodlot toe.
Laten gaan
Op onverklaarbare wijze is de loefschoot uit de boom gesprongen en vliegert de spinnaker voor ons uit. De spi trekt ons plat en ik zeg tegen Ben dat hij achter de spi aan moet varen. Dit is de enige manier om die 60m2 in de luwte van ons grootzeil te krijgen en ‘m naar binnen te halen. Maar het lukt niet. De wind is te hard en de spinnaker heeft het teveel naar zijn zin. Ik besluit de loefschoot te laten gaan en de spinnaker aan de lij schoot naar binnen te trekken.
Een leuk beeld (voor de tegenstanders)
Waarschijnlijk tot genoegen van onze tegenstanders zien ook wij hoe de spinnaker spastisch op 10 meter hoogte klappert. De 17 meter lange loefschoot klappert zo hard dat de reserve snapshackle openslaat en zichzelf bevrijdt van de ongecontroleerde bewegingen van de spi. De schoot valt met een sierlijke beweging in het Gooimeer. Het lijken wel slow motion beelden.
Het einde is nog niet in zicht
Intussen probeert Hennie de lijschoot naar binnen te halen, maar het lukt niet. Ik vier de val nog iets, maar de spi gaat alleen maar verder voor ons uit klapperen. Dan raakt hij het water en moeten we nog oppassen dat we er niet overheen varen. Ben reageert adequaat en stuurt de boot er langs. Het klapperen is verminderd, maar een nieuw probleem doet zich voor.
Een echt probleem
De spinnaker vult zich razend snel met zo’n 20.000 liter water en legt de boot stil. Hennie, veruit de sterkste man van de competitie in Naarden, geeft aan dat hij het niet meer houdt. Nu hebben we echt een probleem! Feike springt bij en ik trek het grootzeil aan, opdat deze minder wind vangt. Dan vier ik de spival helemaal. Er ontstaat wat verlichting en we krijgen de spinnaker eindelijk aan boord. We gooien ‘m in de kajuit en moeten nu kruisen om de benedenwindse boei nog te halen.
Finish
Inmiddels hebben we twee snapshackles verspilt, één spi schoot en één spinnaker. Geen slechte score in een hoe-sloop-ik-mijn-boot-race, maar we we zeilen in de WAC! Nu de spinnaker uitgeteld ligt na te hijgen op de kajuitvloer kunnen we de race verder uitvaren. De voordekker geeft aan dat hij geen levende fok uithouder wil zijn, dus neem ik de taak van hem over. We zeilen de wedstrijd goed uit en halen de finish op nog geen halve meter. Mede hierdoor zetten we nog een redelijk resultaat neer en houden we nog steeds twee schepen achter ons.
Een wijzend vingertje
Ik geef niet snel iemand de schuld van een fout aan boord. Vooral omdat die persoon daar niet mee geholpen is en hij het vaak zelf al weet. Maar dit keer kan ik er niet omheen. Er is een grote fout gemaakt. Een inschattingsfout. Het wijzende vingertje is aan mijzelf gericht. Ik ben verantwoordelijk. In mijn enthousiasme wilde ik de rompsnelheid halen. Ik dacht dat de crew er klaar voor was om met dit weer de spinnaker te hijsen. Ik wilde aanvallen omdat we achter lagen, maar werd verrast door de harde vlagen.
Het was een optelsom van inschattingsfouten met het gevolg dat we een potentiële top 3 plek hebben verspild. Want deze condities zijn optimaal voor Fram.
After sail
In de after sail bespreken we deze bizarre (wed)strijd. Ik geef toe dat ik het verkeerd heb ingeschat, dat ik dacht dat we het wel zouden rooien. Ik ben ervoor om de grenzen van de boot en crew op te zoeken, maar dat kost ook geld en posities. En dit keer hebben we de grens niet opgezocht, maar gepasseerd. Met hoge snelheid overschreden wij ons eigen kunnen. Jammer genoeg zijn er geen videobeelden van, maar het zag er ongeveer zo uit:
Tel er maar een dikke knoop bij op!
