De dertiende wedstrijd was een troosteloze wedstrijd. Dat kan ik vast verklappen. Om die reden wil ik het ook kort houden.
Hoewel de wind zich nog even bij het startschip meldde, was hij na de tweede boei spoorloos verdwenen.
Theoretische start
De start was briljant in theorie, maar iets minder briljant in de uitvoering. Wij lagen als een van de weinigen over stuur bij de hoge boei, terwijl iedereen over bak van de lijboei aan kwam, parallel aan de startlijn. Gevaarlijk, maar we zouden op tijd weg zijn voor het peloton voorrang op ons zou kunnen afdwingen. Niet dus. Jammer genoeg schatte wij de afstand tot de lijn verkeerd in, waardoor we net niet voor het aankomende veld weg waren.
‘Elk voordeel heb z’n nadeel’
Door de matige start lagen we al vrij snel achteraan. Maar niet voor lang. Na de eerste boeironding konden we de spi er opgooien. Doordat we achter lagen, hadden we nu vrij wind en liepen we weer ouderwets hard onder spi. Terwijl we de concurrentie links en rechts inhaalden, verzuimden we en passent de hoge kant en de vrije wind op te zoeken. En voor we het wisten lagen we in de luwte van de kopgroep te dobberen. Toen we ook nog vier boten ruimte bij de boei moesten geven, wisten we dat het een lange avond ging worden.
Waterskiën
Het was een prachtige avond op het Gooimeer, maar niet om te zeilen. Dit is het ultieme weer om even achter je speedboot te hangen met twee ski’s onder je voeten. Tenminste dat deden wij vroeger altijd. En dan te bedenken dat in het botenhuis van de jachthaven enkele Riva’s liggen vastgeketend. De enige speedboot die ik echt mooi vind. Zien die ooit het daglicht of zijn ze in beslag genomen door de fiscus?
Aquarel
Het enige waar we van kunnen genieten zijn de gesprekken en de prachtige avond. Het Gooimeer ligt er schilderachtig bij en lijkt wel een aquarel van zo’n Gooische huisvrouw die zo nodig ‘iets creatiefs’ moet doen in de menopauze. De spinakers hangen als treurwilgen aan het val en het log verandert slechts achter de komma. Ik had mijn Nikon moeten meenemen. Dan had ik nog iets te doen aan boord.
Uitzingen
We zingen de wedstrijd uit, maar niet van harte. We zijn niet goed in dit soort wedstrijden. Ondanks dat we ons best doen. We hebben zelfs voor dit soort wedstrijden een extra dunne spischoot aangeschaft ter vervanging van de lijschoot. Laag blijven, lage kant zitten, stilzitten, bolle zijlen, windzoeken, wierwacht – we blijven strijden tot de streep, maar het mag niet baten.
Finish
De Nessy bespaart ons de vernedering van een laatste plaats. Deze boot redt het niet om voor 22.00u te finishen. In de haven gaat het gesprek nog over de vorige wedstrijd maar niet over de dertiende wedstrijd. Nee, besluiten we, laten we het daar maar niet meer over hebben.
Crew: Rene, Paul, Hennie, Floris & Ben
Wind: 3-4 knopen (NW)
Baan: 15
Finish: 9e (van de 10)
vrijdag 22 juli 2011
maandag 18 juli 2011
‘Dit kon wel eens een legendarische wedstrijd worden’
De voorspellingen waren onstuimig. Nee, dat zeg ik verkeerd, de voorspellingen waren redelijk duidelijk, maar voorspellen onstuimig weer. Een dikke vier beaufort met uitschieters naar zes. Dat wordt in de zeereling hangen, misschien een rif en het is nog maar de vraag of we kunnen spinakeren. De crew heb ik al snel compleet, sterker nog voor het eerst dit seizoen moesten we mensen teleurstellen. Rene werd afgebeld en mocht een avondje ‘Help mijn man is klusser’ kijken. Maar toen Hennie afbelde werd het voor Suzanne, de vrouw van Rene, een avondje ‘Help mijn man is voordekker’.
