donderdag 6 mei 2010

Ons bevrijdingsfeest

Terwijl door het hele land bevrijdingsfestivals zijn, ga ik naar mijn eigen vrijheidsfeest; de Woensdagavond Competitie van RZV Naarden. Het Gooimeer is ons festivalterrein; afgebakend tussen de 53-, B- en D-boei kunnen we uit ons dak gaan. En dat doen we ook. Ik realiseer me nu ik dit schrijf, dat ik eigenlijk niets kan bedenken dat een groter vrijheidsgevoel geeft dan zeilen. Een vers pak poedersneeuw onder mijn snowboard komt in de buurt, maar haalt het niet. En als je dan de perfecte crew en het perfecte weer hebt, dan kun je spreken van een geslaagde 5 mei viering.

Een vrouw aan boord
De websites beloven 9 knopen wind uit Noord-Noord-Oostelijke richting. Een kleine drie beaufort dus. Als ik naar Naarden rij zie ik hoe de schuimkoppen van het IJmeer zich demonstratief stukslaan op de IJburgse kade. Het zorgt voor een grijns om mijn gezicht. Voor het eerst gaat Violet mee. Zij kan natuurlijk al zeilen, maar wedstrijdzeilen is toch anders dan ‘kun-je-even-overstag-gaan-dan-zit-ik-weer-in-de-zon-zeilen’. Algauw zou blijken dat zij een van de beste crew members is.

Genua 1
Voor de wedstrijd bespreken we kort de mogelijke banen en rakken, en maken we een keuze in de zeilen. De voorspelling van 9 knopen wind lijkt iets te worden overtroffen. Het is geen kleine windkracht 3 maar eerder een kleine 4. Omdat onze nieuwe Genua 1 van een lichte zeilstof is gemaakt, kan deze ‘slechts’ tot en met 4 bft. gevaren worden. Daarboven bestaat de kans dat het zeil scheurt. Desalniettemin kiezen we voor de Genua 1. Vooral omdat we dan bij de ruimwindse rakken niet teveel verliezen t.o.v. de spinakerende concurrentie. We trekken onze pakken en reddingsvesten aan en varen naar buiten. Daar staat ons een grote verrassing te wachten.

Oeps
Wind en buiswater slaan ons om de oren als we de havenmonding uitvaren. Shit, dit is geen kleine vier, eerder een kleine vijf! We hebben teveel zeil op en moeten terug. Met slechts 16 minuten voor het startsignaal, is het onzeker of we wel op tijd aan de start kunnen verschijnen.

Anderhalve minuut
We draaien om en proberen zo snel mogelijk de Gen 1 voor de Gen 2 te verwisselen in de luwte van de haven. Binnen no time staat de kleinere genua, waarna we volgas naar buiten varen. Buiten ligt een tegenstander aan lager wal. We kunnen hem niet helpen. Het onderstreept de windkracht. Terwijl de zeilen spastisch klapperen en de druk op het roer toeneemt, bedenk ik me dat we het grootzeil ook iets hadden kunnen reven, maar de tijd tikt. Ik check de GPS en roep: “Anderhalve minuut!”

De start
Het is een startveld zoals die moet zijn; druk en chaotisch. Als wij over bak aan komen varen weet de Atlantis ons en de boot naast ons op enkele centimeters te ontwijken. Een bowman zou op dit moment niet verkeerd zijn! Ik wil kort onze strategie voor de start bespreken, maar zie dat we nog maar 26 seconden hebben. “Overstag, overstag, overstag!”, roep ik. We varen richting de startlijn, maar het sein heeft al geklonken. Met slechts 2 boten achter ons sluiten we achteraan in het veld aan de verkeerde kant ten opzichte van de wind. Het is een slechte start. Maar het had niet veel gescheeld of we hadden helemaal niet kunnen starten door onze verkeerde zeilkeuze.

Louis Suarez
Het eerste rak is voor Violet even wennen. Haar taak is nog niet duidelijk. Maar na twee keer overstag draait ze als een doorgewinterde wedstrijdzeiler mee. Lierhandel eraf, schoot los, overpakken en doorhalen. Zo moet de scout van Groningen zich gevoeld hebben toen hij Louis Suarez voor het eerst zag spelen. Want dit is geen beginner, maar een groeibriljant!

Volgen is verliezen
We komen redelijk mee, maar dat is niet voldoende. Na de tweede boei begint een kruisrak. De eerste vijftig meter varen we achter het veld aan, waarna ik opper om overstag te gaan. Een van de vuistregels bij wedstrijdzeilen is: ‘trek je eigen plan!’ Want wie de voorste boten volgt, wordt nooit eerste. Het lijkt te werken, we hebben immers geen verstoorde wind meer. Maar we moeten nog een slag maken en varen dan over stuurboord dwars door het veld dat inmiddels over bakboord vaart. En dan gebeurt het. We liggen op ramkoers met een van onze directe concurrenten. We kijken het aan tot op het laatste moment en ik probeer dat duidelijk te maken aan de schipper. Ik ontdek een angstige blik in zijn ogen en zie dat het niet meer gaat lukken. We moeten iets doen, anders heeft Fram zodadelijk een fraai boegbeeld. Ik roep nogmaals: “Overstag, overstag!”, en gooi de fokkeschoot van de lier. We gaan lelijk overstag en verliezen snelheid en hoogte.