De volgende dag breng ik de spinaker weg naar de zeilmaker en ga ik voor het eerst dit jaar een weekendje toerzeilen met Violet. Als we zaterdag een stukje motoren valt me op dat de motor op volle kracht net iets meer dan vijf knopen loopt. En dat is te weinig. Ik check de GPS die 1,3 knoop meer aangeeft. Er gaat opeens een lampje branden. Ik heb mijn inschattingen in de laatste wedstrijd gebaseerd op een log dat niet gekalibreerd was. Ik dacht dat we niet de rompsnelheid haalden, maar we zaten daar wel degelijk tegenaan. Met een paar bliepjes stel ik het log bij. Ik kijk er nog eens naar en maak het rekensommetje; 7,4 knoop + 1,3, en bedenk dat we een nieuw snelheidsrecord hebben gevaren.
Crew: Feike, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 15-28 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 8e (van de 12)
maandag 8 augustus 2011
Een gastschipper aan de helmstok en een protest aan de broek
Eindelijk kwam een lang gekoesterde wens uit, namelijk een goede gastschipper bij weinig wind. Onlangs hadden we Sander als gastschipper met veel wind. Maar juist met weinig wind hebben we moeite om een goede prestatie neer te zetten. En hoewel de wind met gemiddeld 6 knopen uiteindelijk nog redelijk was, was het matig genoeg om mijn wens in vervulling te laten gaan.
Weinig wind is weinig winst
Sinds we meedoen aan de Woensdag Avondcompetitie van de R&ZV Naarden presteren we beroerd bij weinig wind. En met weinig wind bedoel ik 6 knopen of minder. Natuurlijk schuiven we graag de schuld af op de boot en de handicap, maar ergens knaagt een geweten dat mij influistert dat een goede schipper de boot wel vlot naar de finish kan varen. Dit was het moment om te zien of dat zo is.
De voorzitter zit achter
We hadden de eer om Wim Nierman, de voorzitter van onze vereniging, op onze boot te verwelkomen. Als je voorzitter bent van een zeilvereniging spreekt het voor zich dat je een zeilfanaat bent. En dat Wim een goede zeiler is, bewijst hij wekelijks als schipper van Team Windrose. Waarom zeilt hij niet op zijn eigen schip mee, hoor ik u vragen? Dat ligt eenvoudig. Wim heeft een prachtige Dehler 36 Judel & Vrolijk design die niet onder de Hollandse brug door kan. Hetgeen zijn clubliefde voor de vereniging alleen maar onderstreept. Want terwijl zijn eigen boot in Lelystad ligt, staat hij toch altijd klaar voor de vereniging, zo’n dikke 40 kilometer zuidelijker.
Start
Genoeg over Wim, tijd voor de wedstrijd. De start was netjes, hoewel onze gastschipper zich iets vergiste in de logheid van Fram. Onze boot accelereert niet makkelijk bij weinig wind. Anders gezegd, een zuchtje wind doet Fram niet zoveel. Eén of twee schepen zijn te vroeg gestart, maar dit wordt niet gezien door het startschip. We maken er geen punt van, hoewel na de wedstrijd zou blijken, dat we dit beter wel hadden kunnen doen.
Genua Genu-nee
Op het tweede rak ging direct de spi erop. Alles liep soepel. Een mooi moment was de loefactie onder spi met de Morning Cloud die ons langzaam inliep. Helaas kwam niet veel later op het kruisrak een oud pijnpunt aan het licht; de genua 1. Een prachtig doek dat nog geen twee seizoenen oud is, maar nooit goed getrimd kan worden. Simpelweg omdat de maten niet kloppen. En hoewel we ‘m al bij hebben laten snijden, bleek deze avond opnieuw dat we het achterlijk niet dicht kunnen trekken en niet zo scherp kunnen varen als de concurrentie. Maar noch de crew, noch onze stuurman liet zich uit het veld slaan. En het lukt ons om de Morning Cloud, de Seven en de Gibsy voor te blijven.