Even voorstellen
Hennie zal ervan gebaald hebben want niet alleen het weer was interessant, de ingevlogen schipper was minstens zo interessant. De heer Kreukniet zou deze wedstrijd het roer overnemen van Ben. Sander, zoals velen hem noemen, behoeft voor de verenigingsleden geen introductie. Deze man, beter bekend als de nestor van de vereniging (ondanks dat hij inmiddels het voorzitterschap heeft overgedragen aan de heer Nierman) zeilt al jaren met zijn Elan mee in de clubwedstrijden. En niet onverdienstelijk. Met meerdere podiumplaatsen op zijn naam en een verleden als Admirals Cupper verwelkomen we hem natuurlijk graag aan boord van Team Fram. Wat het nog interessanter maakte is dat Sander in het verleden ook een Friendship 28 heeft gevaren. Hij is dus bekend met ons schip. Goed, genoeg introductie.
Voorbereiding
De voorbereiding loopt rommelig. Ik loop de verstaging na en span het voor en achterstag. We slaan de spischoten aan, maken de boom gereed en hijsen de genua 2. Ik wil zo snel mogelijk naar buiten om het weer te zien. Als Sander aan boord stapt, gaan we weg. Rene spreekt zijn vermoeden uit en zegt dat het wel eens een legendarische wedstrijd zou kunnen worden. Zijn woorden klinken nog na als er een krakend geluid klinkt aan stuurboord. De spinakerschoot was aangeslagen en bij het uitvaren is de landvast (die aan de paal blijft) om de schoot heen geslagen. De landvast trekt aan de schoot terwijl onze dikke vaanstandschroef aan de andere kant trekt. Ik zie het en wil in actie komen, maar het is al te laat. De snapsluiting begeeft het en met een knal schiet de schoot in het water. ‘Motor in vrij’ roep ik direct. Een spischoot in je schroef is het laatste dat je wilt.
Chaos
De snapsluiting is verbogen en afgeschreven. Ik heb geen reserve aan boord dus kunnen we niet spinakeren. Maar dan blijkt de spival ook een snapsluiting te hebben. We zetten ‘m over en doen daar een andere haak aan. Dit kleine akkefietje doorbreekt de routine en de voorbereiding wordt chaotisch.
Rammelende pannen
Eenmaal buiten zien we hoe de wind onze concurrenten plat drukt. Als de vijf beaufort onze zeilen pakt hoor ik de pannen gezamenlijk heil zoeken aan de lijkant van de kombuis. Ik twijfel en overweeg een rif te zetten, maar Sander is dit keer schipper en dus laat ik de keuze aan hem over. Het wordt geen rif. Ik ben benieuwd.
Tas overboord
Met Sander aan het roer en Ben en Paul aan de lieren zijn Rene en ik verantwoordelijk voor het voordek. Maar al snel blijkt dat het te hard waait voor de spi en onze taak in het water valt. Overigens lag niet veel later de spitas in het water. Bungelend aan de zeereling verliezen we bijna onze mooie Blue Performance spinnakertas met inhoud. Terwijl Sander de boot strak aan de wind stuurt, probeert Rene de tas binnen te halen aan de lijzijde die bijna onderwater staat. Het levert een spectaculair beeld op dat onlosmakelijk is verbonden met de actieve taak van onze voordekker.
De start
De start is bij ons altijd een uitdaging. We worden er beter in, maar zijn nog niet goed. Ik houd onze gastschipper nauwlettend in de gaten als hij achter het startschip vaart en weer oploeft voor de startlijn. Hij doet dit twee keer en bij de tweede keer klinkt ook het startsein. We zijn als eerste over de streep en varen hoog naar de eerste boei. De start vond ik redelijk briljant. Maar ook irritant, want Sander vaart ‘m gewoon op gevoel en inschattingsvermogen. Vooral dat inschattingsvermogen heeft bij ons nog niet de volle wasdom bereikt.
Op naar de kop
De wedstrijd is meteen een race. Wij liggen voor en moeten onze koppositie verdedigen maar al snel haalt de Noorse Folksboot ons in. Dat rare schip zeilt onder alle omstandigheden goed en heeft toch een handicap van 106? Gelukkig halen we ‘m op het tweede, ruimwindse rak in. Zonder spi, dat wel, we nemen geen risico.
