donderdag 29 juli 2010
Niets is minder waar
Eindelijk staat er weer eens wind. Rond de 10 knopen. Niet heel veel, maar het is genoeg. Als opstapper hebben we Rene. Hij heeft genoeg moed verzameld sinds de dramatische wedstrijd van vorig seizoen. Het deelnemersveld is klein, slechts acht schepen doen mee in onze klasse. Het zijn vooral de toppers die het laten afweten. Al met al goede perspectieven voor de wedstrijd van 28 juli.
De start
Vijf minuten voor de start sync ik mijn iPhone met de gps tijd en zet ik de Sailing Race Timer app met ISAF countdown aan. Vanuit mijn broekzak klinken de verschillende seinen. De laatste minuut horen we een piep om de tien seconden en met nog 30 seconden te gaan, zeilen we op de startlijn af. Nog 10, 9, 8 seconden… shit gaan we niet te vroeg over de startlijn? Maar voor ik kan bedenken hoe we dat kunnen voorkomen klinkt het startsein. We starten als eerste. Of tweede, dat is even lastig om te zien, maar dat maakt niet uit. We starten goed.
Onderlangs inhalen s.v.p.
Het eerste rak is ruime wind en we komen goed mee. De spinakers worden om ons heen gehesen, maar dit keer laten we ons de wind niet uit de zeilen nemen. We loeven direct op naar de hoge kant van het veld. De andere schepen moeten ons onderlangs passeren. En wie dat niet doet, steken we ordinair de loef af.
De geoliede machine
Deze brutale strategie lijkt te werken. Maar toch kruipen de spinakers ons onderlangs voorbij. De wedstrijd verloopt goed. Rene draait goed mee en heeft aan een half woord genoeg. Alle manoeuvres gaan vloeiend. Overstag gaat strak zonder te veel te verlijeren. En aan de wind vaart Ben strak op de telltales van de genua 1. Over de genua 1 gesproken, deze lijkt ook voor het eerst een beetje redelijk te staan. Misschien had Aad Kool gelijk, toen hij zij dat het zeil ‘ingezeild’ moet worden. Als we ook het wier hier en daar op soms centimeters weten te ontwijken lijkt dit wel de beste race van dit seizoen te worden. Alles doet het, er gaat niks kapot en we maken geen fouten.
Nou ja, bijna geen fouten! Want doordat we zo gefocussed waren op de start hebben we niet gezien dat de wedstrijdleiding op het laatste moment de baan nog veranderde. Gelukkig had ik het door en had Ben het nummer van Sander Kreukniet, die met zijn Elan de taak van startschip op zich had genomen.
Uitslag
Op het laatste rak laat Fram nog even zien dat zij snel is en we spuiten naar de finish. Wat lekker om weer eens te blazen over het water. We lopen de Clever voor ons rap in, maar we passeren ze niet op tijd voor de finish. Opgewekt tuigen we de boot af en bergen we de zeilen. We bespreken nog even de wedstrijd en komen tot de conclusie dat alles goed ging. In het clubhuis aangekomen horen we de uitslag. Natuurlijk verwachten jullie nu een hoge notering, na zo’n lovend wedstrijdverslag. Niets is minder waar. We werden laatste, maar dat telt niet. We hebben heerlijk gezeild en ondanks het nieuws dat mijn huis toch niet verkocht blijkt, ging ik met een goed gevoel naar huis (mijn andere huis).
Crew: Rene, Ben, Floris
Wind: 9-11 knopen NW
Baan: 16 NW >4bft
Uitslag: 8e (van de 8)
donderdag 22 juli 2010
Glijden en laveren
Na vier weken afwezigheid op de Woensdagavond Competitie, deden we dan eindelijk weer mee. De afgelopen weken was er geen wind en zagen we geen reden om mee te doen m.u.v. vorige week. Toen waaide het zo hard dat caravans gingen zwemmen. De wedstrijd werd daarop afgelast.
Als de wind minder is dan 2 bft. heeft het voor ons geen zin om mee te doen. We hebben geen spinaker en leggen het vaak op het eerste rak al af tegen de lichtweerzeilen van de tegenstanders. Maar na vier weken geen wedstrijd gezeild te hebben, kruipt het bloed waar het niet gaan kan en worden principes principieel gebroken. Zo gebeurde het dat wij gisteren op een spiegelglad Gooimeer over de startlijn dobberden.