Vol voor de wind

We herpakken ons direct. De bovenwindse boei ronden we volgens het boekje. We vieren het grootzeil en laten de boot rechtkomen, terwijl Ben de boeg om de boei stuurt. Hierdoor houden we veel snelheid. Terug naar de benedenwindse boei gaan we als een speer voor de wind met de fok te loevert. We lopen in en passeren zelfs een schip uit de eerste klasse. We moeten nog gijpen voor de boei, dus haal ik vast de spinakerboom binnen. Een verkeerde beslissing want de genua doet niet meer mee en zwiert levenloos van stuurboord naar bakboord en terug. Langzaam kruipen de tegenstanders weer voorbij.

De D-boei
Voor de D boei (benedenwinds) bespreken we even wat de handelingen zijn, dit werkt prettig en houdt bovendien iedereen scherp; een gijp, daarna het grootzeil aantrekken dat de boot begint op te loeven en we minder roer hoeven te geven en vervolgens langzaam de genua aantrekken. Het schip naast ons draait naar buiten. Het lijkt erop alsof zij tussen ons en de boei door wilt kruipen, maar we houden het gat tussen ons en de boei klein. Iedereen weet wat ‘ie moet doen. Violet zit er helemaal in en gooit de genuaschoot los, terwijl ik de grootschoot aanhaal. Zij pakt de fokkeschoot over als ik als een professionele grinder de lier bedien. In één vloeiende beweging zet Violet de traveller iets naar lij en we spuiten weg bij de boei.

Finish
Ook de laatste boeirondingen gingen perfect. We houden overal de snelheid erin, maar de rest helaas ook. We kunnen niet meer inlopen en eindigen zoals we startten, met twee boten achter ons. Bij de tijdcorrectie blijkt dat wij als zevende van de tien zijn geëindigd. Niet slecht, maar met een betere start moeten we hoger kunnen eindigen. Ach, Suarez kreeg ook pas dit jaar de Gouden Schoen.

Crew: Violet, Ben & Floris
Onshore crew: Marijke
Wind: 19 knopen (N)
Baan: 01
Finish: 7e (van de 10)

maandag 3 mei 2010

Iemand de loef afsteken

Wàààààt? Is onze sw-handicap 103.6? Vorige wedstrijd was het nog 106.1! Shit, nu wordt het nog lastiger om een plaatsje bij de eerste vijf te bemachtigen. Voor diegene die niet begrijpen waar ik me druk om maak. Het principe van de sw (en elke handicap) is het verrekenen van de onderlinge niveauverschillen. Het werkt simpel; je gevaren tijd deel je door je handicap, deze nieuwe gecorrigeerde tijd bepaald je eindpositie. Dus hoe hoger je handicap, hoe langer je ‘mag’ doen over het afleggen van de wedstrijdbaan. Je begrijpt dat onze handicap, onze handicap is.

Goed nieuws
De nieuwe, hoge handicap in combinatie met de voorspelde 6 knopen wind belooft weinig goeds. Ik merk dat ik al enigszins chagrijnig ben en dat slaat natuurlijk nergens op. Want het blijft een voorrecht om elke woensdagavond op het Gooimeer te zeilen, terwijl op 270 graden de zon Amsterdam doet gloeien. Ik moet dan altijd aan die mensen denken die uit verveling maar ‘So you think jouw vrouw is an idol’ zitten te kijken.

Gelukkig was er goed nieuws van onze zeilmaker Aad Kool, de nieuwe Genua 1 was klaar. Met nog twee uur voor het startsignaal was dit een ‘close call’. We merken wederom dat met weinig wind een klein foutje grote gevolgen kan hebben. De start was matig, ergens midden in het veld. Maar al snel lagen we achteraan en keken we tegen de bontgekleurde spinakers van de tegenstanders. We zetten de Genua te loevert en varen de halfwindse en aandewindse koersen met ballast aan lei. Hierdoor houden we aansluiting met het veld, zij het als laatste.

Het laatste rak
De wind valt af en toe weg, waardoor de wedstrijdleiding besluit de baan in te korten. We hebben nog één schip achter ons en hopen met de laatste boeironding deze te passeren. Helaas lukt het ons niet om Fram tussen de boei en de Atlantis (een Kelt 850) te steken. We moeten buitenom aan de lage kant er langs. Passeren aan de lijzijde is een ‘no go’. Gelukkig besluit de Atlantis te spinakeren, waardoor er even alleen een grootzeil op staat. Het geeft ons genoeg tijd om voor haar te komen. Achter ons klinkt het klapperen van de sputterende spi. Na een harde klap gevolgd door een stilte stond de grote windvanger van de Atlantis, bol en fier. Spoedig zouden ze ons voorbijgaan. Dit konden we natuurlijk niet laten gebeuren.

Loef en lij
De Atlantis met vol tuigage liep langzaam in. Ze stuurden iets naar de wind om ons aan de loefzijde te passeren. Maar daar voelde ik weinig voor en zij tegen Ben dat hij moest oploeven. Ben deed dit met kleine tegenzin. De loef afsteken voelt als pesten, maar het was het enige middel dat ons ter beschikking stond om de Atlantis achter ons te houden. Telkens als de Atlantis oploefde, loefden wij mee. We liepen wat uit de ideale koers, maar dat maakte niet uit, we wisten een vergelijkbare boot met spinaker achter ons te houden.

De Atlantis achter ons vlak voor de finish. Fotograaf: Team Windrose

Stroperig langzaam schoof Fram over de finishlijn. 41 Seconden later kwam de Atlantis over de lijn. Dit was victorie, een overwinning. Triomfantelijke gevoelens vervulden onze harten en deden het slechte resultaat vergeten. Dat de Atlantis ook nog de finishboei ‘kuste’, hebben we de wedstrijdleiding maar niet verteld.

Crew: Wout, Ben & Floris
Wind: 2-5 knopen (Z)
Baan: 11
Finish: 11e (van de 12)