Noodlot
De benedenwindse boei ronden we als eerste en we zetten direct koers naar de A-boei. Als we net lekker op één oor liggen slaat het noodlot toe. Met een klap komt het hele grootzeil naar beneden. De val is oud en het verbaast me eigenlijk niets dat deze gebroken is. Maar als ik naar de valhoek kijk, zie ik tot mijn grote verbazing dat de kunststof plaat die ter versteviging aan beide kanten van de top van het zeil is gepopnageld, kapot is getrokken en de val hoog boven in de mast zit. Dit moet niet kunnen, òf je val knapt òf je sluiting breekt òf je zeil scheurt, maar deze plaat blijft altijd heel! Niet dus. Gelukkig is een deel van de plaat nog intact met daarin een tweede (reserve) oog. En gelukkig heb ik ooit eens geluisterd naar mijn vader en een goede kraanlijn aangeschaft die, zo zei hij, in geval van nood ook als grootzeilval kan dienen. Dit was een geval van nood. We lagen vooraan en waren bezig met een legendarische wedstrijd. Terwijl we op de genua doorvaren hebben we binnen anderhalve minuut het grootzeil weer omhoog en zitten we weer volop in de race.
Niet achterlijker dan dwars
Opvallend op de kruisrakken is dat Sander de boeien niet of nauwelijks overzeild. Een kleine kanttekening daarbij is dat Fram sowieso iets hoger loopt nu de verstaging is aangedraaid. Maar desaltniettemin verbaasden het ons allen hoe Sander met de boei op 9 uur door de wind draaide. Hier pakten we tientallen meters op de rest, die een stuk verder doorvoer.
Team Gifbeker
Op het downwindrak zette we weer de fok te loevert en liepen we nog aardig hard. De Noorse Folksboot en het Waarschip ¼ tonner bleven op gepaste afstand. Uiteindelijk passeerden we de achterligger van onze klasse. Het zou niet de laatste boot zijn die we een hele ronde inhaalden. Sander die - mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen - een haat-liefdeverhouding heeft met Bert, zette alles op alles om ook de Windrose een ronde te dubbelen. Het lukte ons bijna, maar uiteindelijk was de baan net een rondje te kort om ze echt voorbij te varen. Terwijl we met een straatlengte voorsprong op de rest van het veld over de finishlijn stuiven zie ik hoe de Windrose met een gescheurd fok de bovenwindseboei rond en nog een hele ronde moet varen voordat ze mogen finishen. Die gifbeker van vorige week was duidelijk nog niet leeg.
Finish
Ik noteer onze finishtijd en time de finishtijden van de nummer twee en drie. Na drieënhalve minuut komt de nummer twee pas over de finish. We zetten koers naar de haven. Bij het aftuigen moeten we het grootzeil eraf halen, deze moet terug naar de zeilmaker. We duimen dat hij voor de wedstrijd van volgende week klaar is.
After Sail
Intussen is het nog steeds hondenweer. Voor het eerst dit seizoen wordt de after sail in de kajuit gehouden. Gezellig. Knus ja, dat is het. We drinken onze Schippersbitter en evalueren de wedstrijd. Maar al snel komen de betere anekdotes en zeemansverhalen ter tafel. Het is gezellig, de ramen zijn beslagen en de regen tikt onophoudelijk op het kajuitdak. We nemen nog een Schipperbitter en vergeten bijna naar de uitslag te gaan.
Uitslag
Bij binnenkomst horen we nog net hoe we zijn geëindigd. Helaas deden er maar weinig schepen mee (acht), maar dat maakt voor de punten niet uit. We eindigen als derde en het Waarschip en de Folksboot eindigen met gecorrigeerde tijd voor ons. Dit is het beste resultaat dat we ooit hebben behaald, waarvoor alle lof aan het adres van de heer Kreukniet. Het teamshirt kon met trots worden gedragen.
Evaluatie
Sander heeft laten zien dat Fram snel is. Het was leerzaam en de schriftelijke evaluatie, die natuurlijk uitsluitend vertrouwelijke informatie over de boot en crew bevat, is helder. Graag verwelkomen we Sander nog eens als stuurman bij een licht weertje, want hoewel we onder die omstandigheden al eens een legendarische wedstrijd gevaren hebben, kan het altijd nóg legendarischer!
