In de laatste vier weken hebben we drie wedstrijden gevaren. Of liever gezegd, gestreden. Het valt me op dat we beter worden. Hoewel de resultaten het nog niet helemaal laten zien, weten we steeds vaker waardoor het komt. De nabesprekingen met de traditionele Schippersbitter of Beerenburg zijn soms belangrijker dan de wedstrijd zelf. Daarnaast leren we ook veel van de opstappers. Zij hebben vaak een frisse kijk op onze manier van zeilen en vullen ons aan met handige tips. Concentratie en focus is een belangrijk verbeterpunt. Ook de zeiltrim kan beter en het inschatten van situaties. Zo bewees de onvergetelijke wedstrijd van 2 juni.
Een kwartet
Ditmaal was Team Fram een kwartet. Wout bespeelde het grootzeil, Ben toucheerde het roer, ik deed de voorsectie bestaande uit de gen en het voordek en de dirigent was Richard, een bevriende concurrent die zijn crew voor zijn Charine niet op tijd rond kreeg. Zijn functie was tacticus / trimmer.
Het aftellen
We waren op tijd buiten om een paar slagen te maken voor de start. Met een dikke windkracht vier uit Noordelijke richting én een zomers zonnetje moest dit de perfecte zeilwedstrijd worden. We startten aan de hoge kant, bij de hoge boei. Maar met ons het hele veld. We voeren over stuurboord zodat we niet overstag hoefden om over de startlijn te gaan. Hierdoor zouden we onze voorrang verliezen, maar bijna iedereen voer over stuurboord. Bij de boei werd het druk. ‘Fok los! Grootzeil aan!’ riep ik. We kwamen ruime wind aan en hadden weinig mogelijkheden om snelheid te minderen. ‘Shit!’ het wordt nu wel heel druk. Gelukkig vaart iedereen over stuurboord en hebben we geen voorrangsproblemen. Of toch wel? ‘Waar komt die Vindö 40 nou opeens vandaan?’ ‘En waarom kan hij zo scherp varen?’ Ik vraag, nee ik schreeuw, nogmaals om de actuele GPS tijd. ‘Nog tien, nee acht… ZEVEN SECONDEN!’ roept Wout.
De start
We moeten gaan, maar doordat de Vindö zo scherp vaart, heeft hij voorrang en drukt hij ons overstag. We hebben helemaal geen vaart meer en liggen in de wind terwijl iedereen koers zet naar de eerste boei. We moeten afvallen en opnieuw de startlijn aanvaren. Fok bak, afvallen, voor de wind, gijp en weer oploeven, overstag en dan gaan ook wij eindelijk over de startlijn. Ben memoreerde direct dat dit onze aller slechtste start ooit moest zijn. Ik geloof dat ik het beaamde met een ‘godver’.
Revanche
Het zou een wedstrijd worden met diepe dalen en ongekende hoogtepunten. Want hoewel de start ronduit desastreus was, wisten we op het eerste rak direct aansluiting te maken met het veld. Sterker nog we haalden twee boten in voor de eerste boei.
Langzaam nam het geloof toe. ‘We kunnen nog steeds een goede race varen’, dacht ik na de tweede boei. Inmiddels lagen we halverwege het veld en lag de voorste boot slechts 100 meter voor ons. Fram voer strak aan de wind en Richard gaf de aanwijzingen vanaf de mast. Lei-ogen werden verschoven terwijl Wout onwennig de overloop bediende. Toegegeven, de zeilen stonden mooi. We hadden wel veel druk op het roer, maar we voeren toch dik zes knopen. De volgende boei was de bovenwindse boei. Achteraf kunnen we concluderen dat we hier de wedstrijd verloren.
Zebrapad
We kwamen (wederom) over stuurboord aan. Precies op de boei. Dat is mooi, we halen ‘m nu zonder extra slagen. Maar terwijl wij aanstormden kwam de rest van het peloton rechts over bakboord aan. Iedereen had voorrang op ons. Het leek een beetje op zo’n zebrapad bij een drukke winkelstraat. Als je daar één iemand voor laat, weet je zeker dat je pas na sluitingstijd verder kunt rijden. We moesten voorrang verlenen, of liever gezegd, we hadden op de kont van een van die ‘voetgangers’ moeten sturen. Maar het was te laat. ‘OVERSTAG! OVERSTAG!’ Hoewel we een aanvaring wisten te vermijden lagen we op ramkoers met de boei. We zaten te laag en hadden te weinig snelheid om de boot nog even tegen de wind in om de boei te drukken. Lijdzaam keek ik toe hoe de piramidevormige B-boei Fram van zich afduwde.
Straf
De regels schrijven dat je na het raken van een boei een strafrondje moet maken. Eerlijk als we zijn, draaiden wij twee boeien later ons strafrondje. Wederom zagen we iedereen wegvaren en lagen we laatste, met ruime afstand. Een klein hoogtepuntje zou nog volgen, maar het gaf weinig glans op deze bizarre wedstrijd.
Anschlusstreffer
In het laatste kruisrak zouden we nog een keer vlammen. Hier was dat kleine hoogtepuntje. Hier was de wind en koers waar Fram van houdt. In overleg met tacticus Richard stippelden we ons kruisrak uit. Het was duidelijk waar de wind zat, maar toch voer een flink aantal boten de luwte in. Wij niet. In één rak maakten we niet alleen onze ‘anschlusstreffer’ maar wisten we zelfs twee schepen in te halen.
Risico van het vak
De wedstrijd werd een gedenkwaardige race. De slechtste start ooit en een strafrondje werd Team Fram uiteindelijk fataal. Toch wisten we driekwart van de race dicht bij de koplopers te blijven en hielden we alsnog uitzicht op een plekje in de top 5. Maar na onze aanvaring met de B-boei was de wedstrijd definitief bekeken. Voor alles is een eerste keer. Ook voor het ‘kussen’ van een boei. Jammer. ‘Maar wie geen risico neemt, zal nooit eerste worden’, zegt een sussend stemmetje in mijn hoofd.
Crew: Richard, Wout, Ben & Floris
Wind: 18 knopen (N)
Baan: 02
Finish: 11e (van de 13)
2 opmerkingen:
Goed bezig..... als je wil naaien, moet je ook kussen, maar niet de Boei, en heeft Fram nu een accent grave boven de A van Fram, een groene? Wel snel hoor zo streepje.......op de boot van de Groene Boei.
Volgende keer een zuidenwind windkracht 2 okay.
Is dit de heer Piels? ;-)
Een reactie posten