Zoals te verwachten werden er direct spinakers gehesen. Hoewel wij onze grote genua 1 op hadden staan, is een spinaker toch al gauw zo’n 30m2 meer oppervlak. We startten redelijk, maar lagen iets te ver van de hoge boei. Ondanks de vuile wind en de spinakers weten we een aantal schepen bij te houden. Zelfs een snellere Dehler 28s met spinaker houden we achter ons. Maar de wind draait en valt helemaal weg, waardoor we na twintig minuten nog maar een halve knoop op het log lezen. Ik denk aan de opmerking van Bert Piels (Team Windrose), die het had over ‘glijden’ met weinig wind. Wij doen eigenlijk niet anders. We bewegen nauwelijks en bedienen de schoten met de grootste voorzichtigheid. Doordat we allebei aan de lijzijde zitten, ligt Fram onder een hoek en houden we vaart. Of liever gezegd; glijden we door!
De nieuwe genua is een uitkomst bij ruime koersen, maar is niet optimaal bij aandewindse koersen. We kunnen minder scherp varen en dat merken we direct. De ruimende wind draait van NW naar O en maakt van het eerste ruimwindse rak, in een uur tijd, een kruisrak. De oplettende lezer merkt nu op dat we na een uur varen nog steeds in onze eerste rak zitten en boei 53 nog niet hebben gepasseerd. Dat klopt. Gelukkig ziet de wedstrijdleiding dat ook en kort de baan aanzienlijk in. Een goede actie van Job!
We zijn op de helft van de race en bevinden ons ergens halverwege het veld. Langzaam laat de wind zich zien en verschijnen er rimpels op het water. We kijken goed waar de wind is en laveren van rimpelveld naar rimpelveld. Tussentijds ontwijken we grote wierkolonies. Eén keer door zo’n wierveld en de race is over.
Het log loopt op en we juichen als ‘ie boven de twee knopen komt. Gek genoeg wisten we met weinig wind de boten bij te houden. Nu de wind aantrekt tot een kleine drie beaufort, worden we aan alle kanten ingehaald. We zijn nog steeds aan het kruisen, maar varen structureel 10 tot 15 graden minder scherp.
In de slotfase van de wedstrijd (deze zin mag niet ontbreken in een sportverslag!) worden we aan alle kanten ingehaald. We gaan als laatste over de finish en ik baal gigantisch. Ik baal omdat we dit keer juist met weinig wind meekwamen. Toen de wind een dikke 2 tot een kleine 3 bft. was, gaven we het uit handen. Frustratie krijgt de overhand. Ik merk dat ik fanatieker wordt en verlang naar een vaste, op elkaar ingespeelde crew. En met het oog op het spinakeren is dit misschien wel de belangrijkste investering.
Crew: Ben & Floris
Wind: 2-9 knopen (NW ruimend naar O)
Baan: 15
Finish: Laatste ☹
Als de wind minder is dan 2 bft. heeft het voor ons geen zin om mee te doen. We hebben geen spinaker en leggen het vaak op het eerste rak al af tegen de lichtweerzeilen van de tegenstanders. Maar na vier weken geen wedstrijd gezeild te hebben, kruipt het bloed waar het niet gaan kan en worden principes principieel gebroken. Zo gebeurde het dat wij gisteren op een spiegelglad Gooimeer over de startlijn dobberden.
Zoals te verwachten werden er direct spinakers gehesen. Hoewel wij onze grote genua 1 op hadden staan, is een spinaker toch al gauw zo’n 30m2 meer oppervlak. We startten redelijk, maar lagen iets te ver van de hoge boei. Ondanks de vuile wind en de spinakers weten we een aantal schepen bij te houden. Zelfs een snellere Dehler 28s met spinaker houden we achter ons. Maar de wind draait en valt helemaal weg, waardoor we na twintig minuten nog maar een halve knoop op het log lezen. Ik denk aan de opmerking van Bert Piels (Team Windrose), die het had over ‘glijden’ met weinig wind. Wij doen eigenlijk niet anders. We bewegen nauwelijks en bedienen de schoten met de grootste voorzichtigheid. Doordat we allebei aan de lijzijde zitten, ligt Fram onder een hoek en houden we vaart. Of liever gezegd; glijden we door!
De nieuwe genua is een uitkomst bij ruime koersen, maar is niet optimaal bij aandewindse koersen. We kunnen minder scherp varen en dat merken we direct. De ruimende wind draait van NW naar O en maakt van het eerste ruimwindse rak, in een uur tijd, een kruisrak. De oplettende lezer merkt nu op dat we na een uur varen nog steeds in onze eerste rak zitten en boei 53 nog niet hebben gepasseerd. Dat klopt. Gelukkig ziet de wedstrijdleiding dat ook en kort de baan aanzienlijk in. Een goede actie van Job!