Crew: Rene, Paul, Floris, Ben & Sander
Wind: 12-22 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 3e (van de 8)
Even voorstellen
Hennie zal ervan gebaald hebben want niet alleen het weer was interessant, de ingevlogen schipper was minstens zo interessant. De heer Kreukniet zou deze wedstrijd het roer overnemen van Ben. Sander, zoals velen hem noemen, behoeft voor de verenigingsleden geen introductie. Deze man, beter bekend als de nestor van de vereniging (ondanks dat hij inmiddels het voorzitterschap heeft overgedragen aan de heer Nierman) zeilt al jaren met zijn Elan mee in de clubwedstrijden. En niet onverdienstelijk. Met meerdere podiumplaatsen op zijn naam en een verleden als Admirals Cupper verwelkomen we hem natuurlijk graag aan boord van Team Fram. Wat het nog interessanter maakte is dat Sander in het verleden ook een Friendship 28 heeft gevaren. Hij is dus bekend met ons schip. Goed, genoeg introductie.
Voorbereiding
De voorbereiding loopt rommelig. Ik loop de verstaging na en span het voor en achterstag. We slaan de spischoten aan, maken de boom gereed en hijsen de genua 2. Ik wil zo snel mogelijk naar buiten om het weer te zien. Als Sander aan boord stapt, gaan we weg. Rene spreekt zijn vermoeden uit en zegt dat het wel eens een legendarische wedstrijd zou kunnen worden. Zijn woorden klinken nog na als er een krakend geluid klinkt aan stuurboord. De spinakerschoot was aangeslagen en bij het uitvaren is de landvast (die aan de paal blijft) om de schoot heen geslagen. De landvast trekt aan de schoot terwijl onze dikke vaanstandschroef aan de andere kant trekt. Ik zie het en wil in actie komen, maar het is al te laat. De snapsluiting begeeft het en met een knal schiet de schoot in het water. ‘Motor in vrij’ roep ik direct. Een spischoot in je schroef is het laatste dat je wilt.
Chaos
De snapsluiting is verbogen en afgeschreven. Ik heb geen reserve aan boord dus kunnen we niet spinakeren. Maar dan blijkt de spival ook een snapsluiting te hebben. We zetten ‘m over en doen daar een andere haak aan. Dit kleine akkefietje doorbreekt de routine en de voorbereiding wordt chaotisch.
Rammelende pannen
Eenmaal buiten zien we hoe de wind onze concurrenten plat drukt. Als de vijf beaufort onze zeilen pakt hoor ik de pannen gezamenlijk heil zoeken aan de lijkant van de kombuis. Ik twijfel en overweeg een rif te zetten, maar Sander is dit keer schipper en dus laat ik de keuze aan hem over. Het wordt geen rif. Ik ben benieuwd.
Tas overboord
Met Sander aan het roer en Ben en Paul aan de lieren zijn Rene en ik verantwoordelijk voor het voordek. Maar al snel blijkt dat het te hard waait voor de spi en onze taak in het water valt. Overigens lag niet veel later de spitas in het water. Bungelend aan de zeereling verliezen we bijna onze mooie Blue Performance spinnakertas met inhoud. Terwijl Sander de boot strak aan de wind stuurt, probeert Rene de tas binnen te halen aan de lijzijde die bijna onderwater staat. Het levert een spectaculair beeld op dat onlosmakelijk is verbonden met de actieve taak van onze voordekker.
De start
De start is bij ons altijd een uitdaging. We worden er beter in, maar zijn nog niet goed. Ik houd onze gastschipper nauwlettend in de gaten als hij achter het startschip vaart en weer oploeft voor de startlijn. Hij doet dit twee keer en bij de tweede keer klinkt ook het startsein. We zijn als eerste over de streep en varen hoog naar de eerste boei. De start vond ik redelijk briljant. Maar ook irritant, want Sander vaart ‘m gewoon op gevoel en inschattingsvermogen. Vooral dat inschattingsvermogen heeft bij ons nog niet de volle wasdom bereikt.
Op naar de kop
De wedstrijd is meteen een race. Wij liggen voor en moeten onze koppositie verdedigen maar al snel haalt de Noorse Folksboot ons in. Dat rare schip zeilt onder alle omstandigheden goed en heeft toch een handicap van 106? Gelukkig halen we ‘m op het tweede, ruimwindse rak in. Zonder spi, dat wel, we nemen geen risico.