Het groene monster
Vlak voor de bovenwindse boei maakt Rene zich onsterfelijk (voor deze wedstrijd dan). Als een havik tuurt onze voordekker over het wateroppervlak, op zoek naar de grote spelbederver van het Gooimeer. Bij de bovenboei aankomende kijkt hij de vijand van de competitie recht in de ogen en waarschuwt hij ons voor wier. We tacken meteen en omzeilen het groene monster op enkele meters.
Voordek voor gevorderden
Op het spinakerrak naar de benedenwindse boei komt er een stukje hogere voordekkunsten; een gijp en direct daarna de spi naar beneden, boei ronden, oploeven en overstag. En natuurlijk willen we de spi zo lang mogelijk laten staan en de boom zo vroeg mogelijk weg hebben. Ik besluit Rene even te helpen op het voordek. Hij weet immers niet hoe hij moet gijpen met de spinaker. En de nieuwe spinakerkop maakt het er allemaal niet makkelijker op (wat een onding). Het verloopt vlekkeloos en we halen het maximale uit de spinaker, boot en crew.
Finish
We houden de Morning Cloud net niet achter ons. Gelukkig varen de Seven en de Gibsy ver in ons kielzog. Door een header vlak voor de finish moeten we nog een keer overstag. We finishen ruim voor de Seven en de Gibsy en sturen de boot naar de box. Wim kijkt alvast hoe de genua moet worden aangepast om ook hoog aan de wind te kunnen zeilen. Maar concludeert dat dit alleen is op te lossen met een bezoekje aan de zeilmaker.
Er wordt gepraat
En passant maakt hij nog een compliment. Hij vertelt dat hij ‘wel eens wat hoort’, maar ons helemaal niet gek vindt zeilen. Ik vind het leuk om te horen dat onze zeilkunsten worden onderstreept, maar jammer dat er toch wel eens wat ‘gepraat’ wordt. Wim beaamt dat onze boot een typische zwaar weer zeiler is. Bij weinig wind komt hij gewoon laat op gang. En als je grote genua dan ook niet optimaal werkt, is een wedstrijd gauw verloren.
After sail
De borrel na de wedstrijd is gezellig als vanouds. Ik verontschuldig me nog dat we geen champagne aan boord hebben, zoals Team Windrose, maar Wim wuift mijn excuses weg. Team Fram heeft zo zijn eigen tradities, herinnert hij mij. En dat is waar ook. ‘Hier Wim, een Schippersbitter! Proost!’
Protest
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag staan er meer mensen in de protestkamer dan bij de bar. Wanneer ik hoor dat Team Fram beticht wordt van het niet ronden van de laatste boei, stroop ik mijn mouwen vast op.
Gibsy vs Fram
Natuurlijk hebben wij die boei wel gerond! En ik ben benieuwd wie het lef heeft om ons, Team Fram - vijf volwassen mannen tussen de 85 en 115 kilo variërend van 1.86 tot een dikke twee meter – durft te beschuldigen van vals spelen. Het blijkt de Gibsy, onze oude zelfbenoemde aartsrivaal. We zien 'm vooral als 'rivaal' omdat wij een mooie tegenstander in de Gibsy zien. Want ook al wil ik Dick Koopmans niet beledigen door te zeggen dat de Gib’Sea op een Friendship lijkt, in onze Woensdagavond wedstrijdjes zijn we wel degelijk aan elkaar gewaagd.
Te vroeg gestart
Terug naar de protestkamer. In één zin had ik het bewijs geformuleerd dat wij wel degelijk de boei hebben gerond (‘vraag maar aan de Morning Cloud’) en met één wuivende beweging was het protest van tafel geveegd. Wat ik extra jammer vind is dat ik niet geprotesteerd heb tegen hun te vroege start. Het had hun een DSQ’uutje kunnen opleveren, maar zo zitten wij niet in elkaar. Om ze toch nog even op stang te jagen zeg ik in de overvolle protestkamer: ‘ik zal maar niks meer zeggen over jullie te vroege start’. Ze lachen verontschuldigend en verraden zichzelf als een van de heren zegt dat het slechts om luttele seconden ging.