We zijn op de helft van de race en bevinden ons ergens halverwege het veld. Langzaam laat de wind zich zien en verschijnen er rimpels op het water. We kijken goed waar de wind is en laveren van rimpelveld naar rimpelveld. Tussentijds ontwijken we grote wierkolonies. Eén keer door zo’n wierveld en de race is over.
Het log loopt op en we juichen als ‘ie boven de twee knopen komt. Gek genoeg wisten we met weinig wind de boten bij te houden. Nu de wind aantrekt tot een kleine drie beaufort, worden we aan alle kanten ingehaald. We zijn nog steeds aan het kruisen, maar varen structureel 10 tot 15 graden minder scherp.
In de slotfase van de wedstrijd (deze zin mag niet ontbreken in een sportverslag!) worden we aan alle kanten ingehaald. We gaan als laatste over de finish en ik baal gigantisch. Ik baal omdat we dit keer juist met weinig wind meekwamen. Toen de wind een dikke 2 tot een kleine 3 bft. was, gaven we het uit handen. Frustratie krijgt de overhand. Ik merk dat ik fanatieker wordt en verlang naar een vaste, op elkaar ingespeelde crew. En met het oog op het spinakeren is dit misschien wel de belangrijkste investering.
Crew: Ben & Floris
Wind: 2-9 knopen (NW ruimend naar O)
Baan: 15
Finish: Laatste ☹
donderdag 8 juli 2010
Vanaf de zijlijn
Ook deze week zaten we weer op de bank en hebben we niet meegezeild. We zijn inmiddels volledig hersteld van de blessures. Weet u nog? Twee gladde lieren, waarvan één plotseling besloot een soort open katrol te worden. Maar deze kwetsuren lijken volledig verholpen. Sterker nog, Fram is klaar voor de volgende stap.
De vier-lijns valgeleiders zijn aan beide zijden gemonteerd, waardoor we nu twee extra lijnen vanuit de kuip kunnen bedienen. Ik weet nog niet precies welke het worden, vermoedelijk de neerhouder van de spi en de onderlijkstrekker. Maar er is meer gebeurd op de operatietafel.
Hans Vaders (Friendship 26) heeft ons waanzinnig geholpen met de lieren. Deze waren namelijk na 27 jaar mooi glad gepolijst door de verschillende schoten. Hier kwamen we op pijnlijke wijze achter, in de wedstrijd van 16 juni, toen de wind boven de 5 bft. uitkwam. In de wedstrijd erna bleek ook nog eens het uurwerk van de lier versleten en deed bakboord ineens niet meer mee. Vleugellam lagen we aan de steiger. Maar er was hulp onderweg.
Vaders, een metaalkundig man van beroep, heeft zowel het werk aan de binnenzijde hersteld, als de glad geworden buitenhuls nieuw leven ingeblazen. Mooie ribbels zijn in de trommels geëtst. Toen ik de foto’s zag, was ik met stomheid geslagen. De lieren lijken als nieuw. Dit is vakwerk! Bedankt.
Nu Fram helemaal spinaker-ready is en de lieren weer volop meedraaien, wordt het tijd voor wat training met de spi. We hopen volgende week weer in de race te zijn. Zie jullie op het water.
-Team Fram-
De vier-lijns valgeleiders zijn aan beide zijden gemonteerd, waardoor we nu twee extra lijnen vanuit de kuip kunnen bedienen. Ik weet nog niet precies welke het worden, vermoedelijk de neerhouder van de spi en de onderlijkstrekker. Maar er is meer gebeurd op de operatietafel.
Hans Vaders (Friendship 26) heeft ons waanzinnig geholpen met de lieren. Deze waren namelijk na 27 jaar mooi glad gepolijst door de verschillende schoten. Hier kwamen we op pijnlijke wijze achter, in de wedstrijd van 16 juni, toen de wind boven de 5 bft. uitkwam. In de wedstrijd erna bleek ook nog eens het uurwerk van de lier versleten en deed bakboord ineens niet meer mee. Vleugellam lagen we aan de steiger. Maar er was hulp onderweg.
Vaders, een metaalkundig man van beroep, heeft zowel het werk aan de binnenzijde hersteld, als de glad geworden buitenhuls nieuw leven ingeblazen. Mooie ribbels zijn in de trommels geëtst. Toen ik de foto’s zag, was ik met stomheid geslagen. De lieren lijken als nieuw. Dit is vakwerk! Bedankt.
Nu Fram helemaal spinaker-ready is en de lieren weer volop meedraaien, wordt het tijd voor wat training met de spi. We hopen volgende week weer in de race te zijn. Zie jullie op het water.
-Team Fram-
Abonneren op:
Posts (Atom)