Noodlot
De benedenwindse boei ronden we als eerste en we zetten direct koers naar de A-boei. Als we net lekker op één oor liggen slaat het noodlot toe. Met een klap komt het hele grootzeil naar beneden. De val is oud en het verbaast me eigenlijk niets dat deze gebroken is. Maar als ik naar de valhoek kijk, zie ik tot mijn grote verbazing dat de kunststof plaat die ter versteviging aan beide kanten van de top van het zeil is gepopnageld, kapot is getrokken en de val hoog boven in de mast zit. Dit moet niet kunnen, òf je val knapt òf je sluiting breekt òf je zeil scheurt, maar deze plaat blijft altijd heel! Niet dus. Gelukkig is een deel van de plaat nog intact met daarin een tweede (reserve) oog. En gelukkig heb ik ooit eens geluisterd naar mijn vader en een goede kraanlijn aangeschaft die, zo zei hij, in geval van nood ook als grootzeilval kan dienen. Dit was een geval van nood. We lagen vooraan en waren bezig met een legendarische wedstrijd. Terwijl we op de genua doorvaren hebben we binnen anderhalve minuut het grootzeil weer omhoog en zitten we weer volop in de race.
Niet achterlijker dan dwars
Opvallend op de kruisrakken is dat Sander de boeien niet of nauwelijks overzeild. Een kleine kanttekening daarbij is dat Fram sowieso iets hoger loopt nu de verstaging is aangedraaid. Maar desaltniettemin verbaasden het ons allen hoe Sander met de boei op 9 uur door de wind draaide. Hier pakten we tientallen meters op de rest, die een stuk verder doorvoer.
Team Gifbeker
Op het downwindrak zette we weer de fok te loevert en liepen we nog aardig hard. De Noorse Folksboot en het Waarschip ¼ tonner bleven op gepaste afstand. Uiteindelijk passeerden we de achterligger van onze klasse. Het zou niet de laatste boot zijn die we een hele ronde inhaalden. Sander die - mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen - een haat-liefdeverhouding heeft met Bert, zette alles op alles om ook de Windrose een ronde te dubbelen. Het lukte ons bijna, maar uiteindelijk was de baan net een rondje te kort om ze echt voorbij te varen. Terwijl we met een straatlengte voorsprong op de rest van het veld over de finishlijn stuiven zie ik hoe de Windrose met een gescheurd fok de bovenwindseboei rond en nog een hele ronde moet varen voordat ze mogen finishen. Die gifbeker van vorige week was duidelijk nog niet leeg.
Finish
Ik noteer onze finishtijd en time de finishtijden van de nummer twee en drie. Na drieënhalve minuut komt de nummer twee pas over de finish. We zetten koers naar de haven. Bij het aftuigen moeten we het grootzeil eraf halen, deze moet terug naar de zeilmaker. We duimen dat hij voor de wedstrijd van volgende week klaar is.
After Sail
Intussen is het nog steeds hondenweer. Voor het eerst dit seizoen wordt de after sail in de kajuit gehouden. Gezellig. Knus ja, dat is het. We drinken onze Schippersbitter en evalueren de wedstrijd. Maar al snel komen de betere anekdotes en zeemansverhalen ter tafel. Het is gezellig, de ramen zijn beslagen en de regen tikt onophoudelijk op het kajuitdak. We nemen nog een Schipperbitter en vergeten bijna naar de uitslag te gaan.
Uitslag
Bij binnenkomst horen we nog net hoe we zijn geëindigd. Helaas deden er maar weinig schepen mee (acht), maar dat maakt voor de punten niet uit. We eindigen als derde en het Waarschip en de Folksboot eindigen met gecorrigeerde tijd voor ons. Dit is het beste resultaat dat we ooit hebben behaald, waarvoor alle lof aan het adres van de heer Kreukniet. Het teamshirt kon met trots worden gedragen.
Evaluatie
Sander heeft laten zien dat Fram snel is. Het was leerzaam en de schriftelijke evaluatie, die natuurlijk uitsluitend vertrouwelijke informatie over de boot en crew bevat, is helder. Graag verwelkomen we Sander nog eens als stuurman bij een licht weertje, want hoewel we onder die omstandigheden al eens een legendarische wedstrijd gevaren hebben, kan het altijd nóg legendarischer!