Conclusie
De vijftiende wedstrijd was enerverend. Mijn wens van een goede schipper met weinig wind kwam uit, de verbeterpunten in de boot kwamen aan het licht en het protest van de Gibsy gaf een extra dimensie aan de avond. Maar begrijp me niet verkeerd, we kunnen nog steeds door een deur, of - om in zeiltermen te spreken - om één boei. Alleen zitten wij dan aan de binnenkant en moeten zij wel ruimte geven. Anders zien we elkaar gewoon weer in de protestkamer.
Crew: Wim, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 5e (van de 6)
Weinig wind is weinig winst
Sinds we meedoen aan de Woensdag Avondcompetitie van de R&ZV Naarden presteren we beroerd bij weinig wind. En met weinig wind bedoel ik 6 knopen of minder. Natuurlijk schuiven we graag de schuld af op de boot en de handicap, maar ergens knaagt een geweten dat mij influistert dat een goede schipper de boot wel vlot naar de finish kan varen. Dit was het moment om te zien of dat zo is.
De voorzitter zit achter
We hadden de eer om Wim Nierman, de voorzitter van onze vereniging, op onze boot te verwelkomen. Als je voorzitter bent van een zeilvereniging spreekt het voor zich dat je een zeilfanaat bent. En dat Wim een goede zeiler is, bewijst hij wekelijks als schipper van Team Windrose. Waarom zeilt hij niet op zijn eigen schip mee, hoor ik u vragen? Dat ligt eenvoudig. Wim heeft een prachtige Dehler 36 Judel & Vrolijk design die niet onder de Hollandse brug door kan. Hetgeen zijn clubliefde voor de vereniging alleen maar onderstreept. Want terwijl zijn eigen boot in Lelystad ligt, staat hij toch altijd klaar voor de vereniging, zo’n dikke 40 kilometer zuidelijker.
Start
Genoeg over Wim, tijd voor de wedstrijd. De start was netjes, hoewel onze gastschipper zich iets vergiste in de logheid van Fram. Onze boot accelereert niet makkelijk bij weinig wind. Anders gezegd, een zuchtje wind doet Fram niet zoveel. Eén of twee schepen zijn te vroeg gestart, maar dit wordt niet gezien door het startschip. We maken er geen punt van, hoewel na de wedstrijd zou blijken, dat we dit beter wel hadden kunnen doen.
Genua Genu-nee
Op het tweede rak ging direct de spi erop. Alles liep soepel. Een mooi moment was de loefactie onder spi met de Morning Cloud die ons langzaam inliep. Helaas kwam niet veel later op het kruisrak een oud pijnpunt aan het licht; de genua 1. Een prachtig doek dat nog geen twee seizoenen oud is, maar nooit goed getrimd kan worden. Simpelweg omdat de maten niet kloppen. En hoewel we ‘m al bij hebben laten snijden, bleek deze avond opnieuw dat we het achterlijk niet dicht kunnen trekken en niet zo scherp kunnen varen als de concurrentie. Maar noch de crew, noch onze stuurman liet zich uit het veld slaan. En het lukt ons om de Morning Cloud, de Seven en de Gibsy voor te blijven.
Het groene monster
Vlak voor de bovenwindse boei maakt Rene zich onsterfelijk (voor deze wedstrijd dan). Als een havik tuurt onze voordekker over het wateroppervlak, op zoek naar de grote spelbederver van het Gooimeer. Bij de bovenboei aankomende kijkt hij de vijand van de competitie recht in de ogen en waarschuwt hij ons voor wier. We tacken meteen en omzeilen het groene monster op enkele meters.
Voordek voor gevorderden
Op het spinakerrak naar de benedenwindse boei komt er een stukje hogere voordekkunsten; een gijp en direct daarna de spi naar beneden, boei ronden, oploeven en overstag. En natuurlijk willen we de spi zo lang mogelijk laten staan en de boom zo vroeg mogelijk weg hebben. Ik besluit Rene even te helpen op het voordek. Hij weet immers niet hoe hij moet gijpen met de spinaker. En de nieuwe spinakerkop maakt het er allemaal niet makkelijker op (wat een onding). Het verloopt vlekkeloos en we halen het maximale uit de spinaker, boot en crew.
Finish
We houden de Morning Cloud net niet achter ons. Gelukkig varen de Seven en de Gibsy ver in ons kielzog. Door een header vlak voor de finish moeten we nog een keer overstag. We finishen ruim voor de Seven en de Gibsy en sturen de boot naar de box. Wim kijkt alvast hoe de genua moet worden aangepast om ook hoog aan de wind te kunnen zeilen. Maar concludeert dat dit alleen is op te lossen met een bezoekje aan de zeilmaker.
Er wordt gepraat
En passant maakt hij nog een compliment. Hij vertelt dat hij ‘wel eens wat hoort’, maar ons helemaal niet gek vindt zeilen. Ik vind het leuk om te horen dat onze zeilkunsten worden onderstreept, maar jammer dat er toch wel eens wat ‘gepraat’ wordt. Wim beaamt dat onze boot een typische zwaar weer zeiler is. Bij weinig wind komt hij gewoon laat op gang. En als je grote genua dan ook niet optimaal werkt, is een wedstrijd gauw verloren.
After sail
De borrel na de wedstrijd is gezellig als vanouds. Ik verontschuldig me nog dat we geen champagne aan boord hebben, zoals Team Windrose, maar Wim wuift mijn excuses weg. Team Fram heeft zo zijn eigen tradities, herinnert hij mij. En dat is waar ook. ‘Hier Wim, een Schippersbitter! Proost!’
Protest
Als we in het clubhuis komen voor de uitslag staan er meer mensen in de protestkamer dan bij de bar. Wanneer ik hoor dat Team Fram beticht wordt van het niet ronden van de laatste boei, stroop ik mijn mouwen vast op.
Gibsy vs Fram
Natuurlijk hebben wij die boei wel gerond! En ik ben benieuwd wie het lef heeft om ons, Team Fram - vijf volwassen mannen tussen de 85 en 115 kilo variërend van 1.86 tot een dikke twee meter – durft te beschuldigen van vals spelen. Het blijkt de Gibsy, onze oude zelfbenoemde aartsrivaal. We zien 'm vooral als 'rivaal' omdat wij een mooie tegenstander in de Gibsy zien. Want ook al wil ik Dick Koopmans niet beledigen door te zeggen dat de Gib’Sea op een Friendship lijkt, in onze Woensdagavond wedstrijdjes zijn we wel degelijk aan elkaar gewaagd.
Te vroeg gestart
Terug naar de protestkamer. In één zin had ik het bewijs geformuleerd dat wij wel degelijk de boei hebben gerond (‘vraag maar aan de Morning Cloud’) en met één wuivende beweging was het protest van tafel geveegd. Wat ik extra jammer vind is dat ik niet geprotesteerd heb tegen hun te vroege start. Het had hun een DSQ’uutje kunnen opleveren, maar zo zitten wij niet in elkaar. Om ze toch nog even op stang te jagen zeg ik in de overvolle protestkamer: ‘ik zal maar niks meer zeggen over jullie te vroege start’. Ze lachen verontschuldigend en verraden zichzelf als een van de heren zegt dat het slechts om luttele seconden ging.
Conclusie
De vijftiende wedstrijd was enerverend. Mijn wens van een goede schipper met weinig wind kwam uit, de verbeterpunten in de boot kwamen aan het licht en het protest van de Gibsy gaf een extra dimensie aan de avond. Maar begrijp me niet verkeerd, we kunnen nog steeds door een deur, of - om in zeiltermen te spreken - om één boei. Alleen zitten wij dan aan de binnenkant en moeten zij wel ruimte geven. Anders zien we elkaar gewoon weer in de protestkamer.