Crew: Rene, Paul, Floris, Ben & Sander
Wind: 12-22 knopen (NW)
Baan: 16
Finish: 3e (van de 8)
donderdag 7 juli 2011
De drie musketiers
De wedstrijd van 6 juni beloofde in alle opzichten een leuke race te worden. De harde kern was weer compleet. Want zowel Ben als Hennie waren de laatste drie wedstrijden afwezig. Hennie heeft wel nog even stage gelopen bij Team Windrose en, als het goed is, na afloop de fokkezak volgepist, zoals een oud-zeeverkenner betaamt. Geintje Bert! Ben was naar Engeland, mee op de Roxane en heeft geleerd dat je prima kunt spinakeren in smalle en bochtige Engelse vaargeulen.
Favoriete wind
De wind was ook zoals we ‘m graag zien een kleine vier afnemend naar een kleine twee uit onze favoriete richting: Zuid-West. In mijn analyse van de baan zag ik dat we meteen het tweede rak de spinaker op zouden kunnen gooien en dan afstand zouden kunnen nemen van de rest. Daarna een stuk of vijf up- en downwind rakken en hup aan het bier.
Taken
De taakverdeling was al gegeven en Ben en Hennie hadden extra vroeg in de haven afgesproken. Ja vergis u niet beste lezer, dit seizoen is er een hecht team ontstaan. Later zou zelfs blijken dat Team Fram louter bestaat uit heldhaftige strijders.
Voorbereiding
Terug naar de voorbereiding. Overdag zat ik tot over mijn oren in het werk, maar het vooruitzicht van ‘even uitwaaien op het Gooimeer’ was een grote wortel die me rechtstreeks naar het einde van de dag leidde. Totdat om 17.00 bleek dat de werkdag – gratis en voor niets - verlengd zou worden met vijf hele uren. Even Naarden bellen.
Slechtnieuwsgesprek
‘Ik heb slecht nieuws… Nee, ik moet overwerken… nee ik ben bang van niet… ja ik weet het… kort van te voren… nee, geen spinaker vanavond… nou succes dan maar… dankje.
Werk
De wedstrijd waar ik elke week weer naartoe leef kon helaas niet een avondje opgeschoven worden. Vette pech. Vier keer vloeken en mijn marker demonstratief in de vensterbank gooien hielp niet. Pas toen het half acht was en ik wist dat het godsonmogelijk was om nog mee te varen, werd het rustig in mijn hoofd. Jammer genoeg kon Paul (ook harde kern) er deze week niet bij zijn. Dus moesten de jongens het met zijn drieën zien te rooien. Spinakeren wordt dan onmogelijk en met alleen je genua ben je kansloos.
3FM
Over de wedstrijd kan ik niet zoveel vertellen, ik was druk bezig met de nieuwe campagne voor 3FM. Ook leuk, maar liever niet op woensdagavond. Toen ik na afloop belde hoe het was gegaan kreeg ik zo’n inleiding die de weg plaveit voor teleurstellende berichten: “we hebben goed nieuws en slechts nieuws”. Doorgaans overheerst dan het slechte nieuws, maar tussen de regels door hoorde ik een ander bericht. Iets dat mij veel vrolijker maakte dan het ‘goede nieuws’.
Voor en na Windrose
Voor de volledigheid van het verhaal eerst maar even het goede nieuws: Team Fram was voor Team Windrose geëindigd. Aan de baldadige lach van Hennie kon ik het slechte nieuws wel raden: de Windrose ging als laatste over de streep. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat Fram na handicap niet een-na-laatste, maar laatste zou worden. Maar nu het echte goede nieuws!
Even terug in de tijd
Dit jaar gebruiken voor het eerst de spinaker. Aan het begin van het seizoen was ik zo’n beetje de enige aan boord die een beetje wist hoe je met zo’n ding moet omgaan, met dank aan Bert Piels. Maar ook ik wist eigenlijk van geen wanten. Ach, in het land der blinden is eenoog koning. Nu, 12 wedstrijden later en zo’n 60 spinakerhoists verder, weten we meer. Maar nog steeds hebben we vier man nodig. En nog steeds is mijn rol binnen het spinakeren onmisbaar… dacht ik.