Crew: Wim, Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 5e (van de 6)
maandag 1 augustus 2011
Niet willen missen
Woensdagochtend belt Ben mij om te vragen of we wel moeten gaan. Geen wind, wel regen is de voorspelling. Vrij kansloos. En met natte zeilen na zo’n wedstrijd komt het op Ben aan om dan ergens in de dagen erna deze droog te zeilen. Hoewel ik eigenlijk altijd wil gaan, besluit ik met Ben dat het beter is om een avondje over te slaan.
Stemmetje in mijn hoofd
Als de telefoonverbinding is verbroken, begint het; een knagend gevoel, onrust in mijn lijf gevolgd en ik ben acuut chagrijnig. Ik twijfel of dit wel de goede beslissing is. Vanuit mijn huis kijk ik op een van de uitlopers van het IJmeer en ik zie toch echt kleine golfjes op het water. Als ik Hennie’s Facebook lees, zie ik dat hij ergens anders probeert op te stappen. Gelijk heeft hij. Ik speel ook nog even met dezelfde gedachte, ‘maar dan kunnen we net zo goed wel gaan’, zegt een stemmetje in mijn hoofd.
Mooie zeildag
Als het einde van de middag nadert en de zon zich laat zien, rijd ik langs de zuidkant van het Markermeer. Ik zie hoe de vlaggen bij Blijburg enthousiast de wind verwelkomen terwijl witte zeilen zich aftekenen aan de horizon. Sta ik nu op het punt om een van de mooiste zeildagen aan mij voorbij te laten gaan?
Even de crew bellen
Natuurlijk kan ik dit niet over mijn zeilershart verkrijgen. Ik bel direct Hennie. Heb je al een andere boot gevonden? (…) Mooi! Wil en kun je vanavond nog zeilen? (…) Mooi! Nu zijn we al met z’n tweeën en kunnen we meedoen. Ik vermoed dat Ben sowieso mee kan. En vraag of hij er ook om half zeven kan zijn. Geen probleem. Paul is helaas ziek. Jammer, maar gelukkig hebben we nog Rene, onze eersterangs voordekker, hij kan en zet direct koers naar Naarden.
De aanval
Hoewel we de start goed proberen te timen, zijn we weer te laat. Door de te vroege start van de Gibsy en de Vega, en de harde aanvaring tussen Clara en Windrose pakken we wat plekken. Als de wind op het derde rak half inkomt, besluiten we de spi erop te gooien. We liggen achter en moeten aanvallen. Maar we krijgen ‘m niet snel genoeg onder controle en het rak is kort. Nu liggen we nog verder achter.
Gezwinde spoed
De rest van de wedstrijd verloopt redelijk maar het lukt ons niet meer om in te lopen. Het laatste rak naar de finish proberen we nog te reachen met de spi. Nu gaat alles mis. Doordat de tas aan de verkeerde kant staat, is er stress. We willen de spi zo snel mogelijk in de lucht hebben, maar gezwinde spoed is zelden goed. Ook deze keer.
Hefboomwerking
De tas zetten we snel aan lij, de boom zetten we uit, schoot erdoor en we hijsen al. Ik heb de schoothoek aan loef nog niet tot de boom doorgetrokken en de neerhouder is ook nog niet aangeslagen. ‘Nog niet hijsen’, wil ik zeggen, maar het is al te laat. De spi staat al en de boom kruipt omhoog. Tot overmaat van ramp zit er nu ook een zandloper in. We lopen te klooien en dan zegt onze spiboom dat ie het genoeg vindt zo. Er valt iets op het dek. Altijd onheilspellend. Het blijkt een deel van de kop van de spi boom. Terwijl de spinaker de boom omhoog trekt onstaat er een hefboomwerking op het beslag bij het boomoog. Het is over.
Samenvatting
Ondanks een matige race en wat schade hadden we ‘m niet willen missen. Vrijwel de hele race heeft de camera op de hekstoel meegekeken. Een kleine samenvatting zie je hier.
Crew: Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNO)
Baan: 1
Finish: 11e (van de 12)
Stemmetje in mijn hoofd
Als de telefoonverbinding is verbroken, begint het; een knagend gevoel, onrust in mijn lijf gevolgd en ik ben acuut chagrijnig. Ik twijfel of dit wel de goede beslissing is. Vanuit mijn huis kijk ik op een van de uitlopers van het IJmeer en ik zie toch echt kleine golfjes op het water. Als ik Hennie’s Facebook lees, zie ik dat hij ergens anders probeert op te stappen. Gelijk heeft hij. Ik speel ook nog even met dezelfde gedachte, ‘maar dan kunnen we net zo goed wel gaan’, zegt een stemmetje in mijn hoofd.
Mooie zeildag
Als het einde van de middag nadert en de zon zich laat zien, rijd ik langs de zuidkant van het Markermeer. Ik zie hoe de vlaggen bij Blijburg enthousiast de wind verwelkomen terwijl witte zeilen zich aftekenen aan de horizon. Sta ik nu op het punt om een van de mooiste zeildagen aan mij voorbij te laten gaan?
Even de crew bellen
Natuurlijk kan ik dit niet over mijn zeilershart verkrijgen. Ik bel direct Hennie. Heb je al een andere boot gevonden? (…) Mooi! Wil en kun je vanavond nog zeilen? (…) Mooi! Nu zijn we al met z’n tweeën en kunnen we meedoen. Ik vermoed dat Ben sowieso mee kan. En vraag of hij er ook om half zeven kan zijn. Geen probleem. Paul is helaas ziek. Jammer, maar gelukkig hebben we nog Rene, onze eersterangs voordekker, hij kan en zet direct koers naar Naarden.
De aanval
Hoewel we de start goed proberen te timen, zijn we weer te laat. Door de te vroege start van de Gibsy en de Vega, en de harde aanvaring tussen Clara en Windrose pakken we wat plekken. Als de wind op het derde rak half inkomt, besluiten we de spi erop te gooien. We liggen achter en moeten aanvallen. Maar we krijgen ‘m niet snel genoeg onder controle en het rak is kort. Nu liggen we nog verder achter.
Gezwinde spoed
De rest van de wedstrijd verloopt redelijk maar het lukt ons niet meer om in te lopen. Het laatste rak naar de finish proberen we nog te reachen met de spi. Nu gaat alles mis. Doordat de tas aan de verkeerde kant staat, is er stress. We willen de spi zo snel mogelijk in de lucht hebben, maar gezwinde spoed is zelden goed. Ook deze keer.
Hefboomwerking
De tas zetten we snel aan lij, de boom zetten we uit, schoot erdoor en we hijsen al. Ik heb de schoothoek aan loef nog niet tot de boom doorgetrokken en de neerhouder is ook nog niet aangeslagen. ‘Nog niet hijsen’, wil ik zeggen, maar het is al te laat. De spi staat al en de boom kruipt omhoog. Tot overmaat van ramp zit er nu ook een zandloper in. We lopen te klooien en dan zegt onze spiboom dat ie het genoeg vindt zo. Er valt iets op het dek. Altijd onheilspellend. Het blijkt een deel van de kop van de spi boom. Terwijl de spinaker de boom omhoog trekt onstaat er een hefboomwerking op het beslag bij het boomoog. Het is over.
Samenvatting
Ondanks een matige race en wat schade hadden we ‘m niet willen missen. Vrijwel de hele race heeft de camera op de hekstoel meegekeken. Een kleine samenvatting zie je hier.
Crew: Rene, Hennie, Floris & Ben
Wind: 4-6 knopen (NNO)
Baan: 1
Finish: 11e (van de 12)
Abonneren op:
Posts (Atom)