Helden
Want op het tweede rak hijsen de jongens (met z’n drieën!) heldhaftig de spinaker en zetten zij koers naar de eindoverwinning. Langzaam liepen ze in op de koploper. Terwijl Hennie aan de telefoon doorbromt, start een heroïsche film in mijn hoofd. Ik zie hoe Rene zich als een Ninja katachtig op het voordek beweegt en in één soepele beweging de boom aan de mast haakt en door de schoot steekt. Ik zie Hennie die met zijn brute kracht tientallen Newtons op de lieren loslaat. En Ben die geconcentreerd tuurt naar de boei, terwijl hij de concurrentie en de wind niet uit het oog verliest. Het is stil, iedereen weet wat ie moet doen. De spinaker schiet de lucht in, klappert en zegt nog even dat de loefschoot iets aan kan. Dan vult ‘ie zich met wind en spuit Fram vooruit: de drie musketiers in volle vaart.
Handen tekort
Hoewel het waarschijnlijk ongeveer zo ging, kwam er aan dit epos een abrupt einde bij het kruisrak. Pijnlijk werd duidelijk, dat vier man crew op deze korte rakken een vereiste is. Er was stomweg niet genoeg tijd om het voordek te ruimen, de boot aan de wind te trimmen en dan ook nog onderdeks de spinaker op te doeken. En als dan een boot uit de eerste klas (ik noem geen namen, laten we ‘m X noemen) je geen voorrang verleent, moet je concluderen dat dit ‘m niet gaat worden.
Finish
Het lukte Fram om voor de Windrose te finishen. Helaas was dat niet echt een prestatie van formaat, daar Team Windrose een allesbehalve perfecte wedstrijd zeilde. We willen per slot van rekening alleen van hen winnen als ze ook een beetje hun best doen ;-).
Garantie
Ondanks dat ik nog steeds baal dat ik er niet bij kon zijn en ik zeker weet dat er met vier man een goed resultaat was behaald, ben ik erg blij dat de crew het punt heeft bereikt waarop ik niet meer onmisbaar ben. Hoewel… De statistieken laten een ander beeld zien. Hieruit valt namelijk op te maken dat we gegarandeerd geen laatste worden als ik aan boord stap. Kunnen we daar uit concluderen dat de beste stuurlui aan wal staan?*
Crew: Rene, Hennie & Ben
Wind: 12-8 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 11)
*Kudos voor Robbert
Favoriete wind
De wind was ook zoals we ‘m graag zien een kleine vier afnemend naar een kleine twee uit onze favoriete richting: Zuid-West. In mijn analyse van de baan zag ik dat we meteen het tweede rak de spinaker op zouden kunnen gooien en dan afstand zouden kunnen nemen van de rest. Daarna een stuk of vijf up- en downwind rakken en hup aan het bier.
Taken
De taakverdeling was al gegeven en Ben en Hennie hadden extra vroeg in de haven afgesproken. Ja vergis u niet beste lezer, dit seizoen is er een hecht team ontstaan. Later zou zelfs blijken dat Team Fram louter bestaat uit heldhaftige strijders.
Voorbereiding
Terug naar de voorbereiding. Overdag zat ik tot over mijn oren in het werk, maar het vooruitzicht van ‘even uitwaaien op het Gooimeer’ was een grote wortel die me rechtstreeks naar het einde van de dag leidde. Totdat om 17.00 bleek dat de werkdag – gratis en voor niets - verlengd zou worden met vijf hele uren. Even Naarden bellen.
Slechtnieuwsgesprek
‘Ik heb slecht nieuws… Nee, ik moet overwerken… nee ik ben bang van niet… ja ik weet het… kort van te voren… nee, geen spinaker vanavond… nou succes dan maar… dankje.
Werk
De wedstrijd waar ik elke week weer naartoe leef kon helaas niet een avondje opgeschoven worden. Vette pech. Vier keer vloeken en mijn marker demonstratief in de vensterbank gooien hielp niet. Pas toen het half acht was en ik wist dat het godsonmogelijk was om nog mee te varen, werd het rustig in mijn hoofd. Jammer genoeg kon Paul (ook harde kern) er deze week niet bij zijn. Dus moesten de jongens het met zijn drieën zien te rooien. Spinakeren wordt dan onmogelijk en met alleen je genua ben je kansloos.
3FM
Over de wedstrijd kan ik niet zoveel vertellen, ik was druk bezig met de nieuwe campagne voor 3FM. Ook leuk, maar liever niet op woensdagavond. Toen ik na afloop belde hoe het was gegaan kreeg ik zo’n inleiding die de weg plaveit voor teleurstellende berichten: “we hebben goed nieuws en slechts nieuws”. Doorgaans overheerst dan het slechte nieuws, maar tussen de regels door hoorde ik een ander bericht. Iets dat mij veel vrolijker maakte dan het ‘goede nieuws’.
Voor en na Windrose
Voor de volledigheid van het verhaal eerst maar even het goede nieuws: Team Fram was voor Team Windrose geëindigd. Aan de baldadige lach van Hennie kon ik het slechte nieuws wel raden: de Windrose ging als laatste over de streep. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat Fram na handicap niet een-na-laatste, maar laatste zou worden. Maar nu het echte goede nieuws!
Even terug in de tijd
Dit jaar gebruiken voor het eerst de spinaker. Aan het begin van het seizoen was ik zo’n beetje de enige aan boord die een beetje wist hoe je met zo’n ding moet omgaan, met dank aan Bert Piels. Maar ook ik wist eigenlijk van geen wanten. Ach, in het land der blinden is eenoog koning. Nu, 12 wedstrijden later en zo’n 60 spinakerhoists verder, weten we meer. Maar nog steeds hebben we vier man nodig. En nog steeds is mijn rol binnen het spinakeren onmisbaar… dacht ik.
Helden
Want op het tweede rak hijsen de jongens (met z’n drieën!) heldhaftig de spinaker en zetten zij koers naar de eindoverwinning. Langzaam liepen ze in op de koploper. Terwijl Hennie aan de telefoon doorbromt, start een heroïsche film in mijn hoofd. Ik zie hoe Rene zich als een Ninja katachtig op het voordek beweegt en in één soepele beweging de boom aan de mast haakt en door de schoot steekt. Ik zie Hennie die met zijn brute kracht tientallen Newtons op de lieren loslaat. En Ben die geconcentreerd tuurt naar de boei, terwijl hij de concurrentie en de wind niet uit het oog verliest. Het is stil, iedereen weet wat ie moet doen. De spinaker schiet de lucht in, klappert en zegt nog even dat de loefschoot iets aan kan. Dan vult ‘ie zich met wind en spuit Fram vooruit: de drie musketiers in volle vaart.
Handen tekort
Hoewel het waarschijnlijk ongeveer zo ging, kwam er aan dit epos een abrupt einde bij het kruisrak. Pijnlijk werd duidelijk, dat vier man crew op deze korte rakken een vereiste is. Er was stomweg niet genoeg tijd om het voordek te ruimen, de boot aan de wind te trimmen en dan ook nog onderdeks de spinaker op te doeken. En als dan een boot uit de eerste klas (ik noem geen namen, laten we ‘m X noemen) je geen voorrang verleent, moet je concluderen dat dit ‘m niet gaat worden.
Finish
Het lukte Fram om voor de Windrose te finishen. Helaas was dat niet echt een prestatie van formaat, daar Team Windrose een allesbehalve perfecte wedstrijd zeilde. We willen per slot van rekening alleen van hen winnen als ze ook een beetje hun best doen ;-).
Garantie
Ondanks dat ik nog steeds baal dat ik er niet bij kon zijn en ik zeker weet dat er met vier man een goed resultaat was behaald, ben ik erg blij dat de crew het punt heeft bereikt waarop ik niet meer onmisbaar ben. Hoewel… De statistieken laten een ander beeld zien. Hieruit valt namelijk op te maken dat we gegarandeerd geen laatste worden als ik aan boord stap. Kunnen we daar uit concluderen dat de beste stuurlui aan wal staan?*
Crew: Rene, Hennie & Ben
Wind: 12-8 knopen (ZW)
Baan: 12
Finish: 11e (van de 11)
*Kudos voor Robbert
Abonneren op:
Posts (Atom)